Egbert Fortuin benoemd tot hoogleraar Russian Language and Linguistics: ‘Ik ben weer terug’
Op 1 augustus is Egbert Fortuin benoemd tot hoogleraar Russian Language and Linguistics. Na een bestuursperiode van vijf jaar als vice-decaan in het faculteitsbestuur staat hij te trappelen om zich volledig aan de opleiding te wijden. Zijn benoeming kan dan ook in vier woorden worden samengevat: ‘Ik ben weer terug.’
Van 2015 tot 2020 was Fortuin als vice-decaan bij het faculteitsbestuur verantwoordelijk voor de portefeuille bacheloropleidingen. Ondanks de drukke positie met weinig ruimte voor onderzoek is het hem gelukt om zijn kennis op peil te houden. ‘Het vice-decaanschap was lastig te combineren met onderzoek doen, maar ik heb het wel gedaan. Ik had vier dagen per week bestuurlijke taken en één dag had ik tijd om onderwijs en een heel klein beetje onderzoek te doen. Zo ben ik wel onderwijs blijven geven. Ik heb die tijd ook zoveel mogelijk geprobeerd te benutten voor onderzoek, maar ik gebruikte vooral mijn weekenden daarvoor,’ zegt Fortuin.
Negatief imago
Volgens Fortuin komt zijn benoeming op een belangrijk moment. ‘Ik ben Russisch gaan studeren op het moment dat de Berlijnse muur was gevallen. Het was toen een spannende tijd voor Rusland, want het leek zich te ontwikkelen tot een open land met meer betrekkingen tot het Westen,’ herinnert hij zich. ‘Destijds was Rusland het nieuwe beloofde land. Dat is erg veranderd. Rusland heeft nu vooral een imago van desinformatie, beïnvloeding en geen democratie. Het land komt negatief in het nieuws, maar is wel heel erg aanwezig,’ zegt Fortuin. ‘Dit besef bestaat ook in Nederland. Iedereen van de politiek tot in het bedrijfsleven zal zeggen dat we Rusland in de gaten moeten houden en er kennis over moeten hebben. Ik denk dat de leerstoel het belang van het domein Rusland extra benadrukt.’
Russisch door en door analyseren
Mede daarom is Fortuin blij met zijn nieuwe aanstelling, waarin hij zich gaat focussen op de taalkunde. ‘Ik vind het fijn dat we door mijn benoeming de moderne Russische taalkunde kunnen verstevigen. Rusland kun je vanuit verschillende perspectieven bestuderen, maar de basis is altijd de kennis van de taal. Voordat je je bezighoudt met de politiek, economie en geschiedenis moet je die eerst goed beheersen,’ licht hij toe. ‘Natuurlijk is het leren van een taal interessant, maar nadenken over de taal is dat nog veel meer – hoe zit de taal in elkaar en uit welke structuren bestaat het? Ik wil in mijn onderzoek het Russisch ook gaan vergelijken met andere talen om zo meer kennis over taal in het algemeen te verkrijgen. Daarvoor moet je de taal door en door analyseren. Pas daarna kun je relaties gaan leggen tussen het Russisch en andere talen. We weten veel over het Russisch - maar zeker niet alles - dus er is nog veel onderzoek naar te doen.’
Symbolische stimulans
‘Bovendien is het ook symbolisch een stimulans voor de opleiding dat ik terug ben,’ stelt Fortuin. Meer dan voorheen wil hij aanwezig zijn bij de opleiding. ‘Net zoals ik was de andere taalkundige van de opleiding, Jos Schaeken, die als specialisatie heeft Oud-Slavische taalkunde en cultuurgeschiedenis, vaak uithuizig. We hebben met plezier heel veel tijd en liefde gegeven aan het instituut, de faculteit en de universiteit, maar daardoor waren wij vaak weg van de opleiding. Het is goed dat ik nu benoemd word tot hoogleraar Russische taalkunde, omdat de opleiding zo een extra impuls krijgt én dat de moderne Russische taalkunde weer een gezicht heeft.’
Na zijn studies Slavische talen en culturen en Filosofie en zijn promotie aan de Universiteit van Amsterdam ging Fortuin aan de slag bij de Vereniging van Universiteiten (VSNU). Ook was hij gastonderzoeker en gastdocent aan de opleiding Slavische talen en culturen aan de Universiteit van Amsterdam. Hierna bekleedde hij een jaar de functie van beleidsmedewerker aan de Universiteit Leiden. ‘Vrij snel kwam Jos Schaeken, hoogleraar Slavische en Baltische talen en cultuurgeschiedenis, toen naar mij toe en vroeg of ik niet terug wilde gaan naar de wetenschap,’ vertelt Fortuin. ‘Dat leek mij inderdaad wel wat en zo ben ik dus bij de faculteit Geesteswetenschappen in Leiden terechtgekomen.’