'Wat er nu gebeurt in Zeeland met Intervence zou niet moeten mogen en kunnen'
Marktwerking in de jeugdbescherming werkt niet. De onrust en problemen rond het opheffen en opsplitsen van Intervence hebben dat wel bewezen, zegt hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning.
Eind vorig jaar besloten gemeenten te stoppen met het financieren van jeugdbeschermingsorganisatie Intervence in Middelburg. Intervence was te duur en werkte niet efficiënt genoeg, werd er gezegd. Het was de bedoeling dat de meeste medewerkers van Intervence naar drie andere jeugdbeschermingsorganisaties over zouden gaan. Voor die overgang werd drie miljoen euro gereserveerd, maar het plan stuitte op weerstand en ging uiteindelijk niet door.
Nu moeten de gemeenten kijken naar een overname van heel Intervence door een grotere organisatie, Jeugdbescherming west uit Den Haag. Dat is geen goed plan, zegt hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning tegen Omroep Zeeland. 'Je kan niet van het ene op het andere jaar zeggen: we gaan het nu weer even met een andere aanbieder doen.'
Jeugdbescherming, waarbij een kinderrechter heeft beslist dat er verplichte zorg in een gezin moet komen, kun je volgens Bruning niet aan marktwerking overlaten. 'Deze kinderen en hun ouders hebben structuur en stabiliteit nodig. Het zijn de zwaarste zaken die we in Nederland kennen. Dus die kan je niet eventjes verplaatsen of opsplitsen. Dat kan je ook de medewerkers niet aandoen.'