Drie vragen over moeizame taalontwikkeling bij kinderen
Zo’n zeven procent van de kinderen heeft moeite met het leren van de moedertaal, omdat zij een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben. Tijdens Wereld TOS Dag op 15 oktober wordt aandacht gevraagd voor deze stoornis. Ontwikkelingspsychologe Neeltje van den Bedem vertelt waarom dat belangrijk is.
Wat is een taalontwikkelingsstoornis?
‘Ongeveer zeven procent van de kinderen heeft een taalontwikkelingsstoornis. Zij hebben veel moeite om hun eerste taal te ontwikkelen, zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor is. Kinderen met zo’n TOS leren vaak wel taal, maar veel langzamer en moeizamer dan je zou verwachten. Ze hebben bijvoorbeeld een kleine woordenschat, hebben moeite met het maken van grammaticale zinnen en kunnen de taal van anderen niet snel genoeg begrijpen.’
Waarom is het belangrijk dat we hier meer aandacht voor vragen?
‘We gebruiken taal de hele dag door, zonder er bij na te denken. Als een kind niet doet wat je vraagt, kun je snel denken dat een kind eigenwijs is of vervelend doet, waardoor je boos reageert. Maar als dit kind een TOS heeft, had het misschien de vraag niet goed begrepen. Het is belangrijk dat TOS bekender wordt zodat we kinderen goed kunnen helpen. Ook bij het stellen van diagnoses gebruiken we vaak talige testen. De vraag is dan of je meet wat je wilt meten.’
Hoe helpt jouw onderzoek om TOS beter te begrijpen?
‘In sociaal contact leer je om emoties te herkennen en te begrijpen. Als je taalproblemen hebt, gaat dit vaak lastiger, omdat de uitleg van anderen moeilijk te volgen is. Om dit testen gebruiken we vaak talige vragen als: “Kan uw kind goed verwoorden wat hij/zij voelt?” We hebben daarom onderzocht hoe we dit kunnen meten en in hoeverre het samenhangt met het taalprobleem van de kinderen, zodat we goede diagnoses kunnen stellen. Daaruit bleek dat kinderen met TOS volgens hun ouders meer problemen hebben met emotiebegrip, onafhankelijk van de ernst van de taalproblemen.’