Leidse hoogleraar vraagt VN om vrijlating Guantanamo-gevangene
De Palestijn Abu Zubaydah werd in maart 2002 opgepakt door de CIA, en verblijft sindsdien in gevangenschap zonder enige vorm van proces. De Leidse hoogleraar Helen Duffy doet er alles aan om hem alsnog vrij te krijgen of een eerlijke rechtsgang te geven. Haar hoop is nu gevestigd op internationale druk en de VN-Werkgroep voor Willekeurige Detentie.
Ze noemen hem wel eens ‘het proefkonijn’, want er is geen Amerikaanse martelmethode of Abu Zubaydah is er wel aan onderworpen. Hij werd nachtenlang wakker gehouden met keiharde muziek, lag vastgebonden in allerlei pijnlijke stress positions en werd opgesloten in kleine aardedonkeren kisten. En dan hebben we het nog niet eens over het waterboarden gehad. Maar liefst 83 keer in een maand goten zijn cipiers water over zijn hoofd, net zolang totdat Zubaydah het gevoel kreeg dat hij verdronk.
Maar het ergst van alles is nog wel de uitzichtloosheid. Zubaydah zit namelijk al negentien jaar opgesloten in het eeuwigdurende schemerland van Guantanamo Bay. Daar, op de Amerikaanse legerbasis in Cuba, wordt hij samen met 39 andere terrorismeverdachten nog altijd vastgehouden zonder vorm van proces. Sterker nog: zonder dat er ooit een aanklacht tegen hem is ingediend. En geen mens weet hoelang deze situatie nog kan voortduren.
'Nog iedere dag zit mijn cliënt gevangen uit naam van de wereldwijde oorlog tegen het terrorisme.'
Hoogleraar en mensenrechtenadvocaat
Het is die wetteloosheid waar Helen Duffy niet tegen kan. Naast haar baan als hoogleraar Internationale Mensenrechten aan de Universiteit Leiden heeft ze namelijk ook een eigen bureau op het gebied van mensenrechtenadvocatuur, het Haagse bureau Human Rights in Practice. Vanuit die functie voert ze rechtszaken tegen landen die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten. ‘En de War on Terror is daar natuurlijk een uitstekend voorbeeld van.’ Sinds 2010 is ze de internationale advocaat van Zubaydah.
We spreken elkaar op een moment dat de oorlog tegen het terrorisme op zijn eind lijkt te lopen. Uitgerekend op deze dag trekken de Amerikanen hun laatste troepen terug uit Bagram, de grootste militaire basis in Afghanistan. Kort daarvoor overleed Donald Rumsfeld, de minister van defensie die claimde dat Irak over massavernietigingswapens beschikte en zo de inval in Irak rechtvaardigde. En een steeds groter deel van onze studentenpopulatie werd geboren ná de verschrikkelijke aanslagen op 11 september 2001, het eerste dominosteentje dat de rest in beweging zette.
Voor Zubaydah is dit echter geen geschiedenislesje, wil Duffy maar zeggen. ‘Zijn lijdensweg duurt voort tot op de dag van vandaag. Nog iedere dag zit mijn cliënt gevangen uit naam van de wereldwijde oorlog tegen het terrorisme. Er is geen wettelijke basis voor zijn gevangenschap, en er is op geen enkele manier voor gezorgd dat hij een eerlijk proces krijgt. En aangezien hij dus nooit formeel is aangeklaagd, kunnen we niet reageren op het bewijsmateriaal, als dat er al is. Die mate van rechteloosheid kan een mens razend maken.’ De manier waarop ze het woord infuriating uitspreekt (‘in-fjoeoe-riating’) verraadt haar Schotse afkomst.
Wie is Abu Zubaydah?
Abu Zubaydah (1971) werd in maart 2002 opgepakt in Pakistan op verdenking dat hij een hooggeplaatste medewerker van Al Quaida zou zijn. Een woordvoerder van de Amerikaanse regering noemde hem ‘een lid van Osama bin Ladens inner circle’ en zei dat ‘een van Al Quaida’s tentakels was afgehakt’ nadat hij was gearresteerd. Maar hoewel sommige bronnen suggereren dat Zubaydah destijds sympathie vertoonde met het jihadisme – hij zou 9/11 een ‘magnifieke operatie’ hebben genoemd – werd later duidelijk dat hij in ieder geval geen leidinggevende rol had binnen terreurorganisaties. Om die reden haalde de Ombudsman van de Verenigde Naties hem later van de officiële sanctielijst af.
Voor Duffy speelt onzekerheid over zijn verleden geen rol, zegt ze. ‘Het gaat erom: is er bewijs om te concluderen dat mijn cliënt schuldig is aan een misdaad, en zo ja: is hij aangeklaagd en veroordeeld door een rechter? Maar dat kunnen we helemaal niet weten, omdat het bewijs nooit is gepresenteerd door de Amerikaanse overheid. Er zijn weliswaar veel losse beschuldigen geuit in de media, maar Zubaydah heeft nooit de gelegenheid gekregen om zich te verdedigen in de rechtszaal. Voor mijn cliënt geldt blijkbaar niet dat hij onschuldig is tot het tegendeel is bewezen.’
Om de druk op te voeren, stapt Duffy nu naar de VN-Werkgroep voor Willekeurige Detentie. Opvallend genoeg zitten niet alleen de Verenigde Staten in het beklaagdenbankje, maar ook zes andere landen. Voor zijn komst naar Guantanamo Bay werd Zubaydah namelijk vastgehouden in geheime CIA-gevangenissen in Thailand, Afghanistan, Litouwen, Polen en Marokko. De martelingen vonden plaats op deze mysterieuze black sites, bleek later uit documenten. Ook het Verenigd Koninkrijk is aangeklaagd, omdat dat land de CIA van ‘interviewvragen’ voorzag terwijl bekend was dat Zubaydah werd gemarteld om informatie uit hem te persen.
'Ik hoop op een krachtig statement van de VN-werkgroep.'
Aangezien de Verenigde Staten het probleem al 19 jaar lang laten dooretteren, hoopt Duffy de druk nu op te voeren via de zes landen die medeschuldig zijn aan het lot van Zubaydah. ‘Ik hoop op een krachtig statement van de VN-werkgroep over zijn onrechtmatige gevangenschap. Het zou mooi zijn als die zes landen de gedeelde verantwoordelijkheid voelen en zich hard maken voor de vrijlating van mijn cliënt.’ Het kenmerkt de werkwijze van Duffy. In 2014 behaalde ze samen met haar collega’s al een historische overwinning toen het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Polen medeverantwoordelijk achtte voor de marteling van haar cliënt. Vier jaar later kreeg ook Litouwen een draai om de oren. Beide landen kregen de opdracht om te onderzoeken wie verantwoordelijk was voor die fouten uit het verleden.
Symbool voor een breder fenomeen
Overigens wil een ‘krachtig statement’ van de VN-werkgroep nog niet zeggen dat Zubaydah binnen de kortste keren op vrije voeten is. Zo’n uitspraak legt weliswaar gewicht in de schaal, maar het is natuurlijk geen rechtbank. ‘Het ontbreekt nog aan een effectieve manier om dit soort uitspraken internationaal te handhaven, of zelfs om internationale mensenrechten an sich te waarborgen,’ geeft Duffy toe. ‘Er is geen magische oplossing, het blijft een uphill struggle.’
Maar waarom steekt Duffy zoveel moeite in één gevangene, die wellicht geen Al Quaida-leider was, maar er mogelijk wel jihadistische sympathieën op nahield? ‘Allereerst omdat hij een mens is met dezelfde mensenrechten als ik,’ zegt Duffy resoluut. ‘Maar ook omdat dit zonder enige twijfel nogmaals kan gebeuren, tenzij we er lessen uit trekken. Deze zaak staat symbool voor een veel breder fenomeen, namelijk het opofferen van individuele vrijheden en mensenrechten voor een gevoel van veiligheid. In de oorlog tegen het terrorisme werd duidelijk hoever we bereid waren daarin mee te gaan.’
Volgens Duffy is Guantanamo Bay weliswaar een extreem voorbeeld, maar tegelijkertijd slecht het topje van de ijsberg. Ook in andere landen en op andere terreinen worden vrijheden overboord gegooid ten faveure van de veiligheid. Door deze willekeur en de ontrafeling van de rechtstaat worden al onze rechten steeds kwetsbaarder. ‘Als de oorlog tegen het terrorisme ons iets zou moeten leren, dan is het dat het wegnemen van die mensenrechten en democratische principes ons op de lange termijn veel minder veilig maakt.’
Bovenal is Duffy’s protest tegen de ‘eeuwige gevangenen’ van Guantanamo Bay een serieuze test voor de Amerikaanse president Joe Biden. Die heeft eerder gezegd het kamp te willen sluiten, liefst nog voor het eind van zijn ambtstermijn. Duffy: ‘We zullen zien hoe groot zijn toewijding is aan de rechtsstaat.’
Tekst: Merijn van Nuland
Hoofdafbeelding: Hilko Visser - T.M.C. Asser Instituut