Over de aantrekkingskracht van een nieuwe talenopleiding
Interview met vice-decaan Jeroen Touwen en kwartiermaker Carmen van den Bergh over de ontwikkeling van een nieuwe brede BA moderne talen en culturen.
Marktonderzoek volgende stap in de ontwikkeling van de nieuwe talenbachelor
Sinds 2017 wordt er binnen de faculteit gesproken over een nieuwe bacheloropleiding op het gebied van taal en cultuur. Na inhoudelijke gesprekken met betrokkenen en het Faculteitsbestuur en een uitwerking van diverse scenario’s bleek een programma met een mondiaal profiel lastig te organiseren. Dit voorjaar wordt een marktonderzoek gehouden onder scholieren om te onderzoeken of een brede BA met twee talen en een modern Europees profiel aantrekkelijk is voor studiekiezers. Vice-decaan Jeroen Touwen en kwartiermaker Carmen van den Bergh, universitair docent Italiaanse Letterkunde, vertellen hier meer over.
Wat zijn de laatste ontwikkelingen omtrent de brede bachelor taal en cultuur?
Carmen: ‘Samen met Maarten Mous ben ik vorig voorjaar gestart met de uitwerking van een brede bachelor talen en culturen van de wereld. Na talrijke gesprekken met docenten en opleidingsvoorzitters en gepuzzel met het programma kwamen we tot het inzicht dat er veel zin was om te werken aan een nieuw programma, maar dat de meningen nogal verdeeld waren over hoe dat programma er zou moeten uitzien. Een brede mondiale bachelor met alle talen van de wereld is lastig te vertalen naar een duidelijk herkenbaar profiel.’
Jeroen vervolgt: ‘Daarnaast is een programma waarin je de keuze hebt voor bijna alle talen van de wereld praktisch erg complex om in elkaar te zetten. Het Faculteitsbestuur heeft daarop besloten dat we een concept gaan uitwerken voor een nieuwe bachelor met een Europees profiel. Om nieuwe studiekiezers te trekken moeten we minder vanuit ons eigen brede aanbod denken, maar kiezen voor een duidelijk herkenbaar label. Daarin spelen ook afstudeerspecialisaties een rol. Hoe dat programma eruit gaat zien om aantrekkelijk te zijn voor studenten is mede afhankelijk van de uitkomsten van het marktonderzoek. Dus mocht het zo zijn dat het marktonderzoek uitwijst dat scholieren erg warm lopen voor een mondiale talenopleiding, dan moeten we ons herbezinnen op deze keuze.’
Even een paar stappen terug. Waarom wordt een nieuwe talenbachelor ontwikkeld?
Jeroen: ‘Er is een noodzaak om meer studenten te trekken naar het domein talen en culturen. Het animo voor de bestaande taalgerichte bachelors neemt landelijk en ook bij onze faculteit af. Daarbij neemt ook de financiering per student vanuit de overheid af. Om bezuinigingen voor te zijn, wordt al sinds 2017 in onze faculteit gesproken over een nieuwe moderne bacheloropleiding die het domein van taal en cultuur moet versterken. We moeten niet afwachten totdat anderen keuzes voor ons maken. Naast een financiële motivatie, hebben we de maatschappelijke plicht om bij te dragen aan een oplossing voor het lerarentekort op middelbare scholen. Daarom gaan we naast dit project ook in gesprek met schooldecanen en werkgevers. Wat kunnen we doen aan de populariteit van schooltalen of de lerarenopleiding? We moeten dan ook kijken naar de verwachtingen van wat je met een talenstudie kunt doen op de arbeidsmarkt. Welke vaardigheden zijn in de toekomst in trek? Komen we aan die vraag tegemoet? Als we die problemen kunnen aanpakken, bouwen we van verschillende kanten aan een stevig fundament onder de talen en culturen.’
Wanneer is een nieuwe talenbachelor aantrekkelijk voor studenten?
Carmen: ‘We denken nu aan een bacheloropleiding Europese talen en culturen, waarin studenten een keuze kunnen maken voor twee talen, zoals Engels, Frans, Duits, Nederlands, Italiaans, Portugees of Spaans (en misschien ook Russisch), en drie moderne afstudeerprofielen, bijvoorbeeld met aandacht voor communicatie, nieuwe media en Digital Humanities. Zo leiden we de bachelors op tot meertalige experts die na het afstuderen een goede startpositie op de arbeidsmarkt hebben. Waarschijnlijk wordt een van de twee talen je hoofdtaal, om het gewenste niveau van verdieping te bereiken. Uiteraard zal de opleiding ook aansluiten op enkele masterprogramma’s.’
‘Het uitgangspunt is dat we met een nieuwe bachelor Europese talen en culturen andere studenten aantrekken dan de studenten die nu kiezen voor een monodisciplinaire opleiding,’ vult Jeroen aan. ‘We willen natuurlijk niet dat studenten worden weggelokt bij de huidige bacheloropleidingen.’
Hoe ziet het vervolgtraject eruit?
Jeroen: ‘We hebben dit voorstel voor de nieuwe opleiding besproken met de betrokken opleidingsvoorzitters en de Commissie Onderwijs. Dat waren goede kritische gesprekken die veel ideeën opleverden. Het uitgangspunt is vooralsnog om de nieuwe bachelor naast de bestaande opleidingen in te richten en daarbij natuurlijk zoveel mogelijk expertise te benutten die we binnen de faculteit hebben.’
Carmen vult aan: ‘In de gesprekken kwamen ook veel vragen naar voren. Vragen die we nog niet volledig kunnen beantwoorden. We zitten nog in een proces van ideeën uitwerken en onderzoeken. We werken daar hard aan. Concreet is de volgende stap het marktonderzoek om te zien hoe de studiekiezer tegenover onze nieuwe bacheloropleiding staat. We verwachten de resultaten daarvan in juni.’
Jeroen: ‘Bij een positieve uitslag gaan we verder met de uitwerking van het conceptprogramma en de financiële implicaties. Als de uitslag van het marktonderzoek onverhoopt negatief is, dan moeten we terug naar de tekentafel. We houden de betrokkenen daarvan natuurlijk op de hoogte.’
Wil je meer weten over de plannen voor de nieuwe talenbachelor?
Informeer bij Sanne Arens, programmaleider onderwijsvernieuwing: s.arens@hum.leidenuniv.nl of bij de kwartiermaker brede bachelor Carmen van den Bergh, c.van.den.bergh@hum.leidenuniv.nl.