"We doen het allemaal samen en hebben elkaar nodig"
Sinds 15 juli 2021 is Jordi Kerkum werkzaam als bestuurssecretaris bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen. We stellen hem graag aan je voor.
Hoe bevalt het tot nu toe?
"Tot nu toe ben ik een zeer warm welkom geheten door alle collega’s en heel goed ondersteund door mijn team, de andere diensthoofden en het bestuur. Bestuurssecretaris is een uitdagende functie en het instapmoment is heel interessant, zeker gezien de situatie rondom de heropening van het onderwijs. Er valt zoveel te ontwikkelen en te regelen; het zal even duren voordat ik de faculteit goed heb leren kennen."
Hiervoor werkte je bij de TU Delft. Was het een logische vervolgstap naar je huidige functie en naar de Leidse universiteit?
"In Delft ben ik ruim twaalf jaar instituutsmanager/bestuurssecretaris geweest van twee heel verschillende instituten. Daarnaast heb ik me ook altijd bezig gehouden met facultaire en universitaire projecten op het gebied van bijvoorbeeld organisatieontwikkeling, HR, communicatie, het Nieuwe Werken. De rol die ik nu hier in Leiden heb, voelt als een heel logisch vervolg hierop, omdat ik de bouwstenen en de mechanismen van de universitaire wereld goed ken. Het is nu een kwestie van wennen aan een andere positie daarin en het leren kennen van de cultuur en de verhoudingen in Leiden en op de FSW."
Wat neem je mee vanuit je tijd bij de TU Delft?
"De wens om zaken voor wetenschappers en studenten zo goed en zo prettig mogelijk te willen regelen, vanuit een zelfbewuste, professionele houding als ondersteuner. We doen het allemaal samen en hebben elkaar nodig; iedereen is daarin belangrijk."
Waar zullen collega’s jou over horen praten als het niet over bestuurszaken gaat?
"In mijn vrije tijd breng ik veel tijd door met mijn gezin (ik ben getrouwd, we hebben 3 kinderen en sinds kort een hond) en hou ik van zingen en muziektheater maken, vooral musical. Binnenkort speel ik in een nieuwe versie van Tsjechov, daar ben ik in mijn vrije tijd veel mee bezig."
Beeld: Suédy Mauricio
Tekst: Emma Knapper