Mariëlle Bruning over uithuisplaatsingen na toeslagenaffaire
1115 kinderen van slachtoffers van de toeslagenaffaire zijn uit huis geplaatst. Dat mag officieel nooit alleen te maken hebben met de financiële situatie van de ouders, zegt hoogleraar jeugdrecht Mariëlle Bruning, maar dat blijkt een papieren werkelijkheid.
Volgens het CBS zijn ruim 1000 kinderen tussen 2015 en 2020 uit huis geplaatst. Maar de toeslagenaffaire begon al veel eerder (rond 2005) dus mogelijk gaat het om nog veel meer kinderen van ouders die verwikkeld raakten in de toeslagenaffaire. 'Het is een hoog cijfer, maar wel lastig te duiden", zegt hoogleraar jeugdrecht Mariëlle Bruning bij EenVandaag.
Slachtoffers van de toeslagenaffaire kregen te maken met tienduizenden euro's schuld nadat ze waren beschuldigd van fraude, omdat ze onrechtmatige kinderopvangtoeslag zouden hebben ontvangen. Dit geld moest worden terugbetaald. Mensen raakten hierdoor hun baan kwijt, hun huis, kregen psychische problemen en er werden dus ook kinderen uit huis geplaatst.
Of het aantal uit huis geplaatste kinderen te maken heeft met de toeslagenaffaire is volgens Bruning lastig te zeggen. 'Op dit moment is dat eigenlijk nog niet vast te stellen, daarvoor moet er eerst beter naar die zaken gekeken worden.'
Wettelijk mogen financiële problemen geen reden zijn om een kind uit huis te plaatsen, zegt Bruning. Maar de praktijk blijkt ingewikkeld: 'De overheid heeft de plicht om te zorgen voor geld en huisvesting, maar in Nederland zie je dat dat vaak niet wordt waargemaakt.'
Mariëlle Bruning kwam over hetzelfde onderwerp ook aan het woord bij het NOS Jeugdjournaal. Bekijk de uitzending hier terug (eerste item).