Tanja Masson-Zwaan: nog altijd geen plicht om ruimtepuin op te ruimen
Ruimtevaart gaat allang niet meer alleen over raketten, reizen naar de maan en Rusland en Amerika. Nederland heeft een eigen ruimtevaartorganisatie, waar verzameling en verstrekking van steeds geavanceerdere satellietdata een belangrijke taak is.
Deze data vormen een oplossing voor uiteenlopende maatschappelijke problemen, maar te weinig mensen hebben hier weet van, schrijft HP/De Tijd. Zo betreft wet- en regelgeving omtrent ruimtevaarttoepassingen niet enkel het ‘aardse’ recht, maar speelt ook het ‘ruimterecht’ hierin een rol. Het ruimterecht wordt met de wereldwijde toename van ruimtevaarttoepassingen steeds belangrijker, zegt Tanja Masson-Zwaan, adjunct-directeur van het Internationaal Instituut voor Lucht- en Ruimterecht.
Een opmerkelijk punt blijkt dat er geen eensgezindheid bestaat over waar ruimterecht allemaal betrekking op heeft, aangezien er geen internationale consensus is over waar de lucht eindigt en waar de ruimte begint. Deze kwestie is al ruim veertig jaar een formeel agendapunt bij een speciaal comité van de VN, vertelt Masson-Zwaan. 'Het is een politiek punt dat gaat over nationale veiligheid en soevereiniteit.'
In de lucht geldt er soevereiniteit, je mag er niet doorheen vliegen zonder toestemming van een land, terwijl deze soevereiniteit in de ruimte niet geldt. Wat betreft ruimterecht is ruimtepuin voor Nederland een belangrijk punt, aldus Masson-Zwaan. 'Steeds meer actoren lanceren steeds meer satellieten, Elon Musk is bijvoorbeeld bezig met een constellatie van tienduizenden satellieten. Er komt steeds meer ruimteafval, terwijl er niet echt een duidelijke plicht is om dit op te ruimen, iets dat GroenLinks ook al constateerde in een enigszins komisch verwoorde Kamervraag op 11 januari 2021, waarin de partij haar zorgen uitte over de ‘hoeveelheid ruimte in het heelal.'