Carola Schoor in Het Parool over ‘Door inquisitiedemocratie is de nieuwe bestuurscultuur verder weg dan ooit’
De hevige ondervraging van Sigrid Kaag door de pers, of het emotionele debat over de Russische sancties met Wopke Hoekstra – steeds vaker worden politici ad hominem aangesproken. En dat is gevaarlijk, bepleit Carola Schoor, programmaleider bij het Centre for Professional Learning, want daar ligt volgens haar nou net de grens tussen kritisch ondervragen en een inquisitiedemocratie.
Twintig jaar na de moord op Fortuyn lijken we in elk geval géén les te hebben getrokken uit de klacht van Fortuyn dat hij werd ‘gedemoniseerd’. Daarmee bedoelde Fortuyn dat men niet inging op zijn argumenten, maar dat hij werd weggezet als een slecht mens. Een ‘ad hominem’ drogreden heet dat in de retorica. Een grote zonde volgens Aristoteles, want drogredenen bevatten denkfouten; ook goede mensen doen soms slechte dingen en andersom. Dergelijke aanvallen leiden slechts af van waar het om gaat: inhoudelijke argumenten.
Persoonlijke aanval als handelsmerk
Helaas is juist het tegendeel gebeurd. Persoonlijke aanvallen zijn tegenwoordig eerder regel dan uitzondering. Geert Wilders en Thierry Baudet hebben er hun handelsmerk van gemaakt en worden daarin gedoogd uit angst om – hoe wrang – te demoniseren. Sinds kort wordt grove taal in de Kamer geproblematiseerd, maar taal is op zich niet het probleem; het zijn de persoonlijke aanvallen. Die zijn inmiddels zo ingeburgerd dat ook middenpartijen eraan meedoen. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop Sigrid Kaag werd aangevallen over de terugtrekking uit Afghanistan, of bij haar verklaring over ongewenst gedrag binnen haar partij. Of de manier waarop Wopke Hoekstra de oren werd gewassen over de sancties tegen Rusland. Dat ging niet alleen om de inhoud. De emoties liepen hoog op en waren vooral gericht op de persoon.
Van een veilige publieke ruimte waar iedereen rationele argumenten kan inbrengen, is allang geen sprake meer. Het politieke klimaat is verhard, onacceptabel verhard zelfs. Dit lijkt steeds meer op een inquisitiedemocratie. Zelfs excuses zijn niet genoeg; als de woordenstrijd is gewonnen, moeten politici ook nog persoonlijk bloeden. En imago’s moeten gebroken, want elke bestuurder is een heks of een boef. Aangestoken door de hetze die uit extreemrechtse hoek wordt aangewakkerd, laat ook de pers steeds vaker haar objectieve houding varen en stelt zich op als een ‘inquisitiejournalistiek.’ Het politieke klimaat wordt hiermee steeds onveiliger voor iedereen, ook voor journalisten overigens.
Verder lezen? Lees het gehele artikel hier.
Tekst: Carola Schoor
Beeld: ANP/KIPPA SANDER KONING
Politiek bestuurlijke sensitiviteit in tijden van polarisatie
De politiek is de laatste decennia verhard onder invloed van populisme en polarisatie. Bestuurders komen sneller dan ooit onder vuur. Van ambtenaren wordt verwacht dat ze zich kunnen inleven in de precaire positie van een bestuurder en anticiperen op gevoeligheden. Immers, een memo of snel gestuurde email kan al het einde van een bewindspersoon betekenen. Andersom zullen bestuurders een beleidsnotitie – hoe belangrijk die ook is – alleen oppakken als die past in de heersende politieke stemming. Het helpt dan als je daar bij het schrijven al rekening mee houdt. Hiermee is Politiek Bestuurlijke Sensitiviteit tegenwoordig meer dan ooit een kerncompetentie behorend bij het vak van elke ambtenaar.
Meer informatie hierover? Bekijk onze leergang 'Politiek bestuurlijke sensitiviteit in tijden van polarisatie' die van start gaat op 9 juni