Ylva Klaassen herbenoemd tot onderwijsdirecteur LUCAS: ‘We gaan samen verder bouwen’
Ylva Klaassen is voor drie jaar herbenoemd als onderwijsdirecteur van het LUCAS. Per 1 oktober begint haar tweede termijn, die ze combineert met haar taken als instituutsmanager.
Voor Klaassen lag het voor de hand om door te gaan. ‘Ik was bij uitzondering voor één jaar benoemd, omdat mijn voorganger voor het einde van de termijn vertrok. Mijn insteek was meteen om daarna door te gaan, want na zo’n korte periode ben je net ingewerkt. In deze nieuwe termijn kan ik echt gaan bouwen. Ik ben dan ook erg blij dat het Faculteitsbestuur en de medewerkers van LUCAS hun vertrouwen in mij hebben uitgesproken bij deze herbenoeming.’
Samenwerking als speerpunt
In haar nieuwe termijn wil Klaassen vooral inzetten op samenwerking. ‘Dat is van belang voor een thema als werkdruk, dat al heel lang op de agenda staat. Daar moeten echt stappen in gemaakt worden, maar daarvoor is het nodig om met het Faculteitsbestuur, alle opleidingsvoorzitters en vooral alle docenten naar het probleem te kijken. Die gezamenlijkheid vind ik belangrijk.’
De nadruk op samenwerking kenmerkte ook Klaassens eerste jaar als onderwijsdirecteur. ‘Er gebeurt al heel veel, maar ik denk dat mensen zowel op onderwijs- als onderzoeksgebied nog meer van elkaar kunnen leren. Het afgelopen jaar hebben we geprobeerd om mensen bij elkaar te brengen die met dezelfde dingen bezig waren. Zij hebben ervaringen uitgewisseld over zaken als scriptiebegeleiding, leiderschap en de implementatie van de programmanormen. Daar zijn leuke dingen uit ontstaan, dus daar willen we zeker mee doorgaan.’
Kloof dichten
Verder vindt ze belangrijk om ook Den Haag meer bij het instituut te betrekken. ‘Hoewel we in Den Haag ook een campus hebben met een eigen gebouw, wordt er toch vaak een kloof gevoeld tussen de twee plaatsen. Ik denk dat het heel goed zou zijn om de banden te verstevigen en bijvoorbeeld te kijken naar nieuwe programma’s. Ik ben daarom ook blij dat het Faculteitsbestuur nadenkt over nieuwe minoren voor geesteswetenschappen, specifiek voor de Haagse programma’s.’
Optimaal gebruikmaken van expertise
Zelf gaat Klaassen ook meedenken over de inrichting van bestaande en nieuwe onderwijsprogramma’s. ‘De rol van de onderwijsdirecteur gaat dit collegejaar veranderen. Waar de onderwijsdirecteur voorheen vooral ging over de bezetting, is het nu de bedoeling dat er meer overleg gaat plaatsvinden met de opleidingsvoorzitters en de vice-decanen over de curricula . Dat lijkt me een heel goede ontwikkeling. Juist omdat je als onderwijsdirecteur een overzicht hebt van alle vakgebieden en docenten binnen het instituut , kun je een perspectief toevoegen aan dat van bijvoorbeeld een opleidingsvoorzitter, die vooral de eigen opleiding kent. Op die manier kun je optimaal gebruikmaken van de expertise van docenten.’
Klaassen blijft ook de komende termijn haar functie als onderwijsdirecteur combineren met die van instituutsmanager.