Bashir Azizi: ‘Geen oorlog of burgeroorlog, maar een wereldburgeroorlog’
We hebben vandaag de dag niet meer alleen oorlogen of burgeroorlogen. Er is eerder sprake van een heuse wereldburgeroorlog, zegt Bashir Azizi, die in april 2020 promoveerde op zijn proefschrift over wereldburgerschap. Inmiddels is de tweede druk van zijn proefschrift verschenen.
Wereldburgerschap loopt als een rode draad door het bestaan van Azizi (63), die werkt als docent maatschappijleer. Hij werd geboren in Afghanistan en haalde in de Sovjet-Unie een master in de biologie. Eenmaal terug in Afghanistan moest hij vluchten vanwege de opkomst van de moedjahedien. In 1993 kwam hij uiteindelijk in Nederland.
In een interview met onderwijsvakblad Maatschappij & Politiek gaat Azizi in op de politieke geschiedenis van Afghanistan en de lessen die het Nederlandse onderwijs hieruit kan trekken. Om zijn proefschrift te begrijpen, moet je de achtergrond ervan weten, vertelt Azizi. ‘In de jaren zeventig van de vorige eeuw was het leven in Afghanistan compleet anders. Het geloof speelde destijds ook een heel andere rol. Mensen geloofden wel, maar dit had een heel andere vorm: het geloof was ondergeschikt aan de staat en had daar ook geen politieke bemoeienis mee.’ De inval van eerst Rusland en vervolgens de Verenigde Staten veranderde alles: ‘Deze interventies hebben Afghanistan veranderd van een neutraal en gastvrij land in een bloedig strijdtoneel.’
Azizi duidt de huidige wereldproblematiek met de lens van burgerschap. ‘We hebben vandaag de dag niet meer alleen oorlogen en/of burgeroorlogen. Er is eerder sprake van een heuse wereldburgeroorlog. Burgers van over de hele wereld zijn ingehuurd om in Afghanistan en andere brandhaarden in de wereld te vechten. Tsjetsjeense burgers, Pakistani, inwoners van de Golfstaten, Afrikanen uit Mali en burgers uit nog zoveel andere landen.’
Aandacht in het onderwijs
Aan de hand van onder meer de huidige relatie tussen Nederland en Afghanistan gaat Azizi in zijn proefschrift in op het concept wereldburgerschap en het tekort aan aandacht daarvoor in het Nederlandse onderwijs. Hij stelt dat huidige globale situatie een nieuw concept van burgerschap vereist dat verder reikt dan alleen het klassieke burgerschap van de natiestaat. Daarom is het van belang dat als onderwijs jonge mensen tot burgers zou moeten vormen, dan heeft onderwijs in de huidige geglobaliseerde wereld ook de taak jonge mensen tot wereldburgers te vormen. Wereldburgerschap dient dan ook niet beschouwd te worden als vervanging van het nationale burgerschap, maar als noodzakelijke aanvulling erop.
‘Ik heb in mijn boek geprobeerd de ontwikkelingen sinds 2006 weer te geven. Wat is er sindsdien gebeurd en waarom stagneert het? De Onderwijsinspectie concludeerde in 2013 dat er op scholen weinig vorderingen zijn. De problemen waren het ontbreken van expliciete leerdoelen en schoolvisie en te weinig niveau. Scholen wisten ook niet wat het eindniveau moest zijn. De adviezen omvatte destijds meer ondersteuning voor scholen, verdieping in de kennis en vaardigheden van burgerschap en aanscherping van het curriculum. De eerste twee zijn niet gerealiseerd en voor de derde is momenteel het Curriculum.nu-traject gaande.’
Wanneer burgerschap niet op het menu van de leerlingen staat, denkt de leerling dat het niet belangrijk voor zijn voortgang is, zegt Azizi. ‘Zij weten daardoor ook niet wat burgerschap inhoudt. Daarnaast worden leerlingen ook nooit betrokken bij het maken van de nationale wetten en de schooleigen burgerschapsvisie. Hoe wil je een democratische cultuur realiseren als je op een niet democratische manier het schoolbeleid vormt? De leerling moet hierbij worden betrokken.’
Het proefschrift van Azizi is een product van een samenwerking tussen de Universiteit Leiden en de Universiteit voor Humanistiek en werd begeleid door respectievelijk Paul Cliteur en Wiel Veugelers. Azizi promoveerde in april 2020 en het was een van de eerste promoties die digitaal plaatsvond. ‘Zijn verdediging was helemaal in het begin van de lockdown, dus we zaten nog wat onwennig allemaal achter onze computer. Maar het is allemaal goed gekomen’, blikt Cliteur terug op de promotie.