Sociaal
In memoriam: Bram Pleysier
Op 1 maart jl. overleed mr. A.J.H. Pleysier op drieëntachtigjarige leeftijd. Bij zijn afscheid van de juridische faculteit in 2004 werd ter ere van hem een symposium georganiseerd over 2000 jaar eigendom en beperkte rechten. Hij had toen het onvoorstelbare aantal van vijfenveertig dienstjaren bij de Leidse juridische faculteit achter de rug. Bram begon zijn wetenschappelijke carrière op 1 januari 1959 als student-assistent van prof. M. David ten behoeve van de colleges in het Bijbels recht. Nadat hij geslaagd was voor zijn doctoraalexamen stelde David hem aan als doctoraalassistent, met het oog op een promotie op het grensgebied van het Bijbelse en het Romeinse recht. Daarop volgden de positie van medewerker Romeins recht bij prof. mr. Feenstra en – in 1977 – de overgang naar de notariële afdeling, destijds onder leiding van prof. mr. M.J.A. van Mourik. Na het vertrek van Van Mourik zette Bram zijn hoofdmedewerkerschap in het notariële recht voort bij de hoogleraren Soons en Huijgen.
Bram had de gave om juridische leerstukken op beeldende wijze inzichtelijk te maken. Om de bewijskracht van een notariële akte te verduidelijken, gebruikte hij altijd een voorbeeldakte waarin de comparant verklaarde dat de maan van boterkoek is. Wat een afhankelijk recht is vergeet men ook niet snel als men te horen krijgt dat dit recht het hoofdrecht volgt, ‘zoals een hondje zijn baas, behalve een teckel’.
Het lijdt geen twijfel dat Bram Pleysier op generaties Leidse studenten een onuitwisbare indruk heeft gemaakt.