Mariëlle Bruning over uithuisplaatsingen bij Toeslagenaffaire-gezinnen
De uithuisgeplaatste kinderen van de Toeslagenaffaire zijn nog altijd niet terug in hun gezin. Het gaat om ongeveer 1100 kinderen die tussen 2015 en 2020 uit huis zijn geplaatst en nog altijd niet zijn herenigd met hun ouders.
Uit Kamervragen blijkt dat het ministerie niet weet of er al kinderen zijn teruggeplaatst. Wel is er contact met een aantal gezinnen. Kinderen zouden niet alleen vanwege financiële problemen, zoals schulden, uit huis geplaatst mogen worden. Wel brengen schulden stress en druk mee voor een gezin. Kinderrechters mogen alleen toetsen of de ontwikkeling van een kind in gevaar is. Maar waardoor dat komt, weten ze niet want kinderrechters hebben geen toegang tot andere dossiers.
En haast is geboden, zegt hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning bij EenVandaag. 'Als bijvoorbeeld jonge kinderen al een hele tijd geleden uit huis zijn geplaatst, dan kan het zijn dat ze het zo fijn hebben in het pleeggezin en het daar goed doen, dat het in het belang van het kind is om het daar te laten. Dus hoe langer de uithuisplaatsing duurt, hoe kleiner de kans dat de kinderen terugkeren in het gezin.'
Instellingen weten niet welke ouders zijn gedupeerd. Ouders moeten vanwege de privacywetgeving zelf aan de bel trekken. Vanaf komende maand is er een team op de been, bestaande uit 22 mensen, dat de gezinnen moet begeleiden in dit traject. Is dat genoeg? Nee, denkt Bruning. 'Ik ben bang dat het systeem dat we nu hebben, waarbij te weinig mogelijkheden zijn voor grootschalige ondersteuning, dat dat ertoe kan leiden dat ouders geconfronteerd worden met de situatie waarbij hun kinderen niet meer kunnen terugkeren in het gezin.'
Bekijk hier de uitzending van EenVandaag (item begint op 6.20)