Leidse studenten brouwen onderzetters van bierafval
Bierafval omzetten in een nuttig, duurzaam product. Dat was de missie Leidse studenten van het internationale BISC-E evenement. De biologiestudenten leefden zich met succes uit op deze opdracht. Ze wonnen de derde plaats bij de Nederlandse competitie, met de simpele formule: granen + schimmel = onderzetter.
‘Brouwers gebruiken ontzettend veel graan om bier te produceren. Normaal gesproken komt dat gewoon op een grote afvalstapel, maar wij hebben een manier bedacht om op biologische wijze onderzetters van de granen te maken’, vertelt Jisca van Dam.
Van Dam is een van de masterstudenten die deelnam aan de competitie. Samen met studiegenoten Tim van den Akker, Sven Lakemeier en Varun Chopra werkten ze een idee uit van universitair docent Joost van den Brink. ‘Hij was al jaren bezig met thermofiele schimmels en kwam met het idee om daarmee de gebruikte biergranen te verwerken tot een nuttig product’, legt Van Dam uit.
We maken van brouwers-afval een nuttig product voor de bierindustrie
Van graan tot onderzetter
Om het idee tot realiteit te verwerken ging de groep het lab in. Gebruikte granen verkregen ze van Leidse brouwerij Pronck, om vervolgens in een incubator de reactie op de thermofiele schimmels te testen. Dat bleek een succes. ‘We konden laten zien dat het graan een goede voedingsbron is voor de schimmel. Daarmee kunnen we stevige onderzetters maken die waterproof zijn. ‘Want je wilt natuurlijk niet dat een onderzetter uit elkaar valt zodra er een druppel bierschuim op valt’, merkt Van Dam op.
Begeleiders Marjolein Crooijmans (promovendus Instituut Biologie Leiden) en Maarten Lubbers (aanstaand promovendus Instituut Biologie Leiden) stralen terwijl de studenten over het project vertellen. ‘Joost had al een goede basis liggen, maar ik wil wel benadrukken dat deze groep zelf heeft bedacht om als eindproduct onderzetters te produceren en het een circulaire productie te maken’, vertelt Crooijmans.
‘Het is natuurlijk ook heel gaaf om hierover na te denken’, meent Van Dam. ‘We vormen afval van brouwers om tot een nuttig product dat direct voor de bierindustrie kan worden gebruikt.’
Uitbreiden na vijf jaar
Ook marktonderzoek maakte deel uit van het project. Daarover ontfermde Chopra zich. ‘We moesten achterhalen hoe we de onderzetters in productie kunnen brengen, of de kosten competitief zijn in vergelijking met andere onderzetters, wat de productiekosten zijn, en ga zo maar door’, vertelt hij.
Door het incubatie-proces bleek elektriciteit bijvoorbeeld een grote kostenpost. Maar het lukte wel om het proces volledig circulair te maken, waarmee de groep dus niks aan afval produceert. ‘Ook dat was voor ons belangrijk’, vertelt Chopra. ‘Alles hebben we beschreven in een rapport, samen met een toekomstplan waarin we in het vijfde jaar zouden kunnen gaan uitbreiden. Dan kun je kijken naar geluidsabsorberende panelen, bijvoorbeeld.’
Ondernemen als back-upplan
Of de onderzetters ooit op de markt zullen komen is onzeker. Ondanks het uitdagende project, dat een ondernemende kant van onderzoek laat zien, denkt geen van de studenten hier hun toekomstplan van te maken. ‘Voor nu vind ik onderzoek doen nog te leuk om dat los te laten’, licht Chopra toe. ‘Maar als back-upplan is het zeker prettig. Ook de jury van BISC-E gaf aan dat de simpliciteit van het project hen aansprak. Als je wilt, kun je morgen beginnen. Dus wie weet!’
BISCE-E staat voor Biobased Innovation Student Challenge – Europe en wordt voor het vierde jaar op rij georganiseerd. Het doel is om een biologische innovatie, zoals een product of process, te creëren en dit voor te leggen aan een jury van experts. Hierbij zijn duurzaamheid, technische- en economische haalbaarheid kernpunten.
Vorig jaar stroomde het team van Leidse en Groningse studenten door naar de Europese finale.