Universiteit Leiden

nl en

Historicus Nadia Bouras: 'Ik wilde slagen, voor mijn ouders en mezelf'

In de reeks Pioniers van de Universiteit Leiden laten we (voormalige) studenten aan het woord die als eerste in hun familie naar de universiteit gingen. In deze tweede aflevering: historicus en universitair docent Nadia Bouras (1981). ‘Ook al kwam ik er pas later achter dat mijn moeder die droom had, het leek wel alsof ik dat in mijn onderbewustzijn al wist en streed om háár droom na te jagen.’

Mohammed El Baroudi (1995) is trainee bij de Universiteit Leiden, was zelf eerstegeneratiestudent en gaat op zoek naar verhalen van pioniers van de Universiteit Leiden. Dit is zijn tweede artikel in de reeks.

Het groen in de binnentuin van het Johan Huizinga-gebouw aan de Doelensteeg in Leiden begroet eenieder die er een frisse neus komt halen. Geen overbodige luxe op een warme vrijdagmiddag, ondanks de zware bewolking die een stevige onweersbui voorspelt. ‘Beschutting heb je hier niet echt, maar laten we het erop wagen’, zegt Bouras geruststellend als we plaatsnemen op twee bankjes tegenover elkaar.

Misschien wel een teken van haar onbevreesde kijk naar het onbekende: ‘Ik had eigenlijk geen idee wat het inhield, maar vanaf de brugklas wist ik zeker dat ik geschiedenis wilde gaan studeren. Niemand die mij daarvan kon weerhouden.’ Wat begon als interesse voor het lezen van boeken over de Grieken en de Romeinen op de basisschool, aardde goed bij de inspiratie die ze kreeg van een bevlogen geschiedenisdocent op de middelbare school. Verhalen lezen én vertellen, beide trokken haar belangstelling.

‘Geschiedenis? Meer in je mars…’

Bouras ontwikkelde zich tot een geëngageerde scholier, die zich bij allerlei clubs aansloot, van de schoolkrant en de leerlingenraad tot de toneelclub. Haar actieve bestaan als scholier leidde, in combinatie met haar keuze om geschiedenis te gaan studeren, in haar examenjaar tot ruzie met de schooldecaan: ‘Je hebt meer in je mars dan Geschiedenis, ga Bestuurskunde studeren’, kreeg Bouras van haar te horen. ‘Mijn keuze zag ze als verlies van potentie. Ze bedoelde het goed, maar ik dacht: sodemieter op, dat bepaal ik zelf wel!’, licht Bouras schertsend toe.

Een jaar eerder was Bouras’ tweelingzus aan een hbo-opleiding begonnen en uiteindelijk werd het voor haarzelf, volgens plan, de universitaire studie Geschiedenis, die ze in 2000 aan de Vrije Universiteit in Amsterdam begon. Pionieren, dat kwam eerder vroeger dan later op Bouras’ pad toen ze eerstejaarsstudent werd. ‘Ik was niet alleen de eerste uit ons gezin die ging studeren aan de universiteit, maar ik deed ook nog eens Geschiedenis. Zowat de eerste Marokkaan op de opleiding destijds.’ Was haar vader een ongeschoolde boerenjongen uit het Marokkaanse Sidi Ifni, die 40 jaar als conciërge werkte in een bejaardenflat in Amsterdam, Bouras’ moeder had wél de middelbare school doorlopen en werkte als kok in diezelfde bejaardenflat. ‘Zij kwam uit de grote stad Casablanca en had blijkbaar dezelfde droom om geschiedenis te studeren. Pas veel later kwam ik erachter dat ze die droom had laten varen toen ze eenmaal trouwde en vlak voor haar eindexamen verhuisde naar Nederland.’

Moeders droom

Bouras zat aan het begin van haar studietijd vooral in een spiraal van tegenstrijdige gevoelens: enerzijds wilde ze slagen, de moeilijkste uitdagingen oppakken en zou ze hoe dan ook niet opgeven. Anderzijds blokkeerde ze, omdat ze per se niet wilde falen. Haar ouders waren vooral trots op haar om wat ze had bereikt en steunden haar: ‘Ik wilde vooral voor hen en voor mezelf slagen.’ Ze geeft toe dat ze eigenlijk zichzelf de druk had opgelegd. ‘Ook al kwam ik er pas later achter dat mijn moeder die droom had, het leek wel alsof ik dat in mijn onderbewustzijn al wist en streed om háár droom na te jagen.’

Faalangst

In haar eerste tentamenperiode plande ze toevallig een rijexamen, waarvoor ze zakte.  Hierdoor ontwikkelde ze faalangst, die vooral in het studeren naar voren kwam: ‘Dat is niet aan te raden’, grapt ze. ‘Op de fiets kreeg ik hartkloppingen als ik het universiteitsgebouw naderde.’ Paniek, angstaanvallen, huilen boven de studieboeken, de angst om te falen zat er goed in en duurde minstens twee jaar. Wat niet betekende dat ze haar tentamens niet haalde. Want dat deed ze, met vlag en wimpel zelfs, maar ook met de nodige tranen en stress: ‘Studeren was niet fijn’, licht ze toe. ‘Ik miste hierdoor de studentbeleving: opgaan in het studentenleven, uitblinken en een goede actieve student zijn.’ Toch wist ze dat ze nooit zou opgeven en kon ze zichzelf uiteindelijk optrekken aan haar ambities: ‘De situatie voelde als onhoudbaar en ik besloot rigoureus nog een droom na te jagen: studeren in Amerika.’

Nadia's American Dream

Waar de American Dream in de volksmond gaat over het eigenhandig bereiken van welvaart door hard te werken, ging het bij Bouras vooral om het typisch Amerikaanse campusleven van de televisieseries. ‘Leven op een campus, Beverly Hills 90210, juichen voor het universiteitsbasketbalteam, allemaal dezelfde jasjes aan, dat beeld.’ Een ingeving deed haar beseffen dat het dal waar de faalangst haar in trok, misschien wel de beste aanleiding was om het maar te proberen. ‘Het klinkt heel paradoxaal, denken dat je niet kunt slagen, maar er ook alles uit willen halen. Dat alles, daar maakte een buitenlandervaring onderdeel van uit.’

Makkelijk zou het echter niet worden, alles regelen voor het buitenlandavontuur: ‘Ik kreeg te horen dat er weinig ervaring was met uitwisseling met Amerika, en moest dus zelf veel uitzoeken. Studeren in een ander Europees land was door het Erasmusprogramma heel makkelijk, maar dat gold helemaal niet voor de VS.’ Boekjes lezen, aantekeningen maken en de weg vinden door de paden van het jonge internet, Bouras deed het met succes. ‘Het werd een universiteit in New Jersey, in 2003, vlakbij Manhattan. Alles was nieuw, ik kon met niemand overleggen en dat maakte het ook wel weer spannend.’

'Where are you really from?'

In haar studiejaar in de VS liet Bouras haar perfectionisme los en haar doel werd om het studieplezier terug te vinden. De omgeving was voor haar onbekend, maar haar verschijning misschien nog onbekender voor haar omgeving. ‘Where are you really from?’, kreeg ze vaak te horen als ze vertelde dat ze uit Amsterdam kwam. ‘Daar was ik ineens die Marokkaan. Ik voelde me er meer Marokkaan dan ooit. Dat was raar, want ik was in mijn beleving gewoon Amsterdammer. Maar het was ook leuk. Het liet mij reflecteren op mezelf en mijn identiteit. Bij mijn terugkeer in Nederland merkte ik dat studenten met dezelfde achtergrond mij ook meer opvielen.’ Bouras vond lotgenoten, gelijkgestemden die ook bezig waren te ontdekken waar ze bij hoorden. ‘Voorheen voelde ik me een buitenstaander op de universiteit. Nu raakte ik bevriend met een orthodox-joodse studiegenoot, simpelweg omdat wij elkaar herkenden in dat gevoel anders te zijn.’

Herboren

Bouras omarmde haar anders-zijn en herkent nu hetzelfde in andere studenten die ook zelf moeten pionieren: ‘Er zijn studenten wier ouders of grootouders al lid waren van een dispuut of vereniging, maar dat is niet per se de norm.’ Bouras ziet namelijk ook genoeg studenten die bijvoorbeeld geen klassieke migratieachtergrond hebben, maar van buiten Leiden komen en ook hun weg moeten vinden in de universiteit en het leven daaromheen. ‘Zij moeten zich ook aanpassen aan de cultuur en de codes die er zijn, daar hoef je niet per se een migratieachtergrond voor te hebben. Het is goed dat we erover praten met elkaar en alles bespreekbaar maken.’ Sinds 2006 is Bouras werkzaam bij de Universiteit Leiden en in 2012 promoveerde ze op het proefschrift Het Land van Herkomst, Perspectieven op verbondenheid met Marokko, 1960-2010: ‘Het mooiste was het besef dat ik voor mijn studie bezig mocht zijn met mijn eigen geschiedenis. Het liet me beseffen dat ik als wetenschapper met één been in de universiteit sta en met het andere in de maatschappij.’

Zelfbewustzijn en herkenning

Zelf is Bouras zich tegenwoordig bewuster dan ooit van wie zij is en op welke positie zij staat, als vrouwelijke academicus van Marokkaanse komaf. ‘Een keer gaf ik een gastcollege aan pakweg driehonderd eerstejaarsstudenten en merkte ik dat mijn blik, toen ik voor het eerst de collegezaal in keek, bleef hangen bij een student met een hoofddoek. We hadden een moment van oogcontact, van herkenning. Het was hartverwarmend, want in de pauze kwam ze zelf naar mij toe om te vertellen dat ze niet wist dat iemand zoals ik daar in die omgeving bestond.’

‘Omdat voorbeelden essentieel zijn en herkenning verbindt.’

Vaak keert men zich uit vrees voor onzekerheid en twijfel naar het bekende, maar Bouras deed juist het tegenovergestelde en zocht het onbekende op. Waarvan ze niet wist dat het mogelijk was dat te bestuderen en te onderzoeken: haar eigen achtergrond, het migratieverleden van de generatie van haar ouders. En nu stelt ze diezelfde lastige vragen aan nieuwe studenten in haar colleges. Wie ze zijn en waar ze vandaan komen, zodat ze zich kunnen herkennen in elkaar: ‘Omdat voorbeelden essentieel zijn en herkenning verbindt.’

In de eerste aflevering van deze serie spraken we met romancier en columnist Christiaan Weijts, die ook als eerste in zijn familie naar de universiteit ging.

Tekst: Mohammed El Baroudi
Beeld: Melissa Schriek

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.