Nieuwe hoogleraar Middeleeuwse Geschiedenis Philippe Buc: ‘Ik ben net als een herder’
Een herder, maar ook een comparativist en historicus met zeer brede interesses. Zo omschrijft professor Philippe Buc zichzelf. Sinds 1 augustus 2021 bekleedt hij de stoel van hoogleraar Middeleeuwse Geschiedenis aan de universiteit. In een kennismakingsgesprek stelt Buc zichzelf, zijn onderzoek en zijn speciale onderwijsfilosofie voor.
Buc is blij met zijn nieuwe aanstelling in Nederland. ‘Ik heb veel respect voor de traditie van middeleeuwse geschiedenis die aan deze universiteit vertegenwoordigd is, van Huizinga tot meer recentere figuren van groot aanzien,’ vertelt hij. Zo gebruikte Buc bij zijn vorige aanstelling in Oostenrijk het tekstboek van emeritus-hoogleraren Wim Blockmans en Peter Hoppenbrouwers. ‘Ik heb dus een goed beeld van de traditie waarin ik terechtkom.’
Een sterke vergelijkende geschiedenis
Hij denkt zeker geen vreemde eend in de bijt te zijn en verheugt zich op het nieuwe hoofdstuk van zijn wetenschappelijke carrière. ‘Ik ben een historicus die van lange historische perioden houdt, dus ik bestudeer duizenden jaren en verwijs voortdurend terug naar het heden,’ zegt hij. ‘Ik onderzoek bijvoorbeeld religieus geweld in de middeleeuwen, maar er is nu ook religieus geweld. Studenten kunnen dan ook verwachten dat als ik het over Midden- en West-Europa heb, ik ook vergelijkingen zal maken met andere delen van de wereld. Ik heb dit jaar een college over kruistochten en ik ben van plan twee speciale eenheden te bespreken: één over de jihad en één over heilige oorlog in een boeddhistische opzet. Ik vind het interessant om over Europa na te denken in de context van andere culturen en andere samenlevingen.’
Buc heeft ook al bedacht wat voor onderzoek hij graag aan de universiteit zou willen doen. ‘Ik wil geschiedenis en de gebiedsstudies dichter bij elkaar brengen. Het zou mooi zijn om nauwer samen te werken en te profiteren van de enorme hoeveelheid aan middelen die Leiden al heeft.’
Een mondiale carrière
De interesse naar andere culturen komt niet uit een onverwachte hoek: Buc is het gewend om zich te begeven in andere samenlevingen. Hij is ook al bekend met Nederland en Leiden. ‘Ik ken Nederland al een beetje. Ik ben van 1997 tot 1998 bij het Netherlands Institute for Advanced Study betrokken geweest,’ vertelt hij. Tijdens zijn jaar in Nederland bezocht Buc regelmatig Leiden. ‘Het was een welvarende en deftige studentenstad,’ herinnert hij zich.
Afgezien van zijn detour naar Nederland, speelde een groot deel van Buc’s eerdere carrière zich in de Verenigde Staten af. ‘Mijn pedagogie is sterk gevormd door de Verenigde Staten want daar ben ik mijn loopbaan begonnen.’ Hij voltooide daar zijn bachelor en master. Na het behalen van zijn PhD in Parijs ging Buc aan de slag bij Stanford-universiteit.
Grote keuzevrijheid
Uit zijn jarenlange ervaring in het Amerikaanse hoger onderwijs wil Buc ook een aantal andere aspecten naar Leiden meenemen. Hij noemt zichzelf een herder, maar wel een die studenten vrij laat. Zo staat keuzevrijheid bij hem hoog in het vaandel. Wil een student per se een paper over een bepaald onderwerp schrijven? Dat kan – mits het realistisch is. ‘Jonge Amerikanen - terecht of onterecht - hebben de neiging te geloven dat ze kunnen doen wat ze willen. Zo optimistisch zijn ze,’ vertelt Buc. ‘Het gevaar daarvan is natuurlijk dat men niet opnieuw het wiel moet gaan uitvinden. Maar er is iets in die sfeer dat energie geeft. Ik haal veel uit de verbeelding van studenten.’
Een lesgevende herder
Ook in zijn onderwijs is de Amerikaanse invloed te zien. ‘Het idee van lesgeven in de Verenigde Staten is dat studenten veel moeten lezen, schrijven en discussiëren,’ legt Buc uit. ‘Een goede discussie is een discussie die allerlei ideeën op tafel laat komen, maar die ook een aantal inzichten of antwoorden oplevert. Het is van mijn kant heel vrijblijvend, maar ik ben dus ook een herder. Ik laat mijn studenten grazen bij de onderwerpen die ze interessant vinden, maar breng ze altijd terug naar het midden.’