Lange geschiedenislijnen vormden Nederlanders en Belgen
Nederlanders zijn veel gezagsgetrouwer dan ze zelf denken. Heel anders dan de Belgen. Dat de twee regeringen verschillend omgaan met bijvoorbeeld de coronacrisis, is te verklaren uit de geschiedenis vanaf de Middeleeuwen. Leidse historici Judith Pollmann en Henk te Velde vertellen.
Dit artikel verscheen eerder op NWO.nl.
Nederlanders, dat zijn toch van die kritische individualisten? 'Dat denken ze graag van zichzelf, maar nergens betaalt een volk zo braaf belasting als hier. Dat was al zo in de zeventiende eeuw, toen de belastingtarieven van de Nederlandse Republiek de hoogste ooit waren', zegt Judith Pollmann.
Pollmann, hoogleraar vroegmoderne Nederlandse geschiedenis in Leiden, onderzoekt met onder meer haar collega Henk te Velde, hoogleraar Nederlandse geschiedenis, hoe de burger-identiteiten in de lage landen zich ontwikkelden.
Breuklijn rond 1800
Binnen een NWO-onderzoeksprogramma namen de onderzoekers de continuïteit in burgerschap tussen 1747 tot 1848 onder de loep. Bijzonder, want eerder onderzochten historici vooral de periode voor óf na de 'breuklijn' rond 1800. Toen ontstond het Koninkrijk der Nederlanden en kwam er een einde aan twee eeuwen republiek, met daarin de Tachtigjarige Oorlog en de Gouden Eeuw. Pollmann: 'We kijken nu juist over die breuklijn beide kanten op, waarbij Henk vooral expertise heeft over de tijd erna en ik over de tijd ervoor.'
Te Velde: 'In die moderne tijd sinds 1800 valt vooral in Nederland op dat het land gezien wordt als een eenheid, feitelijk veel meer top-down bestuurd. De beslissingen werden genomen in Den Haag. Terwijl er kort daarvoor, in de republiek, juist weinig centraal gezag was. De provincies waren zelfstandig, als soevereine staten zoals we die nu in de EU kennen.' Die snelle verandering naar een eenheidsstaat is dus bijzonder, maar pas nu de twee periodes met elkaar worden vergeleken blijkt dat er ook veel hetzelfde bleef.
Van Middeleeuwse stad tot toeslagenaffaire
De twee onderzoekers schreven met hun Vlaamse collega Marnix Beyen het publieksboek De lage landen, een geschiedenis voor vandaag waarin ze zelfs terugkijken tot in de Middeleeuwen. Pollmann: 'We keken naar lange lijnen. Hoe Nederland nu wordt bestuurd, komt uiteindelijk voort uit hoe al vanaf de late Middeleeuwen een stad werd bestuurd. Bestuurders hadden geen gewapende macht ter beschikking, de burgers waren de soldaten. Die burgers moesten ze dus te vriend houden. Goede diensten leveren was het devies voor bestuurders. Als zij niet leverden, verloren ze het vertrouwen en rekenden boze burgers hen daarop af. '
Een duidelijke analogie met de toeslagenaffaire. Die heeft haar wortels in 2013, toen er publiekswoede ontstond over fraude met toeslagen. De fiscus werd daarop extra streng, en dat mondde uit in de vele onterechte fraudebeschuldigingen die tot de affaire leidden. Te Velde: 'Nederlanders verwachten heel veel van hun overheid, en dan valt het vaak tegen. Zo'n toeslagenaffaire verwachten wij hier niet.'
Polderen over een aanval...
Pollmann: 'Al voordat Nederland een eigen staat werd, onderhandelden landsheren veel met steden onderhandeld. Toen de zeven gewesten samen met de Oranjes in opstand kwamen tegen de koning van Spanje, werd dat onderhandelen van levensbelang. Omdat de steden en gewesten samen de Tachtigjarige Oorlog moesten betalen, werden ze enorm afhankelijk van onderlinge samenwerking, Daar moesten ook de stadhouders zich bij neerleggen. Als het de vraag was welke stad we zouden aanvallen, dan praatten al die besturen mee. Goed bestuur was gericht op draagvlak krijgen en houden, goed bestuur betekende dat iedereen had meegepraat.'
Hier wordt het beroemde en beruchte Nederlandse poldermodel dus al zichtbaar. En ook vroeger al werkte het soms goed, en soms niet. Te Velde: 'Dat overleg kost tijd. De vrede na de Tachtigjarige Oorlog was zó'n gedoe: één provincie wilde niet, die handtekening moest er in de Vrede van Münster toen nog bij gefrommeld worden.'
...En over stikstof of vaccinaties
'En kijk naar de stikstofcrisis van nu', vervolgt hij. Als er zoiets groots op het spel staat, waarbij de ene partij het heel belangrijk vindt en de ander vindt het een hoax, dan werkt polderen niet en heb je een centrale overheid nodig die een knoop doorhakt. Op basis van principes in plaats van belangenafweging. In plaats daarvan heeft de Nederlandse overheid het probleem zo lang mogelijk omzeild en voor zich uit geschoven. Ook tijdens de Covid-crisis werkte het Nederlandse poldermodel niet goed, toen er snel vaccinaties moesten worden geregeld.'
Het poldermodel betekent veel overleg, maar ook een houding van: de overheid, dat zijn wij zelf en we moeten er samen uitkomen. Hoe anders ligt dat in België. Te Velde: 'Daar werd en wordt de landsheer of vorst veel meer als buitenstaander gezien, een vreemde overheerser. Het was lange tijd een Spanjaard, een Oostenrijker, toen Napoleon en daarna een Nederlander (Willem I). Hij was nodig, maar moest vooral ook in toom gehouden worden. Dat verschil tussen de Belgische en de Nederlandse houding tegenover het gezag verklaart dat er in België virologen naast de premier stonden bij het afkondigen van coronamaatregelen en in Nederlandse persconferenties niet.'
De rekening voor het paardenvoer
Pollmann: 'Terwijl Nederlanders al sinds de zestiende eeuw accepteerden dat ze een belangengemeenschap waren en dat ze er samen uit moesten komen, was het in België vooral belangrijk dat de rekening voor het paardenvoer naar de buurman ging en niet naar jou. De voortdurende aanwezigheid van een vorst maakte dat de Belgische gewesten niet zo sterk hoefden samen te werken. Ze moesten vooral voor hun eigen belangen opkomen bij de vorst die de afweging zou maken. Ze wantrouwen een sterke staat, en focussen erg op de verschillen, Bijvoorbeeld de ingewikkelde taalstrijd die in België vooral sinds begin vorige eeuw speelt, is hieruit af te leiden. '
Het ingebakken Belgische wantrouwen versus de Nederlandse coöperatieve houding ten opzichte van Willem I heeft mogelijk in 1830 de afscheiding van België van de Nederlanden in de hand gewerkt, denken de onderzoekers.
België werd nooit vanzelfsprekend
Dat het een Belgische uitgever was die de auteurs vroeg hun publieksboek te schrijven, is geen toeval volgens Pollmann. 'Belgen vragen zich nog altijd af: hoe moet het verder met ons?' Te Velde: 'Marnix Beyen, de Vlaamse co-auteur van het boek, zegt dat België nooit zo vanzelfsprekend heeft gevoeld als Nederland. Bestaat het wel, heeft het ooit bestaan? Met twee overheden, zes parlementen, drie taalgemeenschappen...' Pollmann: 'Het is in Nederland betrekkelijk goed gelukt om van een belangengemeenschap ook een gevoelsgemeenschap te maken. In België bestaat die ook, maar met meer pijn.'
Tekst: Rianne Lindhout (voor NWO)