Overkoepelend lab over Leidse PhD-projecten rondom Conflictoplossende Instituties
Op 21 juni 2021 vond een bijeenkomst plaats waarbij de verschillende promovendi die zijn verbonden aan het onderzoeksthema Conflictoplossende Instituties (COI) in Leiden de stand van zaken van hun promotieonderzoek presenteerden.
COI is een landelijk samenwerkingsverband in het kader van het Nederlandse Sectorplan Rechtsgeleerdheid. Het COI-onderzoek in Leiden bestaat uit twee pijlers: (1) duurzame rechtspraak en (2) de rechtszaal als maatschappelijke arena.
De bijeenkomst op 21 juni was het laatste PhD-lab voor de zomer en vormde de afsluiting van een reeks labs die door de promovendi zelf werden georganiseerd. Voor deze labs werden telkens andere sprekers uitgenodigd, die lezingen gaven over inhoudelijke thema’s (zoals vertrouwen en legitimiteit), methodologische onderwerpen (zoals het doen van rechtsvergelijkend onderzoek) en praktische zaken (zoals promoveren op artikelen en het vinden van een geschikt tijdschrift voor interdisciplinaire publicaties).
Tijdens deze laatste bijeenkomst voor de zomer was het de beurt aan de promovendi zelf om te presenteren. Nadat Miranda Boone de bijeenkomst geopend had, presenteerden de verschillende promovendi de stand van zaken van hun onderzoek, waaraan zij allemaal inmiddels ongeveer een jaar hadden gewerkt. Promovenda Nikki Vosters, die onderzoek doet naar digitalisering en de bestuursrechtspraak, kon helaas niet bij de bijeenkomst aanwezig zijn. Na elke presentatie volgde feedback van een aantal gekoppelde onderzoekers uit een ander promotieproject en van overige aanwezigen. Op die manier ontstonden na elke presentatie interessante discussies die waardevolle input leverden voor de promovendi.
Stephanie Olsohn mocht de bijeenkomst aftrappen en vertelde over haar onderzoek naar minderjarige getuigen van huiselijk geweld en de problem-solving approach in dit soort zaken. Vervolgens was het de beurt aan Marijke Veerman, die haar onderzoek presenteerde naar normoverschrijdingen door multinationale banken en handhaving daarvan door de overheidsrechter in het strafrecht en het privaatrecht. Eva Grosfeld vertelde over haar onderzoek naar hoe de toepassing van sociaalpsychologische inzichten in EU-recht de waargenomen legitimiteit van de EU kan vergroten. Legitimiteit speelde ook een rol in het onderzoek van Sophie Koning, dat zich richtte op publieke sentimenten rondom maatschappelijk gevoelige artikel 12 Sv-zaken. Elise Filius presenteerde haar onderzoek naar de Europese rechtszaal als politieke arena, waarbij de aandacht uitging naar rechterlijke interventie in politiek gevoelige zaken in het Europees asiel- en strafrecht. Tot slot vertelde Joyce Esser over haar onderzoek naar de rol van de Nederlandse bestuursrechter in rechtsvergelijkend perspectief en de balans tussen maatwerk en bovenindividuele geschilbeslechting.
De projecten zullen stuk voor stuk bijdragen aan de beantwoording van de overkoepelende vragen waarop het onderzoek binnen Conflictoplossende Instituties in Leiden zich richt, namelijk:
- Hoe kan de rechtspraak optimaal vorm geven aan de probleemoplossende verwachtingen die in haar worden gesteld en wat zijn de gevolgen daarvan voor de toegang tot het recht en de juridische bescherming die het recht aan betrokken partijen biedt? (Pijler 1: duurzame rechtspleging)
- Welke andere vormen van juridische en extra-juridische geschilbeslechting worden ingezet, waarin verschillen deze van de klassieke procedures en in hoeverre worden oplossingen voor de aan de geschillen onderliggende problemen gerealiseerd? (Pijler 1: duurzame rechtspleging)
- Welke processen leiden ertoe dat vraagstukken aan de rechter worden voorgelegd die nog volop onderwerp zijn van politieke en maatschappelijke discussie? (Pijler 2: de rechtszaal als maatschappelijke arena)
- Welke bijdrage levert de rechter aan de oplossing van de maatschappelijke problemen en wat zijn de consequenties voor de legitimiteit van de rechter? (Pijler 2: de rechtszaal als maatschappelijke arena)
- Wat is de invloed van de inrichting van de procedure op de mogelijkheden tot procederen van burgers en zou deze moeten worden aangepast om de functie van de rechtszaal als maatschappelijke arena te versterken? (Pijler 2: de rechtszaal als maatschappelijke arena)
Het was een inspirerende en bijzondere middag, niet in de laatste plaats omdat dit de eerste bijeenkomst die (uiteraard met inachtneming van de maatregelen rondom het coronavirus) weer fysiek kon plaatsvinden. Die mogelijkheid werd optimaal benut door na afloop samen te borrelen, waarbij discussies konden worden voortgezet en waarbij vooral ook veel kon worden bijgepraat.