3 October University: van Russisch DNA tot drugsgeweld
In de prehistorie vond een enorme migratiegolf plaats, van de steppen in Rusland en Oekraïne naar West-Europa. De genen van de nieuwkomers werden dominant. Leids archeologisch onderzoek naar grafheuvels op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug leverde deze opzienbarende conclusie op. Dat vertelde Quentin Bourgeois bij de 3 October University in het Van der Werfpark. Ook onderzoekers Maartje van der Woude en Marieke Liem vertelden over hun onderzoek.
Het is een spannend onderzoeksverhaal dat archeoloog Quentin Bourgeois vertelt. Sinds een aantal jaren probeert de Leidse Faculteit der Archeologie Nederlandse grafheuvels in Midden-Nederland in kaart te brengen. Daarin werden in de prehistorie mensen begraven en het vermoeden is dat het er heel veel moeten zijn. Veel grafheuvels in Nederland zijn verdwenen door landbouw en andersoortig grondgebruik maar met name in de van oudsher bosrijke Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug zouden er nog velen intact kunnen zijn.
Hoogtemetingen
Een geweldige kans ontstaat als de Rijksoverheid nauwkeurige hoogtemetingen gaat uitvoeren om te bepalen welk deel van het land op termijn onder water kan komen te staan. Vanuit helikopters wordt met laserstralen, door de begroeiing heen, onder meer op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug per 50 cm2 een hoogtemeting gedaan, heel gedetailleerd dus. Een goudmijn voor archeologen, want een grafheuvel is soms slechts 1,5 meter hoog.
Van de gemeten gebieden maken de archeologen overzienbare deelkaarten, die in de lockdown door duizenden Nederlanders worden bekeken. Dit gebeurt in de vorm van een enorm citizen science-project, waaraan iedereen kan meedoen. Op de kaarten, waaruit de bebossing was weggefilterd, detecteren de deelnemers cirkelvormige locaties waar zich mogelijk een grafheuvel bevindt. (Bourgeois: ‘We weten nu ook waar alle rotondes in het gebied liggen, die hebben ongeveel dezelfde afmeting.’). Elk van de kaarten wordt gezien door maar liefst zestig deelnemers. Uit proefbeoordelingen van de kaarten is namelijk gebleken: hoe meer mensen een locatie aanwijzen, hoe groter de kans dat er inderdaad sprake is van een grafheuvel.
DNA-onderzoek
In de loop van dit jaar is met de nieuwste DNA-technieken botmateriaal uit vele van de 750 bevestigde grafheuvels bekeken en vergeleken . De ontdekking: er werden overmatig veel genen gevonden, gelijk aan die van eerdere inwoners van de Russische en Oekraïnse steppen. Ergo: vanaf 3000 v.Chr. is er een enorme migratiegolf vanuit die gebieden naar West-Europa op gang gekomen. ‘Het zou ook heel goed kunnen verklaren’, zei Bourgeois, ‘waarom West-Europese talen tot een uitgestrekt Indo-Europees taalgebied behoren.' Vast is komen staan dat de steppenbewoners ook Groot-Brittannië hebben bereikt. ‘En het onderzoek staat nog maar aan het begin’, aldus Bourgeois.
Bezoekers Klaas Knol en Cheri Nienkemper zijn van plan om naar alle drie de lezingen te luisteren, mits Klaas’ zitvlees het uithoudt, want daar is hij niet royaal mee uitgerust. Hij is met name geïnteresseerd in de lezing over de grafheuvels, Cheri meer in de twee andere, over geweldsmisdrijven en de mate van empathie van de Leidenaar. Ze gaan ook nog naar de kermis en de warenmarkt. En Klaas heeft in bed al de reveille (om 7.00 u) beluisterd. Het zitvlees van Klaas heeft het goed gehouden, want de twee vertrekken pas na alle drie de lezingen.
Drugsgeweld moeilijk aan te pakken
Marieke Liem is Leids hoogleraar Sociale veerkracht en veiligheid. Ze ging in haar lezing op zoek naar de vraag of het geweld in Nederland nu wel of niet is toegenomen. Aan de hand van cijfers toonde ze aan dat het totaal van het dodelijk geweld (110 à 120 slachtoffers per jaar) afneemt maar níet het geweld in en door de drugswereld. Dat schommelt weliswaar tussen 8 en de 35 doden per jaar maar op de wat langere termijn is geen sprake van afname. Hoe komt dat? Liem concentreerde haar betoog op geweld rond de invoer van en handel in cocaïne: ‘Die markt is steeds verder gegroeid maar invoer en handel zijn sterk versnipperd geraakt. Was die nog niet zo lang geleden in handen van Zuid-Amerikanen en Spanjaarden, door de grote lokale vraag in West-Europa en de nog braakliggende afzetgebieden verder Europa in, zijn ook Nederlanders, Marokkanen en Oost-Europeanen - uit Servië, Montenegro en Kroatië - er actief in geworden. Europa is aantrekkelijk: het is makkelijk drugs binnen te brengen via de zeehavens Antwerpen en Rotterdam, de pakkans is klein en er zijn goede witwasmogelijkheden. ‘Er is een lawless onderwereld ontstaan', aldus Liem, 'waarin vetes, soms met veel geweld, onderling worden uitgevochten. We weten er vrij weinig van, maar wat we zien is het topje van de ijsberg.’
Drugs makkelijker verkrijgbaar dan bananen
Liem kraakt wat harde noten over het Nederlandse drugsbeleid. Nederland heeft weliswaar veel grote problemen, zoals stikstof, onderwijs, wonen en armoede, maar het lijkt erop dat de drugshandel pas in dat rijtje werd opgenomen toen er een advocaat en een misdaadverslaggever door (vermoedelijk) drugscriminelen werden vermoord. In elk geval komt er nu een multidisciplinaire taskforce die het probleem veelkantig moet gaan aanpakken. Maar dan is er nog het feit dat druggebruik gewoon geworden is. ‘Je hebt sneller een gram coke in huis dan een tros bananen’, aldus Liem. Een mevrouw in de zaal bevestigt dat. Ze hoorde met verbijstering van scholieren hoe makkelijk het in Leiden is op het schoolplein drug te krijgen.
Bezoekers Josta Hofer en Jasper Visser zijn voor de 3 October University uitgenodigd door spreker Maartje van der Woude. Ze ontmoetten elkaar in het kader van Van der Woudes onderzoek. Hofer en Visser werken beide voor de Stichting 2030, een in Leiden gevestigde, landelijk opererende stichting die wil helpen de Sustainable Development Goals van de VN in 2030 te bereiken. Enkele daarvan sluiten aan bij de lezing van Van der Woude, zoals ongelijkheid en armoede uitbannen. ‘Maar we vinden het ook leuk om nieuwe kennis op te doen. Die kwam vooral uit de lezing over de grafheuvels.’
Leiden, Stad van Vuchtelingen
Criminoloog Maartje van der Woude ging, zoals zovelen, aan de wandel tijdens de corona-epidemie, ook buiten de singels. Ze bekende eerlijk dat ze er geen idee had dat Leiden zulke grote verschillen kent. Ze realiseerde zich ineens dat veel mensen in Leiden het waarschijnlijk lastiger hebben dan de gemiddelde, witte binnenstadsbewoner, zoals zijzelf. Hoe zou je die vooruit kunnen helpen? Ze boog zich eerst over de vraag die daaraan vooraf gaat: hoe empathisch is Leiden eigenlijk? Samen met binnen- en buitenlandse studenten van een op de criminologie gerichte Master Honours Class (voor studenten die meer willen en kunnen), zette ze een onderzoeksproject op. Voelen de mensen in Leiden Noord en Leiden Zuid-West, waar de Leidenaren met een niet-westerse achtergrond wonen (17% van het totaal) zich op enigerlei wijze gediscrimineerd? De studenten vroegen het in 180 straatinterviews aan passanten in de beide wijken. Opvallend was dat velen antwoordden: zijzelf niet maar mensen die ze kenden wel... Een andere vraag was of mensen wisten dat de stad nog steeds slogan Leiden, Stad van Vluchtelingen heeft. Als mensen het wisten, en velen wisten het ook niet, refereerden ze vooral aan het verleden. Gemeenteraadsleden kregen de vraag naar de betekenis van de slogan voorgelegd. Zij zeiden vooral dat het zou moeten betekenen dat… Maar dat het allemaal niet zo eenvoudig was.
De ander nodig voor eigen superioriteit
Van der Woude beval haar luisteraars aan om open en nieuwsgierig gesprekken aan te gaan met ‘anderen’. Ze begon met een theoretische beschouwing over ‘de ander’ die bij ons woont maar toch anders is. En dat we denken ‘die ander’ nodig te hebben om onszelf superieur te voelen en om onze maatschappelijke ongemakken op af te schuiven: samen tegen ‘de andere’ maakt ons sterk. Een van haar opvallendste bemerkingen was dat landen die sterk hameren op mensenrechten, veelal te vinden in Noord-West Europa, inclusief Nederland, zelf vaak niet bijster inclusief zijn. Een om over na te denken.
Studentenvereniging Augustinus is al vanaf het begin, nu voor de zevende keer, betrokken bij de 3 October University. De vereniging wilde graag meer betrokken zijn bij de stad, vertelt Floor Meijer, bestuurslid Extern. Door zich te verbinden aan de 3 October University sloeg de vereniging twee vliegen in een klap: zichtbaarder zijn in de stad en een relatie aangaan met de universiteit. De hele commissie Extern is jaarlijks aanwezig in de 3 October University-tent. De commissie levert de presentator (dit jaar de zeer spreekvaardige Gijs Abbing), helpt met het inrichten van de tent en het opruimen daarna, en flyert in de omgeving voor en tijdens het evenement.
Tekst: Corine Hendriks
Beeld: Eelkje Colmjon