Minder is beter in mijnbouw
Voor de energietransitie hebben we een hoop zeldzame aardmetalen nodig. Dat vereist niet alleen een duurzame winning, maar ook efficiënt gebruik en hergebruik. René Kleijn van het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) is de eerste Nederlandse hoogleraar Toekomstbestendige Grondstofvoorziening. In het AD vertelt hij over deze nieuwe leerstoel. ‘In principe kan je al die metalen eindeloos hergebruiken.’
‘Nederland is geen land met mijnbouw, maar een leerstoel die zich bezighoudt met toekomstgerichte levering van grondstoffen past natuurlijk bij deze tijd’, zegt Kleijn. ‘De energietransitie vraagt om een ander energiesysteem, bijvoorbeeld om beheer van voorraden metalen in de maatschappij.’ Kleijn richt zich daarbij op het hele traject van materiaal- en energiestromen. ‘Van de ontginning van grondstoffen, de toepassing ervan tot het hergebruik.’
Producten anders bouwen en gebruiken
Een paar dingen zijn daarbij heel belangrijk, aldus Kleijn. ‘Allereerst “minder is altijd beter”. Minder consumptie, minder materiaal- en energiegebruik.’ Ook gaan we er altijd vanuit dat de energietransitie voor méér mijnbouw zorgt. Dat is een misconceptie. ‘Onderzoek wijst uit dat we juist op weg zijn naar minder mijnbouw. Zeker als we metalen recyclen. Vanaf de eerste dag dat je de windmolens bouwt, is er al minder mijnbouw nodig. Dan spaar je meteen de eerste kolen uit voor de kolencentrale.’ Ook is het belangrijk om producten anders te bouwen en gebruiken. ‘We moeten ervoor zorgen dat je die aan het eind van de rit kunt recyclen of ergens een tweede leven kunt geven.’
Meer weten?
Lees het volledige artikel op de website van het AD (€).