Nieuwe inzichten in eigenschappen van Conduct Disorder met “beperkte prosociale emoties”
In een recente studie tonen dr. Moji Aghajani en collega’s aan dat jongeren met een ernstige vorm van Conduct Disorder (CD) -met beperkte prosociale emoties- opvallend veel hersencapaciteit nodig hebben om emotionele gezichten te kunnen lezen. Deze effecten werden gevonden in vergelijking met CD-jongeren zonder beperkte prosociale emoties en gezonde leeftijdsgenoten. Het lijkt er dus op dat deze jongeren extra cognitieve processen inzetten om zo te compenseren voor hun beperkingen op sociaal-emotioneel gebied.
Conduct Disorder (CD) is een ernstige en moeilijk te behandelen psychische stoornis die relatief vaak bij kinderen en adolescenten voorkomt. Deze normoverschrijdend-gedragsstoornis kenmerkt zich door agressieve en antisociale gedragingen. De diagnose CD hangt echter samen met zeer uiteenlopende uitkomsten op gebied van etiologie, beloop, ernst en behandelresponsiviteit. Mede daarom is in de laatste editie van het Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM-5) een specificatie toegevoegd voor CD die kenmerken beschrijft van “beperkte prosociale emoties”, wat inhoudt dat iemand weinig empathie, berouw en schuldgevoel laat zien. Jongeren met CD die ook nog eens deze specificatie hebben, laten veel heftigere antisociale gedragingen zien die vaak blijven voortbestaan tot in de volwassenheid.
Tot op heden geen direct bewijs
Verschillende onderzoeken suggereren dat deze ernstigere vorm van CD het resultaat is van afwijkingen in bepaalde neurobiologische systemen die sociaal en emotioneel gedrag aansturen. Tot op heden is hiervoor echter geen direct bewijs aangeleverd, waarin dus CD-jongeren met en zonder de DSM-5 specificatie “beperkte prosociale emoties” met elkaar vergeleken worden.
In de recent gepubliceerde fMRI-studie laten Aghajani en collega’s zien dat CD-jongeren met beperkte prosociale emoties veel meer hersencapaciteit nodig hebben om sociaal-emotionele informatie (emotionele gezichten) te kunnen verwerken. Deze effecten werden gevonden in vergelijking met CD-jongeren zonder beperkte prosociale emoties en gezonde leeftijdsgenoten.
Bijzondere patroon van sociaal-emotionele informatieverwerking
Volgens Aghajani suggereren de bevindingen heel voorzichtig dat CD-jongeren met beperkte prosociale emoties sterk gecontroleerde, cognitieve processen inzetten om zo te compenseren voor hun beperkingen op sociaal-emotioneel gebied. Interessant genoeg wordt dit bijzondere patroon van sociaal-emotionele informatieverwerking ook vaak bij volwassenen met psychopathische trekken gezien, en veelal in verband gebracht met gebrekkige prosociale emoties. Aghajani benadrukt echter dat de bevindingen nog erg voorbarig zijn en dat verder onderzoek noodzakelijk is.