Even bellen over: studentenwelzijn
Er is veel aandacht voor het welzijn van ‘onze studenten’. Vorige week organiseerde de universiteit de Student Well-Being Week en het gehele jaar wordt hen mentale ondersteuning zoals buddyprogramma’s, studentensupportgroepen en workshops studievaardigheden geboden. Ook krijgt iedere faculteit een eigen well-being officer. Alexandra Blank is een van hen en maakte deze maand bij Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen (FWN) de overstap van studentcoach naar well-being officer. ‘Ik hoop plezier en menselijkheid te brengen in het onderwerp.’
Ha Alexandra, vanwaar de stap van studieadviseur naar well-being officer?
Ik had als studieadviseur al een iets andere rol: ik coachte bij het Leiden Institute of Advanced Computer Science (LIACS) de afgelopen jaren masterstudenten en PhD’ers. Ik werkte daarbij veel samen met studieadviseurs die hen met mij in contact brachten. Ik heb mijn ervaringen hiermee onlangs ook gedeeld tijdens het Student Well-Being symposium van EUniWell. Ik heb van jongs af aan mensen begeleid en gecoacht. In de sport, als thuiswerkbegeleider en later ook als mentor. Ik vind het erg leuk om mensen, jong volwassenen vooral, te laten zien wat ze in zich hebben, wat ze kunnen ontwikkelen. Dat deed ik ook bij het LIACS. Ik heb dan ook wel even getwijfeld: ik ben van het ‘niet lullen, maar poetsen’. Ik vind het belangrijk om tastbaar bezig te zijn met welzijn en de ontwikkeling van mensen en vreesde dat ik het directe contact met studenten zou verliezen. Maar ik zag ook grote kansen.
Dus toch de stap gewaagd. Welke kansen zie je dan?
In de rol van well-being officer krijg ik veel vrijheid in het opzetten van nieuwe initiatieven. Tot nu toe richtte ik me op individuen of kleine groepen, straks bereik ik meer studenten. En nog steeds met concrete dingen. We kiezen ook voor een bredere benadering van welzijn. Nu is het vaak ‘het gaat niet goed met deze student, die moeten we helpen.’ De resultaten van de Nationale Studenten Enquête laten echter zien dat het met een grote groep ok gaat. Zij hebben niet direct hulp nodig, maar we kunnen hen wel voorbereiden op hoe je kunt omgaan met tegenslag. Het is belangrijk om te leren veerkrachtig te zijn, sterk in je schoenen te staan. Door – vanuit positieve psychologie – te ontdekken waar je goed in bent en dit verder te ontwikkelen bijvoorbeeld. Ik hoor van collega’s en studenten soms ook terug dat ze een beetje moe worden van alweer een workshop over wat stress doet met je lichaam. Ze willen iets nieuws leren en het thema benaderen vanuit het sterkteperspectief helpt daarbij. Dat kan ook op een ludieke manier. Ik verheug me er erg op om daaraan te werken.
En de studenten die je nu begeleidt?
Ik blijf sowieso deels nog de rol van studiecoach vervullen bij het LIACS. En ik ga ervanuit dat ook deze studenten geïnteresseerd zijn in de nieuwe initiatieven. Zij zullen hier gebruik van gaan maken, dat gaat hand in hand.
Afgelopen week was de Student Well-Being Week. Heb je daar al aan bijgedragen?
Ik ben per 1 november gestart en niet betrokken bij de organisatie. Maar ik heb wel een aantal lezingen bijgewoond. Om in contact te zijn met studenten en om te zien wat er al gedaan wordt. En ik zit in de werkgroep Studentenwelzijn van Angela van der Lans (well-being officer van SOZ). Dat deed ik ‘erbij’, maar zo was ik dus al langer betrokken. Ik gaf feedback en dacht mee. Nu maakt het echt deel uit van mijn functie.
Wat verandert er in die samenwerking?
De werkgroep Studentenwelzijn toveren we om naar klankbordgroep. Zodat we mensen die interesse hebben nog steeds goed kunnen betrekken. Vanaf januari starten we met bijeenkomsten met alle facultaire well-being officers. Die zijn gericht op het delen van informatie en good practices: wat loopt er goed bij de verschillende faculteiten, is dat ook zinvol voor anderen? En ook: wat zijn de centrale projecten en hoe zorgen we er samen voor dat die via de faculteiten toegankelijk zijn voor studenten? Wij willen als well-being officers de spin in het web zijn. Alle kanten met elkaar verbinden – van centraal naar de faculteiten en instituten en andersom. Wie is waarmee bezig en hoe voorkomen we dat we dingen dubbel doen? Binnen instituten en opleidingen zijn er ook al fantastische ideeën, dat moeten we benutten.
Heb je een voorbeeld van zo’n idee?
Het mentoraat/tutoraat dat bij sommige opleidingen al bestaat, is een mooi voorbeeld. Tijdens corona hebben we gezien dat dat heel goed werkt. Nu wordt centraal gecoördineerd dat dat binnen alle faculteiten en instituten wordt ingericht.
Een idee bij het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML-instituut) is ook heel goed ontvangen door studenten: een thesis-failure event. Studenten kwamen bij elkaar, dronken een drankje en vertelden elkaar wat er allemaal mis is gegaan tijdens hun studie. Een spin-off van ‘fuckup-nights’ eigenlijk, die gericht zijn op ondernemers. Ervaringen delen, welke fouten heb ik gemaakt en wat heb ik ervan geleerd? Het leuke van deze insteek is dat je je weer mens voelt. Je mag gewoon fouten maken en nog kun je je doel bereiken. Een heel menselijke benadering van een heel groot thema voor studenten. Daarin zie ik veel potentie. Tijdens de vorige well-being week was er ook zo’n bijeenkomst. Studenten vertelden over hun failures, bijvoorbeeld dat ze bijna onderuitgingen door prestatiedruk. Je zag dat er veel studenten op afkwamen, het raakte én inspireerde hen.’
Je begint nog maar net in deze rol. Waar hoop je over een jaar op terug te kijken?
Ik hoop dat de kijk op het onderwerp is verbreed en er nieuwe componenten aan zijn toegevoegd, zoals het ontwikkelen van veerkracht en een benadering vanuit de positieve psychologie. Voor mij gaat het bij welzijn om menselijkheid en plezier. Ik houd van lachen, ik hoop dat ik met humor en lachen het thema iets kan verlichten. Zelfs op de zwaarste momenten kan dat helpen. Maar ook dat we elkaar als echte mensen kunnen zien. Écht contact maken. En ja, dat begint al met iets simpels als een kop koffie met iemand die je al een tijd niet hebt gesproken.
Even bellen over
Er gebeurt veel binnen Universiteit Leiden. De websites worden dagelijks gevuld met nieuws. In de rubriek ‘Even bellen over’ vragen we een medewerker van de universiteit meer te vertellen over een relevant en actueel onderwerp dat speelt binnen de universiteit. De antwoorden geven je meer inzicht in de feiten, maar geven je vooral meer persoonlijke achtergrondinformatie. Wat was leuk of frustrerend? Wat was opmerkelijk? Wat viel mee, wat viel tegen? Je leest het in ‘Even bellen over’.