Op weg naar een andere manier van erkennen en waarderen
Een betere balans tussen onderwijs- en onderzoekstaken, afrekenen met al te simplistische beoordelingscriteria en meer waardering voor teamprestaties. De paper ‘Academia in Motion’ van de stuurgroep Erkennen en Waarderen Universiteit Leiden kaart de belangrijkste knelpunten aan en komt met aanbevelingen.
Met Academia in Motion sluit de Universiteit Leiden aan bij het landelijke initiatief voor een nieuwe manier van erkennen en waarderen in de academische wereld. Want aan alle universiteiten zijn er zorgen over de hoge werkdruk, het gebrek aan transparantie in loopbaanbeleid en de kwaliteit van beoordeling. De paper is het resultaat van de vele gesprekken die de stuurgroepleden voerden binnen de faculteiten. Manon van der Heijden en Sarah de Rijcke zijn de voorzitters van de stuurgroep. Van der Heijden is wetenschappelijk directeur en hoogleraar aan het Instituut voor Geschiedenis. De Rijcke is hoogleraar Wetenschaps- en evaluatiestudies en directeur van het Centre for Science and Technology Studies. Wat willen ze bereiken?
Pak de disbalans in taken aan
Een belangrijk issue is de werkdruk. Die is mede zo hoog omdat er volgens hen te veel nadruk ligt op onderzoeksprestaties, terwijl onderwijs en maatschappelijke relevantie minder gewaardeerd worden. Van der Heijden: ‘De balans in die taken en de waardering voor die taken is niet evenwichtig. Dat is problematisch als je uhd wilt worden en je alleen wordt beoordeeld op je onderzoek terwijl tachtig procent van je verplichtingen uit onderwijs bestaat.’
Reken af met al te simplistische criteria
Een ander groot euvel is de manier waarop de kwaliteit van het onderzoek gewaardeerd en gemeten wordt. Dat gebeurt dikwijls met al te simplistische kwantitatieve indicatoren. Zoals het aantal wetenschappelijke publicaties en de journal impact factor, de maat die aangeeft hoe vaak een wetenschappelijk tijdschrift geciteerd wordt. De Rijcke: ‘Deze wordt nu ook gebruikt om individuele onderzoekers te beoordelen terwijl het de facto een tijdschriftmaat is. Het risico van het gebruik van niet-passende eendimensionale maten is een mogelijke verenging van de inhoudelijke onderzoeksruimte.’ In evaluaties zouden alleen passende criteria moeten worden gebruikt, en er zou meer ruimte moeten zijn voor de kwaliteit en creativiteit van medewerkers.
Waardeer meer de teamprestaties
Academia in Motion pleit tevens voor meer waardering van teamprestaties. Van der Heijden: ‘In Leiden is er veel aandacht voor de ambities van de briljante wetenschapper die veel waardering krijgt, maar die prestaties kunnen mede zo goed zijn omdat iemand functioneert in een goed team of instituut. Te veel aandacht voor de prima donna’s gaat ten koste van het team.’ De Rijcke vult aan: ‘In een training voor een individuele subsidie moest ik bijvoorbeeld afleren om “we” te zeggen omdat ik dan minder kans zou maken. Dat deed de waarheid geen recht.’ Gelukkig zijn subsidieverstrekkers als NWO en koepelorganisatie als de VSNU en de KNAW ook van mening dat het systeem anders moet en werken ze aan een andere manier van aanvragen en beoordelen.
Reactie vicerector Hester Bijl
Academia in Motion heeft de volledig steun van het college van bestuur. Vicerector Hester Bijl staat achter de bevindingen van de stuurgroep en is blij dat de paper helder de ambities en belangrijkste obstakels aankaart. Bijl zegt in een reactie: ‘Deze paper biedt goede aanknopingspunten om een noodzakelijke cultuurverandering in gang te zetten. De komende tijd gaan we verder met elkaar in gesprek hoe dat concreet vorm kan krijgen. Natuurlijk is dit niet iets wat je even uitrolt, maar het begint bij erkenning van de problemen en meer bewustzijn in de hele organisatie hoe we zaken anders aan kunnen pakken.’
Deel best practices en erken de verschillen
Zowel Bijl als Van der Heijden en De Rijcke wijzen op de vele goede initiatieven die er al zijn. Zo zijn landelijk het Senior Kwalificatie Onderwijs-programma en de uhd-bevorderingstrajecten al belangrijke blijken van meer waardering voor het onderwijs en daarnaast zijn er diverse facultaire initiatieven. De Rijcke: ‘De kunst is om de goede voorbeelden zichtbaarder te maken en beter met elkaar te delen.’ Maar dat wil niet zeggen dat het one size fits all wordt. De paper benadrukt juist ook dat rekening moet worden gehouden met de verschillen tussen vakgebieden en instituten.
Sla bruggen naar het strategisch plan
De stuurgroep hoopt in februari dit jaar een enquête uit te zetten over differentiatie in loopbanen, transparantie en leiderschap. Mogelijk komen er focusgroepen die de plannen verder gaan uitwerken. De Rijcke: ‘Als de stuurgroep klaar is, is het proces niet klaar, maar dan zijn er handvatten en scenario’s voor de mogelijke vervolgstappen. En er kunnen mooie bruggen worden geslagen naar het strategisch plan van de universiteit en die van de faculteiten.’ Van der Heijden vult aan: ‘Het is een langetermijnontwikkeling die op basis van een breed draagvlak in stapjes gezet zal worden.’
Deel ervaringen in landelijke beweging
Daarnaast staan De Rijcke en Van der Heijden in nauw contact met de voorzitters van vergelijkbare stuurgroepen aan andere Nederlandse universiteiten en is er regelmatig internationaal overleg. Van der Heijden: ‘Er wordt dus veel informatie uitgewisseld over goede praktijken en ieders aanpak in erkennen en waarderen. De Rijcke: ‘Het is een landelijke beweging met een lokale uitwerking in al die verschillende stuurgroepen. In Leiden kiezen we bewust voor een bottom up-proces, want anders werkt het niet.’