Mariëlle Bruning: jeugd-ggz zou geen taak moeten zijn voor gemeenten
Steeds meer jongeren krijgen te maken met psychische problemen en de vraag naar ggz-hulp neemt flink toe. Maar er is onvoldoende hulp beschikbaar en dat heeft grote gevolgen voor deze jongeren.
Het aantal crisismeldingen is met 30-60 procent gestegen ten opzichte van voor de corona-periode, blijkt uit cijfers. Maar niet iedereen krijgt meteen de juiste hulp. Er moet daarom dringend wat veranderen binnen de geestelijke gezondheidszorg, zegt hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning in de Wendy. 'Dit systeem is heel schadelijk voor jongeren die echt acute hulp nodig hebben.'
Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk gesteld voor de ggz-jeugdhulp. Daardoor mag elke gemeente op zijn eigen manier de inkoop van de zorg regelen. 'Het is raar dat je als jongere afhankelijk bent van waar je woont. De één kan binnen zes weken een behandeling krijgen, terwijl de ander misschien wel een half jaar moet wachten op hulp.' Maar moet deze verantwoordelijkheid wel gelegd worden bij de gemeente? 'Ik vraag mij af of iedere gemeente wel voldoende deskundigheid heeft om hierover te beslissen’, zegt Bruning. 'Het is echt een groot probleem. Er is te weinig geld, maar misschien ook te weinig kennis. De gemeente moet dit niet regelen.'