Universiteit Leiden

nl en

Tom Kouwenhoven wil brug tussen AI en de mens ontwikkelen

Het is een bekend fenomeen: je vraagt de assistent op je telefoon om je moeder te bellen, maar in plaats daarvan belt deze een vriend. Tom Kouwenhoven, promovendus in het SAILS programma, onderzoekt hoe de mens en Artificial Intelligence (AI) beter met elkaar kunnen communiceren, zodat dit soort situaties in de toekomst niet meer voorkomen.

Eenrichtingsverkeer

‘Het voorbeeld van de assistent op je telefoon laat goed zien waar op dit moment het probleem zit,’ zegt Tom Kouwenhoven. ‘Die assistent doet namelijk zijn best, maar verstaat jou eigenlijk niet en weet vaak ook niet wie je moeder is, terwijl dat in de communicatie tussen mensen meestal wel het geval is. Er is op het moment dan ook niet echt sprake van communicatie tussen mens en AI, maar meer van eenrichtingsverkeer. De mens geeft de computer heel veel mooi geformatteerde data, data die al op volgorde staat en waarbij gelabeld is wat goed is en wat slecht. Daardoor leert het algoritme de relatie tussen input en output: deze waardes zijn goed en die waardes zijn slecht. In mijn onderzoek kijk ik naar hoe er daadwerkelijk communicatie tussen mens en AI kan ontstaan, en probeer ik een sociale leercomponent toe te voegen aan het proces. In de verre toekomst kan de mens dan ook van de computer leren en kunnen ze beter samenwerken.’

Gedeelde kennis

De basis voor communicatie tussen mens en AI zoekt Kouwenhoven door te kijken naar hoe mensen met elkaar communiceren. Kouwenhoven: ‘Bij menselijke communicatie passen we ons voortdurend aan onze gesprekspartner aan, zowel in ons taalgebruik als in onze gebaren. In onze interactie zoeken we naar kennis die we delen. Zo weten we bijvoorbeeld wat links en rechts is. Wanneer iemand rechtsaf gaat terwijl de ander zegt dat we naar links moeten, kunnen we in de communicatie terug naar die gedeelde kennis, zo de miscommunicatie herstellen en verder bouwen. We moeten dus kijken hoe we met de computer ook die gedeelde kennis kunnen opbouwen, zodat een assistent daarvan kan leren, bijvoorbeeld door het laten plaatsvinden van vele interacties. Bij kinderen blijven we herhalen dat iets een appel is, ook als deze rood, groen of in stukjes gesneden is, terwijl we van de computer verwachten dat deze de appel meteen herkent. Onze verwachtingen van de computer zijn te hoog.’

Experiment

Om een eerste stap richting communicatie met computers te zetten, heeft Tom Kouwenhoven een experiment ontwikkeld: ‘Het idee is dat een mens in samenwerking met een computer een strategie opbouwt om een spelletje te spelen. Hierin moeten de twee spelers, die zich allebei in een andere ruimte bevinden, met een zwart blokje in een vierkant van vier gekleurde blokken op dezelfde kleur proberen te eindigen. Ze zien hun eigen bewegingen en kleuren en de bewegingen van de ander, maar niet welke kleuren de blokken van de ander heeft. Om op dezelfde kleur te eindigen en zo punten te scoren moeten ze dus een manier vinden om met elkaar te communiceren op welke kleur ze willen eindigen en waar deze bij hen zit. De computer leert daarbij door de relatie tussen een actie en een beloning, en niet doordat we van tevoren een hoop data hebben ingevoerd. Bovendien moeten beide deelnemers over langere tijd blijven leren om hun communicatie en daarmee ook de resultaten te blijven verbeteren. Zo ontstaat er hopelijk in de bewegingen en de strategieën van beide partijen een vorm van communicatie om het spel te spelen, een soort symbolische taal, waarmee ik wil aantonen dat er communicatie mogelijk is tussen mens en AI.’

Het doel van het experiment is dat beide spelers in een blok met dezelfde kleur eindigen.
Spelers zien alleen hun eigen kleuren en de bewegingen van de ander, maar niet de kleuren van de ander.

Samenwerken

Kouwenhoven hoopt dat zijn onderzoek een klein puzzelstukje kan toevoegen aan de grote communicatiepuzzel die gelegd moet worden. ‘Ik wil er met mijn onderzoek voor zorgen dat er een brug tussen AI en de mens geslagen wordt,’ legt hij uit. ‘De computer kan grote hoeveelheden data goed verwerken, de mens plaatst het juist heel erg goed in context. Als allebei doen waar ze het beste in zijn, kunnen ze beter samenwerken en profiteren we daar in de toekomst optimaal van.’

Tekst: Chris Flinterman

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.