Ab de Jong nieuwe wetenschappelijk directeur LIAS: ‘Ik voel me hier thuis’
Ab de Jong, hoogleraar vergelijkende godsdienstwetenschap, is sinds 1 september j.l. de wetenschappelijk directeur van het Leiden Institute for Area Studies (LIAS). We spraken hem over zijn plannen en de toekomst van het LIAS.
Een vertrouwde plek
‘Ik heb belangstelling voor alle regio’s die door het LIAS bestreken worden’. Het LIAS, dat zowel regiostudies als religiestudies herbergt, voelt voor De Jong als een vertrouwde plek. Met beide takken is hij bekend. ‘Ik kom zelf uit de religiewetenschappen en heb mij in Iran en Centraal-Azië gespecialiseerd. Binnen het LIAS voel ik me thuis.’
Zijn eerste taak als wetenschappelijk directeur? ‘Grip krijgen op het instituut’, antwoordt De Jong resoluut. En dat is makkelijker gezegd dan gedaan: ‘Ik wil niet in platitudes spreken, maar dat wordt echt wel een uitdaging. We bestrijken met zijn allen meer dan 5000 jaar geschiedenis en ook een complexe hedendaagse wereld. Ik hoop dat we er samen in slagen die volledige reikwijdte in stand te houden en te laten floreren.’
De drie kerndoelen: financiën, identiteit en werkdruk
Het LIAS heeft de komende jaren drie kerndoelen. ‘Het is een beetje cliché, maar punt één is een gezonde financiële toekomst. Dat is nou eenmaal heel belangrijk.’ Punt twee: het onderhouden van de identiteit en de saamhorigheid van het instituut. ‘Een instituut is geen natuurlijke aanwezigheid waarmee mensen zich identificeren – dat hoeft ook niet. We hoeven niet allemaal een soort collectief “LIAS-gevoel” te hebben, maar het is belangrijk dat er een breed gedeeld vertrouwen is dat het instituut iets voor de medewerkers betekent en vertegenwoordigt.’
Tot slot noemt De Jong het aanpakken van de werkdruk. ‘Een thema dat het LIAS overstijgt’, maar waar binnen het instituut veel aandacht voor moet zijn, aldus De Jong. ‘Binnen het LIAS hebben we kleine instrumenten die kunnen bijdragen aan het verlichten van de werkdruk. Het afgelopen jaar hebben we, waar mogelijk, personeel bijgezet en geëxperimenteerd met het opzetten van tutorgroepen voor eerstejaarsstudenten.'
'De komende tijd ga ik graag in gesprek met opleidingsvoorzitters over scriptiebegeleiding. We moeten kijken of scripties evenrediger onder docenten kunnen worden verdeeld. Soms is het zo dat de ene docent meer scripties moet begeleiden dan de ander, daar valt winst te behalen.’
‘Wetenschappers zijn in de eerste plaats mens’
Hoewel De Jong de drie punten – financiën, identiteit van het instituut en aanpakken van de werkdruk – graag als afzonderlijke aandachtspunten behandelt, ziet hij ook dat deze onderwerpen met elkaar verband houden. ‘Het LIAS is in tien jaar tijd ongelofelijk gegroeid. Dat is prachtig, maar door de groei en de overbelasting van medewerkers is er over de jaren weinig kans geweest om met elkaar in gesprek te gaan over zaken die ons binden. Het feit dat collega’s aanzienlijk overvraagd worden in hun onderwijs en begeleidingstaken stond in de weg van nadenken over hoe het allemaal met elkaar samenhangt. Daar zou ik graag een rol in willen spelen.’
Die groei ging soms gepaard met spanningen binnen het instituut. ‘Het LIAS heeft de reputatie een lastig instituut te zijn. We hebben inderdaad een moeilijke tijd achter de rug, maar er zijn binnen ons instituut veel warme en intellectueel uitdagende onderlinge contacten waar veel moois uit voortvloeit.'
'De belangrijkste les die ik aan studenten van een college wetenschapsgeschiedenis ooit meegaf, was dat wetenschappers in de eerste plaats mensen zijn; ze vertonen dus ook iedere denkbare vorm van menselijk gedrag. Dat geldt evenzogoed voor het LIAS, dat een complex instituut is met verschillende medewerkers. Het creëren van rust en een gevoel van veiligheid is een taak voor ieder managementteam, en daarmee zeker ook voor ons.’
Bovenal kijkt De Jong uit naar samenwerking met collega’s. ‘Het leukst aan mijn aanstelling vind ik om met zoveel mogelijk mensen te praten over waar ze mee bezig zijn en wat voor visie voor de toekomst zij hebben. Goed op de hoogte blijven van wat er allemaal gaande is hoort vanzelfsprekend bij mijn functie, maar ik ben eigenlijk vooral erg nieuwsgierig.’
Ab de Jong is per 1 september 2020 benoemd tot wetenschappelijk directeur van het LIAS voor een periode van drie jaar. Hij volgt Erik-Jan Zurcher op, die sinds 1 juni 2018 wetenschappelijk directeur was van het instituut, en Nira Wickramasinghe, die sinds diezelfde datum directeur onderzoek was van het LIAS.