‘Als ambassadeur ben je ooggetuige van de geschiedenis in wording’
Carmen Gonsalves is sinds dit najaar de Nederlandse ambassadeur in Chili. Ze studeerde Geschiedenis in Leiden. Wat heeft ze aan haar studie en hoe is het om ambassadeur te zijn? We spraken haar aan de vooravond van de presidentsverkiezingen.
Je bent nu een paar maanden ambassadeur in Chili. Hoe staat het land ervoor?
‘Het is een opwindende tijd. Chili heeft nu een rechts-conservatieve president, Sebastian Piñera en er zijn presidentsverkiezingen met een linkse kandidaat en een rechts-populistische kandidaat (noot redactie: de verkiezingen op 19 december zijn inmiddels gewonnen door de linkse leider Gabriel Boric). Ondertussen is onlangs het homohuwelijk goedgekeurd door het parlement. Een mooi moment: we hebben die dag de regenboogvlag gehesen op de residentie en organiseerden een bijeenkomst met de eerste openlijke lesbische burgemeester van het land.
‘Na de val van dictator Pinochet in 1989 ontwikkelde Chili zich tot een stabiele democratie. Er zijn nog wel grote uitdagingen zoals armoede en ongelijkheid die tot veel protesten leiden. Er is een nieuwe grondwet nodig want de huidige stamt nog uit de tijd van Pinochet. Het bijzondere is dat de nieuwe grondwetgevende vergadering onder leiding staat van een andere alumna, Elisa Loncon Antileo. Zij is antropoloog, promoveerde in Leiden en behoort tot het Mapuche-volk, een van de oorspronkelijke volkeren voordat Chili gekoloniseerd werd. Ze hield hier in november de Cleveringalezing over de positie van inheemse volkeren en het belang van taal.’
‘Het is een eer om het gezicht te zijn van Nederland in Chili.'
Je werkte als diplomaat al op diverse posten in het buitenland en bent nu voor het eerst ambassadeur. Hoe bevalt dat?
‘Het is een eer om het gezicht te zijn van Nederland in Chili. Maar ik doe dat natuurlijk niet alleen. De effectiviteit valt of staat met het hele team. Met mijn collega’s analyseer ik de ontwikkelingen in het land. Hierover schrijven we berichten aan Buitenlandse Zaken en andere Haagse ministeries, met extra aandacht voor circulaire economie en klimaatbeleid. Op deze gebieden werkt Nederland samen met Chili. Dat ik hier ooit ambassadeur zou zijn had ik niet durven dromen. Zeker omdat mijn man oorspronkelijk uit Chili komt. Zijn ouders vluchtten in de jaren ’70 met hun gezin en kwamen uiteindelijk naar Nederland. Ik leerde hem in Leiden kennen waar hij ook studeerde en mij Spaanse les gaf. Het is dus bijzonder om hier samen te zijn. Toen we dit najaar aankwamen was de hele harde lockdown net versoepeld. Kinderen waren al anderhalf jaar lang niet naar school geweest. Gelukkig is het vaccinatieprogramma hier vroeg begonnen en is de boostercampagne ook al ver gevorderd.’
Eerder werkte je als diplomaat in Madrid, Sofia, Lissabon en Londen. Wat waren memorabele momenten?
‘Een complexe post was Bulgarije waar ik van 2003 tot 2007 werkte. Het land voerde toen onderhandelingen voor toetreding tot de EU en kampte onder andere met de omvorming van het politieke stelsel na het communisme en met de georganiseerde criminaliteit. Als je dan in het land zelf woont zie je niet alleen de politiek, maar ook het dagelijks leven en hoe gewone Bulgaren keihard aan het werk zijn om hun land vooruit te helpen. Uiteindelijk kon Bulgarije in 2007 onder voorwaarden EU-lid worden. Een andere bijzondere post was Londen ten tijde van het Brexit-referendum. Als Europeaan betreurde ik de uitkomst, maar zo dynamisch kan de geschiedenis zijn. De emoties wonnen het van de ratio, dat was daar heel voelbaar. Het is dan wel spannend om in het politieke centrum te zijn. Het fascinerende van diplomatie is dat je ziet hoe de geschiedenis zich ontwikkelt, je bent ooggetuige.’
Waarom koos je destijds voor de studie Geschiedenis in Leiden?
‘Het was voor mij het leukste vak op de middelbare school vanwege de prachtige verhalen. En het idee dat we kunnen leren van de geschiedenis sprak me erg aan. Natuurlijk is dat een positivistisch standpunt dat niet altijd opgaat. Geschiedenis zorgt in ieder geval voor kennis waarmee je de wereld om je heen beter kunt begrijpen en interpreteren.’
In Londen tijdens het Brexit-referendum: 'Als Europeaan betreurde ik de uitkomst, maar zo dynamisch kan de geschiedenis zijn.'
Wat heb je nu aan je studie?
‘Naast veel kennis deed ik ook allerlei vaardigheden op, zoals analytisch denken, en precies en gestructureerd schrijven. Als diplomaat moet ik veel rapporten en beleidsberichten schrijven dus dat komt nog steeds goed van pas. Daarvoor ben ik mijn docenten, zoals de hoogleraren Henk Versnel en George Winius, nog altijd dankbaar. En al tijdens mijn studie raakte ik geïnteresseerd in dit werelddeel en volgde ik vakken bij Latijns-Amerika-studies.’
Had je toen al het idee dat je de diplomatie in wilde?
‘Nee, ik wilde de journalistiek in en liep daarom stage bij het actualiteitenprogramma Televizier. Na mijn afstuderen deed ik onder andere vrijwilligerswerk bij de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in West-Berlijn. Daar raakte ik erg geïnteresseerd in internationale betrekkingen en zo kwam ik op het idee om te solliciteren bij Buitenlandse Zaken, voor een plaats in het diplomatenklasje. Ik begon daarmee in 1989 op een heel markant moment. De muur viel en de geschiedenis kantelde weer helemaal.'
Wat raad je studenten aan die ook diplomaat willen worden?
‘Je moet je senang voelen in een omgeving met andere culturen. Diplomaten zijn lang niet meer alleen juristen. Er zijn veel verschillende academici nodig zoals linguïsten, sociologen, antropologen, historici en landbouwexperts. Het werk verrijkt je leven, maar je woont wel ver weg van familie en vrienden in Nederland. Je moet dus ook heel flexibel zijn en dat gold in mijn geval ook voor mijn man en twee zonen. De jongens hebben het heel goed gedaan, maar vonden het wel lastig als ze weer vrienden moesten achterlaten. Ze zijn heel internationaal geworden. Inmiddels studeert de een in Nederland en de ander in Engeland. Gelukkig kunnen we tegenwoordig heel makkelijk even facetimen.’
Tekst: Linda van Putten