Promovendus Joris van de Riet: 'Studentenverenigingen zijn een verrijking, knijp ze niet af'
De plannen van het kabinet-Schoof voor een langstudeerboete zorgen voor veel ophef. Promovendus Joris van de Riet schreef er een opinieartikel over voor Trouw. Een langstudeerboete kan desastreuze gevolgen hebben voor studentenverenigingen.
De langstudeerboete is controversieel. Hij zou voor meer keuzestress en prestatiedruk zorgen bij studenten. Onderwijsprofessionals vrezen dat een studie straks alleen nog maar weggelegd is voor jongeren met rijke ouders. Joris van de Riet belicht in zijn opiniestuk dat er nog een nadeel aan de langstudeerboete hangt. Hij maakt lidmaatschap bij een studentenvereniging een stuk minder aantrekkelijk: 'Veel studenten zullen thuis blijven wonen in plaats van naar een andere stad te verhuizen. Studenten díe desondanks alsnog lid worden bij een vereniging zullen zich wel twee keer bedenken voordat ze een commissie of een bestuursjaar gaan doen. Bovendien, alle tijd die ze besteden aan een vereniging kan niet worden besteed aan studeren. Studenten zullen zich minder buiten hun huis en hun studie begeven.'
Van de Riet is zich ervan bewust dat niet iedereen het een gemis zal vinden als er minder animo is voor studentenverenigingen: 'Afgaand op de nieuwsberichten zou je kunnen gaan denken dat het studentenleven vooral bestaat uit drank, geweld en seksisme. Niet verwonderlijk dus, dat met enige regelmaat de oproep klinkt om de beurzen voor bestuursleden van studentenverenigingen af te schaffen of om studentenverenigingen zelfs helemaal te verbieden. Dit soort oproepen gaat uit van een verkeerd beeld van studentenverenigingen.'
Van de Riet benadrukt daarom ook de positieve lessen en levenservaring die studenten opdoen bij een studentenvereniging: 'Verenigingen bieden hun leden de mogelijkheid om activiteiten te organiseren, een jaarboek uit te geven, reisjes te organiseren en zo meer. Dit soort activiteiten laat studenten, voordat ze het ‘echte leven’ in gaan, kennismaken met het organiseren van projecten, het opstellen van begrotingen en het werken in commissieverband.'
Lees het hele opiniestuk in Trouw.
Foto: Unsplash+