Toon Kerkhoff in het AD naar aanleiding van de gebeurtenissen rondom de Haagse gemeenteraad
Onlangs kwam Haags raadslid Arnoud van Doorn in opspraak. Maar waar dit raadslid kan blijven zitten, gelden voor bestuurders als Richard de Mos andere regels. Toon Kerkhoff, docent bestuurskunde aan de FGGA, gaat in een artikel van het AD in op dit contrast.
Arnoud van Doorn, raadslid in Den Haag, werd laatst aangehouden op verdenking van het voorbereiden van een moordpoging op premier Rutte. Deze zaak werd al snel geseponeerd, maar Van Doorn werd ook veroordeeld voor het aanzetten tot geweld tegen ‘vijanden van de islam’. Toch blijft de voorman van Partij van de Eenheid lid van de raad. Wethouder Richard de Mos werd door diezelfde raad weggestuurd toen hij verdacht werd van van corruptie en omkoping. Volgens Kerkhoff is dit een interessant contrast. Wethouders worden vaak met een integriteitstoets ‘doorgelicht’, al is dat nu nog vrijwillig. Er ligt wel een voorstel om dat verplicht te stellen, maar dat is nog niet door de Tweede Kamer aangenomen.
Verplichte integriteitstoets?
In het artikel wordt de vraag gesteld of er een verplichte integriteitstoets moet komen. Volgens Kerkhoff is dit een lastige kwestie. Hij zegt hierover: 'Aan de ene kant kan je zeggen dat er niet zoveel Richard de Mossen zijn, dus is het wel nodig? En als je het invoert, waarom dan niet voor raadsleden? Natuurlijk, wethouders hebben meer invloed, hoge bomen vangen meer wind. Dus ja, dan moet je nog secuurder kijken naar wel of geen onbesproken gedrag. Maar ‘foute’ raadsleden schaden het aanzien van de raad en de politiek in het algemeen ook.'
Lees het hele artikel hier
Toon Kerkhoff is universitair docent bestuurskunde. Zijn werk wordt gekenmerkt door een continue historische benadering van kernvragen in de bestuurskunde en de politiek; voornamelijk op het gebied van corruptie, integriteit, publieke waarde(n) en hervorming van de publieke sector en de overheidsdienst.