Universiteit Leiden

nl en

Financiën, Onderzoek

Stand van zaken nieuwe voorwaarden startersbeurzen

16 juli 2024

Het Ministerie van OCW heeft in december 2023 nieuwe voorwaarden gepubliceerd voor de inzet van de startersbeurzen. In dit bericht geven we informatie over wat dat betekent voor de manier waarop deze beurzen binnen FGW ingezet worden.

Wat zijn de startersbeurzen?

In 2022 is het instrument startersbeurzen door het ministerie van OCW geïnitieerd. In 2023 en 2024 heeft de Faculteit Geesteswetenschappen een bedrag van € 3 miljoen aan startersbeurzen ontvangen. Deze beurs is bestemd voor een startende UD. Deze UD ontvangt een beurs ter hoogte van € 256.000 (prijspeil 2024) met als doel om de werkdruk te verlagen en onderzoektijd te vergroten. De ontvanger van een startersbeurs heeft vrijheid van besteding. De enige uitzondering is vrijstelling van onderwijs, wat gemaximeerd kan worden door het instituut. 

Omdat de afgelopen jaren een groot aantal nieuwe UD’s is gestart bij de Faculteit Geesteswetenschappen, kan niet iedereen tegelijkertijd een startersbeurs ontvangen. De beurzen worden om die reden jaarlijks gefaseerd toegekend en verdeeld over de instituten. De hoogte van de jaarlijkse tranche die beschikbaar is, bepaalt het aantal beurzen. Het instituut bepaalt vervolgens wie in aanmerking komt om een startersbeurs aan te vragen. De hierbij gehanteerde uitgangspunten kunnen verschillen tussen instituten.

In 2023 zijn een groot aantal startersbeurzen toegewezen die in 2023 en 2024 zijn gestart. In 2024 zijn nog een beperkt aantal beurzen beschikbaar binnen het budget dat voor 2024 door FGW ontvangen is. Een UD die in aanmerking komt voor een startersbeurs, wordt door het instituut geïnformeerd of een beurs aangevraagd kan gaan worden.

Toekomstperspectieven en afwegingen

Het Faculteitsbestuur heeft in overleg met de instituten besloten om iedere nieuwe UD met een vaste aanstelling van minimaal 0,7 fte vanaf 1 januari 2022 een startersbeurs van € 256.000 (prijspeil 2024) te geven.

Er kunnen op enig moment meer startende UD’s zijn aangenomen dan er startersbeurzen beschikbaar zijn. Tevens zijn de landelijke ontwikkelingen t.a.v. de bezuinigingsmaatregelen in het hoger onderwijs van belang. Hierdoor behoudt het faculteitsbestuur het recht om het beursbedrag op enig moment aan te passen of in te trekken.

Het Faculteitsbestuur heeft dit besluit genomen op basis van de beschikbare informatie. Het uitgangspunt is om als faculteit zo optimaal mogelijk te profiteren van de startersbeurzen en om de beurzen zo eerlijk mogelijk te verdelen. Bij veranderend beleid vanuit OCW, is het mogelijk nodig om de manier van inzet van startersbeurzen te herzien. 

Voor vragen over de startersbeurzen kun je terecht bij de Instituutsmanager van jouw instituut.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.