Tien docenten ontvangen Senior Kwalificatie Onderwijs
Op 28 juni ontvingen tien gedreven docenten digitaal hun Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO). Rector Hester Bijl feliciteerde hen in een online meeting. We vroegen een aantal van hen wat deze kwalificatie voor hen betekent, wat ‘goed onderwijs’ volgens hen inhoudt, en wat hen zo gepassioneerd maakt over onderwijs.
Lenny van Rosmalen (Faculteit Sociale Wetenschappen)
‘Goed onderwijs bestaat volgens mij uit het presenteren van kennis die zo interessant is dat zij vervolgens meer vragen oproept. Het onderwijs moet enthousiasmeren en de relevantie van wat je doceert moet zo duidelijk zijn dat studenten zelf verder op onderzoek uit willen. Niemand kan alles weten: volgens wetenschapsfilosoof Karl Popper is alle kennis voorlopig en hypothetisch, en de wetenschap is voortdurend in beweging. De kunst is dan om studenten te verrijken met kennis vanuit jouw expertise, en ze daarmee intrinsiek te motiveren om op zoek te gaan naar nieuwe kennis en te bevragen wat ze tegenkomen. Een kritische houding ten opzichte van bestaand wetenschappelijk onderzoek is daarbij onontbeerlijk.’
Marco de Ruiter (LUMC)
‘Ook al ben ik al meer dan twintig jaar docent aan deze prachtige universiteit, het is buitengewoon waardevol om even stil te staan bij al het onderwijs dat je geeft en organiseert. Om samen met een onderwijskundige en een groep collega-docenten na te denken over jouw visie op onderwijs en hoe deze past binnen de opleiding waarin je doceert. Kritisch nadenken over je didactische concepten en de opbouw van de ontwikkelde leerlijnen is dan ook uiterst leerzaam.’
‘Gedurende het SKO-traject ben ik mij meer gaan verdiepen in de voor- en nadelen van programmatisch toetsen, waarin je toetsen veel meer gebruikt als onderdeel van het leerproces dan als een soort eindafrekening. Een goed doordacht formatief toetsprogramma over een langere onderwijsperiode doet naar mijn mening veel meer recht aan de student, maar uiteindelijk ook aan een betere academische vorming van de student. Niet voor niets staat er op het onderwijsgebouw van het LUMC de tekst van de Romeinse filosoof Seneca “We leren niet voor school, maar voor het leven”. Een boodschap niet alleen voor studenten, maar juist ook voor de docenten, om de juiste leeromgeving hiervoor te creëren.’
Hanne Cuyckens (Faculteit Governance and Global Affairs)
‘Onderwijs is wat betreft individuele carrièrekansen nog vaak ondergeschikt aan onderzoek, terwijl goed onderwijs ook van groot belang is. De mogelijkheid tot verdere professionalisering op het vlak van onderwijs is iets waar ik veel belang aan hecht. Dat was dan ook de belangrijkste reden voor mij om het SKO-certificaat te willen halen. Ik zie het niet alleen als een persoonlijk attest van mijn kwaliteiten als docent, maar het bestaan van een SKO-traject laat ook zien dat excelleren op het vlak van onderwijs wel serieus wordt genomen door de universiteit.’
‘Als ik kijk naar het afgelopen ongebruikelijke jaar, deed ik mijn belangrijkste inzicht op door de plotselinge en noodgedwongen shift naar online onderwijs. Ik moet toegeven dat ik in het begin nogal huiverig was hiervoor. Maar nadat ik me verder verdiept had in onder andere blended learning heb ik een online versie van mijn vakken kunnen brengen waar ik tevreden over ben en die ook werkte voor mijn studenten. Ik heb zeker ook dingen geleerd hiervan die ik verder mee ga nemen in de toekomst. Dat gezegd hebbende, kan ik niet wachten om snel weer fysiek voor de klas te mogen staan.’
Joni Reef (Faculteit Rechtsgeleerdheid)
‘Reason is the slave of the passions zei verlichtingsfilosoof Hume in de 18e eeuw. Hume beweert eigenlijk dat, voor wij gaan denken over rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid, het ons eerst iets moet kunnen schelen. Dit is allereerst van toepassing op mij als docent: ik heb een missie. Het vernieuwen van onderwijs op de Rechtenfaculteit is voortgekomen uit mijn behoefte om onze studenten de mens achter de gedetineerde te leren kennen. Juist onze rechters, advocaten en beleidsmakers van de toekomst wil ik in de gelegenheid stellen om vakgerelateerde ‘passions’ te kennen.’
‘Ik geef al jaren colleges en werkgroepen met ex-gedetineerden en tbs-gestelden, en sinds kort geef ik ook onderwijs binnen de muren van de gevangenis: aan een groep van gedetineerden en Leidse studenten. Dat levert verbinding tussen twee demografisch verschillende groepen op en opent aan beide kanten ogen. Onze studenten leren de theorie midden in de praktijk, nemen hun eigen referentiekaders onder de loep, worden medemenselijker en zelfverzekerder. Het is onvergetelijk onderwijs voor alle deelnemers. Dit ‘transformatieve’ onderwijs zou ik de komende jaren graag aan alle studenten en docenten op de hele universiteit aanbieden, zodat wij allemaal even zuiver de verantwoordelijkheid kunnen nemen over insluiting van sociaal achtergestelde groepen, en gelijkwaardigheid kunnen bewaken.’
Christoph Pieper (Faculteit Geesteswetenschappen)
‘Onderwijs is in mijn optiek gebaseerd op een actieve interactie tussen de docent en de individuele student. Om leren succesvol te maken, dienen beiden zich in te spannen voor het gemeenschappelijke doel. Als docent moet ik in staat zijn enthousiasme en vakkennis te tonen; eveneens is het wenselijk dat de studenten zich betrokken voelen en zelf geënthousiasmeerd raken, zodat zij het leren als zelfbewuste keuze beschouwen en zelfstandig aan het leerproces deelnemen. Deze veronderstelling vormt de kern van mijn visie op onderwijs: het is een proces dat studenten tot een actieve en zelfstandige houding aanzet. Dat was zeker in het afgelopen coronajaar met het afstandsonderwijs een uitdaging. Maar de beperkingen hebben me ook gedwongen sommige vaste patronen te doorbreken en nog meer energie in de didactiek te investeren. Bovendien liet het me opnieuw nadenken over wat ik eigenlijk wil bereiken in mijn onderwijs. Tijdens het SKO-traject heb ik hiervoor veel inspiratie opgedaan, met name door het schrijflab dat vanuit het ICLON ter ondersteuning werd aangeboden. Daar heb ik van inspirerende collega’s van verschillende faculteiten veel geleerd over hun visie op goed onderwijs en van hun best practices.’
Tijmen Pronk (Faculteit Geesteswetenschappen)
‘Bij goed onderwijs staat alles in dienst van het overbrengen van kennis en vaardigheden. Het begint bij het aantrekken van gemotiveerde studenten. Dat doen we bij de bachelor Taalwetenschap onder andere via de Taalkundeolympiade en bij de master Linguistics via een unieke Summer School. Studenten blijven gemotiveerd als je heldere, ambitieuze leerdoelen stelt en een zo persoonlijk mogelijke vorm van onderwijs biedt. De inhoud van de vakken is de belangrijkste motivator, al moet je soms een handje helpen met inspirerende voorbeelden en opdrachten. Die zijn bij de colleges die ik geef bij Taalwetenschap gelukkig niet moeilijk te vinden. Ik probeer het onderwijs altijd persoonlijk te maken door voort te bouwen op de voorkennis van studenten en in te spelen op hun specifieke interesses. En een beetje humor wil soms ook wel helpen. Wat studenten daarnaast bijna altijd motiveert is om ze te benaderen als beginnende wetenschappers. Laat ze vanaf het prille begin van hun studie kennis maken met de grote vragen in het vakgebied en verken in de loop van de studie samen met hen de grenzen van onze kennis. Dat is voor mij de essentie van goed wetenschappelijk onderwijs.’
Martina Teichert (LUMC)
‘In eerste instantie zag ik het SKO-traject als kans om op mijn onderwijs te mogen reflecteren. Ik dacht dat als ik nu de luxe nam om uit de waan van de dag te stappen, ik dit ook grondig moest aanpakken. Daarom heb ik zowel het SKO-traject van de universiteit gevolgd, als het onderwijstraject bij het LUMC. Deze combinatie is mij heel goed bevallen. In het LUMC-traject kregen wij een breed overzicht in onderwijskundige concepten aangeboden, goed verzorgd met een aanvullende leesmap. Veel zaken die ik al onbewust in mijn onderwijs gebruikte, kan ik nu voorzien van didactische context.’
‘In het traject van de universiteit was er een grotere diverse docentengroep waar ik vooral veel had aan de onderlinge feedback. Hier realiseerde ik me pas hoeveel zaken je binnen de eigen opleiding als vanzelfsprekend veronderstelt, die voor een buitenstaander meer toelichting vergen. De onderlinge discussie maakte duidelijk waarin de eigen opleiding en onderwijs bijzonder zijn, en welke concepten je – als je er van een afstand naar kijkt - zou kunnen herzien. Door beter te begrijpen bij welke onderwijskundige concepten mijn onderwijs aansluit kan ik het nu gerichter verbeteren. Daarnaast heb ik bij veel bevlogen collega’s vanuit de hele universiteit kennis mogen opdoen over hun innovatieve manieren van onderwijs geven.’
Naast de bovenstaande 7 docenten ontvingen ook Adriaan Rademaker (Faculteit Geesteswetenschappen), Linda Holtman (Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen) en Sven Schiemanck (LUMC) hun Senior Kwalificatie Onderwijs op 28 juni.
Senior Kwalificatie Onderwijs
De SKO is een kwalificatie voor docenten die een leidende rol spelen in de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs op curriculumniveau, dus overstijgend aan het eigen vakgebied. Hiervoor moeten docenten een portfolio maken, waarin zij laten zien dat zij voldoen aan vier eindtermen:
- Handelen vanuit de academische onderwijsomgeving;
- Een didactisch ontwerp maken en uitwerken met oog voor de context van een curriculum;
- Onderwijs voorbereiden en uitvoeren;
- Impact op het onderwijs binnen een of meer opleidingen die het eigen onderwijs overstijgt.
Daarnaast gelden de vereisten dat een docent al een Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) heeft, tenminste vijf jaar universitair onderwijs heeft gegeven in verschillende vakken en leerjaren, en daarbij verschillende onderwijsvormen heeft toegepast. Bovendien moet een docent kunnen laten zien dat hij / zij recent initiatieven heeft ontwikkeld en bijdragen heeft geleverd die impact hebben op het onderwijs binnen een of meer opleidingen die het eigen onderwijs overstijgt. Lees hier meer over het behalen van een SKO.