'Kamervoorzitter had moeten ingrijpen om uitingen Wilders'
In de Tweede Kamer is onrust ontstaan over uitingen van PVV-leider Geert Wilders. Tijdens een debat liet hij zich uit over de afkomst van de minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz-Zegerius. Ook op Twitter maakte hij daarover opmerkingen.
In het NPO Radio 1-programma Goed Ingelichte Kring sprak hoogleraar Staats- en Bestuursrecht Wim Voermans over de kwestie. 'Buiten het parlement zou je zoiets niet mogen zeggen. Daarvoor kun je strafrechtelijk worden vervolgd. Als je groepen in een hoek gaat drukken, en daar heeft Wilders al eens mee te maken gehad, dan kun je dat buiten het parlement niet zeggen.'
Maar binnen het parlement, zegt de grondwet, kun je tijdens een vergadering eigenlijk zeggen wat je wil. Daar kan de strafrechter niet bij, aldus Voermans. 'Wat een politicus op Twitter doet of zegt, valt buiten de vergadering. Daarvoor ben je strafrechtelijk aansprakelijk. Maar wat hij in die tweet zegt, valt net binnen de grenzen. Dat geldt niet voor wat hij tijdens de vergadering zei. Het idee is dat Kamerleden of de Kamervoorzitter dan ingrijpen.'
De nieuwe norm in de Kamer is dat ieder zich tijdens de vergadering gedraagt op een manier die getuigt van onderling respect en die geen afbreuk doet aan de waardigheid van het parlement. 'Dat was hier wel degelijk aan de orde. Er had dus ingegrepen moeten worden', zegt Voermans. 'Maar het enge is: we raken hieraan gewend, terwijl we hier nooit aan gewend hadden mogen raken. Het is nu moeilijk om de geest terug in de fles te jagen, maar het is wel dringend noodzakelijk.'