Hoe we langs de rand van de stikstof-afgrond lopen
Een nieuwe stikstofregel van de provincie Gelderland was aanleiding voor een interview met 'stikstofhoogleraar' Jan Willem Erisman op BNR nieuwsradio. Hij spreekt van een geitenpaadje dat nu nodig is omdat we nog wachten op gedegen landelijk of Europees beleid.
Gelderse boeren die stoppen mogen sinds 9 februari zeventig procent van hun stikstofrechten verkopen aan partijen die bijvoorbeeld een bouwvergunning nodig hadden. In de meeste andere provincies mocht dit extern salderen al eerder, maar er kwam kritiek op. In Bijvoorbeeld Overijsel mochten stoppende boeren hun volledige stikstofrechten verkopen, terwijl die vaak ruimer waren dan zij zelf gebruikten. Het resultaat: méér stikstofuitstoot in plaat van minder.
Geen enorme winst
De Gelderse aanpak voorkomt dat, maar volgens Erisman is het ook weer geen enorme winst voor de natuur. 'Dertig procent gaat terug naar de natuur van die gestopte boer, dat is op de hoeveelheid stikstof die we hebben heel beperkt.'
Provincies mogen sinds 2019 zelf de beleidsregels ten aanzien van stikstof invullen. Erisman heeft begrip voor de Gelderse aanpak: de provincie moet immers mogelijkheden creëren om vergunningen te kunnen verlenen voor bouw of uitbreiding van boerenbedrijven waar dat kan. We zijn in afwachting van langetermijnbeleid vanuit de landelijke overheid.
Geitenpaadjes
'Die plannen zijn er wel, en er is 25 miljard voor gereserveerd, maar de uitvoering ervan kost gewoon tijd', aldus Erisman. 'Tot die tijd moeten we allerlei geitenpaadjes bewandelen of lopen we langs de rand van de afgrond, om te zorgen dat we toch die vergunningen kunnen afgeven. Het langetermijnbeleid moet ervoor zorgen dat we een grotere afstand tot de afgrond kunnen nemen.'