Leiden Classic: Bibliotheca Thysiana: een 17e-eeuwse tijdmachine.
Van ooit omstreden wetenschappelijke werken en historische bijbels tot persoonlijke boodschappenbriefjes en kledingnota’s. De 17e-eeuwse Bibliotheca Thysiana en het archief van verzamelaar Johannes Thysius onthullen het intellectuele én alledaagse leven van zijn tijd. Een nieuwe digitale inventaris zal leiden tot meer ontdekkingen.
Eerste openbare bibliotheekgebouw
Het is een van die zeldzame plekjes waar de tijd echt
volledig stil lijkt te staan. Op de hoek van het Rapenburg en de Groenhazengracht in Leiden staat sinds 1657 het eerste openbare bibliotheekgebouw van Nederland. De bibliotheek leed jarenlang een wat sluimerend bestaan omdat er geen goede inventaris was. Maar dat is nu veranderd.
Nieuwe digitale inventaris
Sinds begin 2014 is er een nieuwe digitale inventaris
beschikbaar via de website van de Universiteitsbibliotheek. Nu pas wordt goed duidelijk wat er allemaal te vinden is in het 15 meter omvattende archief van de bibliotheek en van verzamelaar Johannes Thysius (1622-1653) en zijn familie. ‘Hierdoor kan er nog veel meer ontdekt worden’, aldus curator Paul Hoftijzer. Hij is in Leiden bijzonder hoogleraar geschiedenis van het Nederlandse boek in de vroegmoderne tijd.
Omstreden werk van buurman Descartes
Hoftijzer benadrukt de rijke verscheidenheid van de collectie. ‘Thysius had een enorm brede belangstelling. Hij verzamelde heel uiteenlopende wetenschappelijke geschriften: van klassieke teksten en middeleeuwse manuscripten tot wetenschappelijke werken uit zijn eigen tijd. Hij had bijvoorbeeld boeken van de omstreden filosoof Descartes die in die tijd ook in Leiden, drie panden verderop, woonde.
Goud voor historici
Daarnaast liet Thysius ook zijn eigen familiearchief
na met daarin onder andere brieven, reisverslagen en kasboeken. ‘Hierdoor weten we wat hij kocht en hoeveel hij bijvoorbeeld uitgaf aan zijn kleding, waaronder de onder studenten populaire ‘Japonse rok’. Het archief geeft informatie over het alledaagse leven dat vaak niet of slecht gedocumenteerd is. Dit is goud voor historici.’
Oorspronkelijke boekbanden
Leids boekhistoricus Erik Kwakkel noemt de collectie een ‘tijdmachine’: ‘Bibliotheca Thysiana transporteert een collectie boeken uit de 17e eeuw in zijn oorspronkelijke vorm naar vandaag de dag. De collectie biedt inzicht in de literaire smaak van een goedopgeleide persoon uit die tijd.’ Voor zijn onderzoek is de collectie van belang vanwege de vele oorspronkelijke boekbanden uit de vroegmoderne tijd.
Verborgen lading
Een bonus voor mediëvisten is de verborgen middeleeuwse lading in de banden. Kwakkel: ‘Boekbinders gebruikten versneden oude manuscripten bij het binden van boeken. Uit de Thysiana-banden zijn honderden van dergelijke middeleeuwse papieren en perkamenten fragmenten tevoorschijn gekomen, inclusief een deel van een grafelijk archief uit Duitsland.’ Dit materiaal is ontdekt tijdens een gezamenlijk werkcollege van Kwakkel en Hoftijzer. Het bevat officiële documenten, maar bijvoorbeeld ook boodschappenbriefjes met het verzoek om rozen van het platteland mee te nemen. Juist dit soort informatie is zelden bewaard.
Boeken opvraagbaar
Vanwege de kostbare collectie en de kwetsbaarheid van het pand is deze historische bibliotheek aan het Rapenburg niet zomaar toegankelijk. De boeken zijn opvraagbaar, maar worden naar de Universiteitsbibliotheek gebracht waar ze ter inzage liggen. En wie het pand wil bezichtigen moet vooraf een afspraak maken. Hoftijzer: ‘We eerbiedigen de laatste wens van Thysius dat zijn collectie een publieke functie heeft. Maar tegelijkertijd moeten we de verzameling en het pand ook beschermen. Het is een precaire balans.’
Tragische ontstaansgeschiedenis bibliotheek
Jan Thijs, zoon van een steenrijke koopman, werd op zijn twaalfde wees. Hij trok in bij zijn oom Constantin l’Empereur, hoogleraar Oosterse talen. Studenten in die tijd latiniseerden hun naam en daarom noemde Jan Thijs zich sinds zijn rechtenstudie Johannes Thysius. Helaas overleed de gepassioneerde boekliefhebber al op 31-jarige leeftijd. Op zijn sterfbed bepaalde hij dat zijn verzameling van ongeveer 2500 boeken en duizenden pamfletten gebruikt moet worden ‘tot publycque dienst der studie’. De verzameling moest komen te staan in een nieuw bibliotheekgebouw, waarvoor hij in zijn testament een aanzienlijk bedrag reserveerde. Sinds zijn dood is de collectie slechts in bescheiden mate uitgebreid.