De rol van chemische wapens in het Oekraïne-conflict
Anneleen van der Meer, universitair docent bij het Institute of Security and Global Affairs (ISGA), bespreekt het vermeende gebruik van chemische wapens door Rusland in Oekraïne naar aanleiding van de dood van de Russische generaal Igor Kirillov in een artikel voor The Conversation.
Kirillov was de commandant van de Russische Stralings-, Chemische en Biologische Beschermingstroepen en werd beschuldigd de inzet van illegale chemische wapens in Oekraïne te hebben gecoördineerd. Van der Meer benadrukt dat de Oekraïense SBU-veiligheidsdiensten de verantwoordelijkheid voor de aanval hebben opgeëist en Kirillov als een legitiem doelwit bestempelden vanwege zijn oorlogsmisdaden.
De context van chemische wapens in het aanhoudende conflict is belangrijk. Van der Meer wijst erop dat hoewel chemische wapens al bijna een eeuw verboden zijn, er onbevestigde meldingen zijn van het gebruik ervan door Russische troepen al vanaf april 2022. Ze stelt: 'We hebben gezien dat het front lange tijd statisch is geweest, en door dit soort wapens te gebruiken, proberen de Russen mogelijk een doorbraak te forceren'. Van der Meer merkt verder op dat de VS Rusland heeft beschuldigd van het gebruik van traangas en chloorpicrine, een giftige zenuwirriterende stof.
Van der Meer vermeldt dat het gebruik van chemische wapens een tweeledig doel dient: tactisch voordeel en het signaleren van verzet. 'Dit heeft effecten die verder gaan dan het slagveld, het wekt angst op bij Oekraïense verdedigers maar daagt ook Oekraïne's eigen toewijding uit om zich aan de regels te houden'. Ze benadrukt dat elk gebruik van chemische wapens in conflicten het internationale recht schendt, ongeacht het specifieke middel dat wordt gebruikt.
Lees het volledige artikel op de website van The Conversation (in het Engels).