Even voorstellen: Rick Tazelaar
Rick Tazelaar werkt sinds augustus als universitair docent bij de sectie Algemene Geschiedenis. Hieronder stelt hij zich voor.
Ik ben gespecialiseerd in de moderne politieke en culturele geschiedenis van Duitsland en Europa. Het komende semester geef ik onder andere een werkcollege over cultuur in het Derde Rijk en een themacollege over keizer Wilhelm II en het Duitse Keizerrijk.
De afgelopen acht jaar heb ik in Duitsland gewoond, gestudeerd en gepromoveerd. Tot nu toe vond ik Nederlanders die door een langdurig verblijf in het buitenland een buitenlands accent in hun moedertaal ontwikkelden altijd een beetje aanstellers. Maar inmiddels moet ik sinds mijn verhuizing naar Nederland toegeven dat ik ook zelf in dit opzicht niet van onbesproken gedrag ben. Ik ben waarschijnlijk de enige geboren “Rotterdammert” die af en toe met een Prins-Bernhard-accent spreekt.
In München heb ik afgelopen jaar mijn promotieonderzoek aan de Ludwig-Maximilians-Universität afgerond. Tijdens mijn promotie heb ik als wetenschappelijk medewerker aan het Institut für Zeitgeschichte in München gewerkt. Mijn promotie maakte deel uit van een groot onderzoeksproject naar de wederopbouw en ontwikkeling van de ministeries in Beieren na 1945. In mijn proefschrift heb ik het leidinggevende personeel en de politiek van de Beierse Staatkanselarij (het uitvoerend bureau van de Beierse minister-president) tussen 1945 en 1962 onderzocht. Daarbij heb ik laten zien hoe het Beierse streven naar Eigenstaatlichkeit binnen een nieuwe Duitse staat na 1945 een grote rol speelde bij de gevoerde politiek en het personeelsbeleid. De conservatieve bestuurlijke elite hield er een creatieve omgang met en waarneming van NS-Belastung op na, zodat zo veel mogelijk Beierse ambtenaren kort na de Tweede Wereldoorlog konden terugkeren naar hun werkplekken. Het doel was daarbij het Beierse staatsbestel zo snel mogelijk op te bouwen en te verdedigen. Ook kon ik laten zien hoe vanuit de Staatkanselarij een actieve geschiedenispolitiek werd gevoerd om de Beierse staat zo veel mogelijk van het nationaalsocialisme af te grenzen en iedere vorm van schuld aan de misdaden van het regime categorisch af te wijzen. Daarbij werkte ze nauw samen met Beierse historici die volledig in dienst van de staat schreven.
Vorig jaar bleek de laatste fase van mijn proefschrift overigens zeer geschikt te zijn voor de coronamaatregelen. Sterker nog, ik ontdekte dat ik al voor het uitbreken van het virus coronaproof leefde. Een praktische, maar eigenlijk ook best treurige constatering. Naast het vele schrijven aan mijn dissertatie ging ik namelijk af en toe wandelen in het park of boodschappen doen. Dat bleken precies de dingen te zijn die nog mogelijk waren toen in Beieren de lockdown werd afgekondigd. Het werd nog wel even spannend toen opeens groene politiewagens met luidsprekers door de straten van München reden en iedereen werd opgeroepen om zo veel mogelijk binnen te blijven. Het voelde even alsof we in een oorlogssituatie waren beland.
Ik vind het heel leuk om nu als docent in Leiden aan de slag te gaan. Ondanks de coronamaatregelen heb ik gelukkig al een aantal collega’s leren kennen en leuke gesprekken kunnen voeren. Ik kijk ernaar uit om de komende tijd nog meer collega’s en studenten te ontmoeten – hopelijk op het instituut of in één van de andere universiteitsgebouwen. Voor een kopje koffie of een cafébezoek na een lange werkdag ben ik immer bereit!