Hoge Franse onderscheiding voor drs. Isabelle Van de Calseyde en dr. Sjef Houppermans
“Heel Frans en heel indrukwekkend.” Zo beschrijft drs. Isabelle Van de Calseyde de receptie op de Franse ambassadeursresidentie in Den Haag, op 2 juni 2015, waarbij zij en dr. Sjef Houppermans een onderscheiding gekregen hebben voor hun uitzonderlijke verdiensten voor de Franse taal en cultuur. Beiden zijn benoemd tot officier de l’Ordre national du Merité.
Houppermans is verbonden aan de opleiding Franse taal en cultuur en houdt zich voornamelijk bezig met Franse en francofone literatuur van de zeventiende eeuw tot nu. Van de Calseyde was, tot voor kort docente zakelijk en juridisch Frans bij dezelfde opleiding
Hoffelijkheid, gastronomie en prachtige toespraken
Ook Houppermans was onder de indruk van de receptie: “De bijeenkomst rond de uitreiking was heel sfeervol. We mochten een ruime keus aan genodigden aanwijzen, die met veel Franse hoffelijkheid en gastronomische finesse werden onthaald.” De toespraken van de Franse ambassadeur, Laurent Pic, vonden ze allebei heel mooi. Van de Calseyde: “Zijn verhaal had een goede opbouw, de woordkeuze was prachtig en de daaropvolgende benoeming tot Officier in de Nationale Orde van Verdienste – of je het nu wel of niet relativeert – imposant.”
Dichtbij, maar verschillend
Beiden koesteren zij een grote liefde voor de Franse taal en cultuur. Van de Calseyde vindt vooral de verschillen tussen de twee talen erg interessant en ziet het nader bij elkaar brengen van de talen en culturen als een constante uitdaging. “Frankrijk en Nederland liggen relatief dicht bij elkaar, maar de taal en cultuur verschillen enorm van elkaar. Als je verschillende aspecten nader bekijkt, zoals de beleving van tijd in woord en geschrift, de omgang met hiërarchie, de beleving van zekerheid en onzekerheid, heb je te maken met een masculiene of een feminiene maatschappij, en zo zijn er nog legio zaken die sociologen bestuderen. Je ontdekt dan dat haast alle items recht tegenover elkaar staan.”
Wanneer je de taal nader bestudeert, ontdek je volgens Van de Calseyde hetzelfde. Zo bestaat het Frans uit open lettergrepen, terwijl het Nederlands daarentegen uit gesloten lettergrepen bestaat. “Dat heeft voor beide talen verstrekkende gevolgen voor bijvoorbeeld een correcte uitspraak.” Met meer dan vijfentwintig jaar ervaring in het geven van Frans voor het Nederlandse bedrijfsleven, vond Van de Calseyde het dan ook een enorme uitdaging om enerzijds mensen de taal te leren en anderzijds de Nederlandse zakenman of advocaat mee te geven dat men met een andere cultuur te maken heeft. En dat taal één van de middelen is om dit uit te drukken.” Tijdens haar werkzaamheden bij de opleiding Franse taal en cultuur vond ze het fantastisch om met studenten de verschillende facetten van de Franse maatschappij, en met name het zakenleven en juridische leven, te ontdekken en te zien hoe men zich uitdrukt in twee verschillende werelden.
Van enigmatische modernist tot speelse Minuit-auteur
Voor Houppermans speelt vooral de literatuur een belangrijke rol in zijn passie voor Frankrijk, ook al vormden de landschappen, de natuur, de architectuur, de muziek, het toneel en de gastronomie “evenveel redenen om er telkens weer naar te verlangen”. In de toespraak die hij na zijn onderscheiding hield, noemde Houppermans vijf auteurs die om uiteenlopende redenen belangrijk voor hem waren en zijn.
Als eerste auteur noemt Houppermans Raymond Roussel, “de enigmatische modernist”, aan wie Houppermans zijn proefschrift wijdde en van wie hij ook werk vertaalde. Roussel blijft hem tot op de dag van vandaag fascineren. Vervolgens schenkt hij aandacht aan Marcel Proust, “die een van de rijkste oeuvres van de twintigste eeuw schreef, waarvan reikwijdte en stilistische perfectie tot steeds nieuwe ontdekkingen leiden.” Daarna noemt Houppermans de auteur die volgens hem als geen ander de zoektocht van een auteur vormgegeven heeft naar mogelijkheden om de verwevenheid van individu en geschiedenis weer te geven: Claude Simon. Ook Samuel Beckett, “de Ierse Fransman of Franse Ier die met zijn toneel en zijn romans meedogenloos maar niet zonder compassie het menselijk gebrek aan de kaak stelt en ironiseert”, staat in zijn rijtje. Ten slotte noemt hij Jean Echenoz, die volgens hem de meest speelse Franse auteur uit de Minuit-school is, die op ludieke wijze onze maatschappij en haar media uitbeeldt met menig stilistisch hoogstandje.
We doen het samen
Beiden waren aangenaam verrast, toen zij in november 2014 het schrijven van de Franse Ambassade in Nederland ontvingen. Van de Calseyde: “Onderscheidingen zijn zaken die mij absoluut niet bezighouden. Je doet je werk en dat doe je goed. Overigens werk je altijd in een bepaalde context, met meerdere personen. Je bent van elkaar afhankelijk. Hiermee wil ik zeggen dat je die onderscheiding niet alleen verdient.”
Ook Houppermans noemt de samenwerking. Hij beschouwt de onderscheiding dan ook graag als een officiële uitdrukking van waardering voor allerlei vormen van samenwerking waar hij bij betrokken mocht zijn – “met collega’s in het onderwijs, onderzoek en organisatie; met studenten in algemene colleges en vooral in werkgroepen; met collega’s van andere universiteiten in binnen- en buitenland voor het organiseren of bijwonen van congressen en symposia, evenals het begeleiden en evalueren van promotietrajecten; en met uitgevers en redacteuren bij het verzorgen van boekenreeksen en tijdschriften.” Houppermans stelt zich voor om met de meeste van deze bezigheden verder te gaan na zijn pensioen (dat ingaat op 1 december aanstaande).
De kracht in verschillend zijn
Hebben ‘onze’ Officiers in de Nationale Orde van Verdienste nog nieuwe ideeën voor de uitwisseling tussen de Franse en de Nederlandse taal en cultuur? Houppermans: “Het is heel belangrijk voor alle soorten contacten, zowel bilateraal als in Europees verband, dat de kennis van de Franse taal en cultuur in Nederland op een goed niveau blijft. Daar is hoogwaardig onderzoek absoluut voor nodig, net als een gunstig klimaat binnen de universitaire opleidingen, met bijbehorende financiële middelen. Ook in het middelbaar onderwijs is het essentieel dat de lat hoog blijft liggen.” Verder zijn volgens hem goede vertalingen van een breed scala aan literaire werken en een goede promotie daarvan een geweldige stimulans. “Ik denk bijvoorbeeld aan de schitterende teksten van Patrick Modiano, winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur 2014, of aan de nieuwe Proustvertaling, maar ook aan de spraakmakende boeken van Michel Houellebecq.”
Van de Calseyde zou graag de volgende boodschap door willen geven: “Antoine de Saint-Exupéry zegt in
Pilote de Guerre, hoofdstuk XXV, « Si tu diffères de moi, mon frère, loin de me léser, tu m’enrichis ». Met andere woorden: verschillend van elkaar zijn kan een verrijking zijn. Als we dit ter harte nemen, dan zijn we al een heel end op de goede weg.”