In de nasleep van een aanslag claimt iedereen iets, behalve de terroristen
Terrorisme is geen succesvolle communicatiestrategie. Na het plegen van een aanslag verschuift de aandacht al snel van de terroristen naar autoriteiten en burgers. Dat betoogt Jeanine de Roy van Zuijdewijn in haar proefschrift: ‘De nasleep: betekenisgeving na terroristische aanslagen in West-Europa’. ‘Een jaar na een aanslag is er nauwelijks nog aandacht voor de inhoudelijke boodschap van de terroristen.’
De Roy van Zuijdewijn onderzocht voor haar proefschrift (verdediging woensdag 1 september om 16.15 uur) de nasleep van vier jihadistische aanslagen in West-Europa. Het gaat om de aanslagen in Brussel (vliegveld Zaventem en metro in maart 2016), Nice (boulevard in juli 2016), Berlijn (kerstmarkt december 2016) en Manchester (concertzaal mei 2017). ‘Terrorismeonderzoek richt zich met name op de aanslagplegers zelf, wie zijn ze en waarom plegen ze aanslagen. Er wordt nauwelijks gekeken naar de nasleep; wat gebeurt er na zo’n aanslag en welke invloed hebben we als samenleving zelf op de impact die terrorisme op ons heeft? Door mijn onderzoek hoop ik een eerste aanzet te geven om meer naar de effecten na een aanslag te kijken,’ legt de promovendus uit.
In haar proefschrift richt de onderzoeker en docent bij ISGA zich op twee belangrijke actoren: de autoriteiten en de burgers. Ze keek hoe die twee groepen frames, rituelen en symbolen gebruiken als onderdeel van betekenisgeving; oftewel de manier waarop groepen aanslagen duiden en er betekenis aan geven.
Vier herdenkingen bezocht
De Roy van Zuijdewijn onderzocht de eerste dag, de eerste week en het eerste jaar na de aanslagen. ‘De vier aanslagen in de vier landen zijn enigszins vergelijkbaar qua achtergrond en ideologie van de aanslagplegers. Ik wilde die landen ook cultureel kunnen begrijpen en de talen spreken. Het onderzoek heb ik dan ook in vier talen gedaan en ik ben een jaar later bij alle vier de herdenkingen geweest. Ik sprak met nabestaanden, je ziet echt wat het met mensen doet in plaats van dat je het uit de literatuur haalt. Het was soms best heftig. Natuurlijk moet je als wetenschapper afstand houden, maar ik denk dat dit zeker iets toevoegt aan mijn proefschrift.’
Meegaan in de retoriek van terroristen
Het onderzoek geeft een goed zicht op hoe het proces van betekenisgeving verloopt na een aanslag. De Roy van Zuijdewijn: ‘Wat je ziet, is dat autoriteiten huiverig waren dat de bevolking niet op een goede manier zou reageren, maar in de cases zag je juist dat autoriteiten meer meegingen in de retoriek van de terroristen dan de burgers deden. Zoals in Frankrijk, waar de bevolking opriep tot terughoudendheid, maar door de overheid juist extreem strenge maatregelen werden opgelegd die zij passend vond bij zo’n uitzonderlijke situatie.’
Vertrouwen en samenwerken
Er zijn volgens de onderzoeker twee lessen te trekken voor beleidsmakers en autoriteiten. ‘Heb vertrouwen in je eigen bevolking, vertrouw erop dat ze een modus vinden om met de situatie om te gaan. En als tweede: wees je bewuster van je eigen rol in het proces van betekenisgeving. Trek gemeenschappelijk op en leer van elkaar. Ik heb zoveel verschillen gezien in de manier van verwerken en herdenken. Het was soms ook volstrekt onduidelijk wie wat deed. In Brussel organiseerde iedereen maar wat. In Frankrijk was het heel top-down, mensen mochten met hun vlaggetjes komen zwaaien en dat was het dan wel. In Manchester werd echt samen opgetrokken bij de herdenking. Dat gaf meteen een gevoel van verbondenheid en laat een sterk verhaal van weerbaarheid zien.’
Verbinden van inzichten
De belangrijkste conclusie die De Roy van Zuijdewijn trekt: vrij snel na het plegen van een aanslag verschuift de aandacht van de aanslagplegers naar burgers en autoriteiten en blijkt terrorisme geen succesvolle communicatiestrategie te zijn. ‘Langetermijnaandacht voor de boodschap van terroristen is er niet. Wat het onderzoek ook laat zien, is dat wijdverbreide solidariteit of polarisatie, de veronderstelde automatismen na aanslagen, niet binair optraden. Daarom pleit ik ook voor het bekijken van vraagstukken vanuit verschillende disciplines. Wetenschappers opereren nog te vaak vanuit hun eigen kaders, vind ik. Ik heb allerlei vakgebieden samengebracht, terrorismestudies, sociologie, crisismanagement om deze inzichten te kunnen verbinden.’
Creativiteit stimuleren
De Roy van Zuijdewijn is blij dat de klus geklaard is en kijkt uit naar de verdediging. ‘Het was heel interessant, maar ook lastig. Zeker in het laatste jaar, midden in coronatijd, in je eentje achter de laptop. Normaal vind je steun bij collega’s als je vastloopt. Even bijpraten in de wandelgangen of bij de koffieautomaat. Nu zat ik thuis en heb ik van alles gedaan om m’n eigen creativiteit te stimuleren. Ik heb een whiteboard opgehangen en een rol papier van 30 meter gekocht om op de grond als een soort detective van alles uit te tekenen. Ik ben blij dat het gelukt is en heb zin in de verdediging, zeker nu er 50 gasten mogen komen, daar ben ik enorm blij mee.’
Meer informatie over de verdediging lees je hier.
Tekst: Margriet van der Zee
Beeld: Eigen foto’s Jeanine de Roy van Zuijdewijn