Het Facultair Strategisch Plan: drie vragen aan Mark Rutgers
Al een jaar wordt er door een Regiegroep gewerkt aan het nieuwe Facultair Strategisch Plan (FSP) 2022 – 2027 en de bijbehorende Uitvoeringsagenda. Er zijn werkgroepen geweest die een stakeholderanalyse hebben gemaakt. Er vonden verschillende consultatierondes met diverse gremia plaats, waaronder de Maatschappelijke raad van Advies en de Faculteitsraad. En er zijn een tweetal online meepraat-bijeenkomsten voor medewerkers en studenten georganiseerd. Hoe staat het nu met het FSP? Mark Rutgers, decaan en voorzitter van de Regiegroep FSP beantwoordt drie vragen over het FSP.
2022 nadert met rasse schreden. Is het FSP voor het einde van het jaar gereed?
Mark Rutgers: ‘Het antwoord is waarschijnlijk “ja en nee”. De Faculteitsraad heeft net ingestemd met het FSP waarin onze missie, visie, strategische doelen en ambities zijn verwoord. Het was een grote klus om alle input en feedback te verwerken tot een goed plan dat alle uitdagingen omvat en onze ambities recht doet. Daarbij moesten we zorgen dat ons facultaire plan goed aansluit bij het Universitair Strategisch Plan dat gelijktijdig in ontwikkeling was en bij de dies natalis op 8 februari gepresenteerd wordt. Bij het FSP hoort ook een Uitvoeringsagenda met alle acties die we de komende jaren moeten uitvoeren om onze doelstellingen te halen. We zijn een concept-Uitvoeringsagenda aan het opstellen met het Faculteitsbestuur, waarna we hierover met de afdelingshoofden, wetenschappelijk directeuren, hoofden en managementteams van de instituten en andere belanghebbenden in gesprek gaan. Het zal dus halverwege het volgende jaar zijn dat de Uitvoeringsagenda goedgekeurd en al gepresenteerd kan worden.’
Wat zijn de grootste uitdagingen en ambities die in het FSP benoemd worden?
‘Onze grootste uitdaging ligt in de financiering van het onderwijs en onderzoek. Daar kunnen we echter maar deels invloed op uitoefenen. We moeten dus vooral kijken naar wat we wel kunnen veranderen om daarmee de externe invloeden het hoofd te kunnen bieden, denk aan de financiering en daarmee samenhangend de waardering voor de geesteswetenschappen. We moeten ons als een goed geoliede faculteit organiseren, waarbinnen samenwerking vanzelfsprekend is, collega’s over de muren van het eigen instituut kunnen kijken, waarbij we diversiteit en inclusie omarmen en oog hebben voor de werkbalans. We hebben in deze coronatijd gezien hoe enorm betrokken iedereen is bij het werk, maar daar zit een grens aan. We moeten collega’s handvatten bieden om zich te kunnen blijven ontplooien, de balans tussen werk en privé te vinden en een plezierig werkklimaat bieden. Over de werkomgeving is natuurlijk met de ontwikkeling van de Humanities Campus het een en ander te doen geweest. Het uitgangspunt blijft dat we iedereen nu en in de toekomst een fijne werkplek willen bieden, waar we elkaar kunnen ontmoeten, maar waar je ook ongestoord je werk kunt doen. Door slim de samenwerking te zoeken binnen en buiten de faculteit, internationaal en interdisciplinair, maken we de meeste kans op financiering voor onderzoek. Ook moeten we goed zorgdragen voor onze studenten, niet alleen binnen de opleidingsprogramma’s, met kwalitatief hoogstaand onderwijs, onderwijsvernieuwing en Digital Humanities, maar ook door hen voor te bereiden op de arbeidsmarkt en te zorgen voor een goed sociaal klimaat waarin studenten zich kunnen ontwikkelen en steun te bieden aan hen die vastlopen. Ten slotte moeten we de samenleving laten zien wat en hoe de geesteswetenschappen kunnen bijdragen aan de dilemma’s in de maatschappij leven. Dit is het FSP slechts in een notendop, natuurlijk.’
Hoe gaat het nu verder? Wanneer krijgt de facultaire gemeenschap de kans om input of feedback te geven op de Uitvoeringsagenda? En wanneer is het FSP klaar?
‘Het FSP kan voor het einde van het jaar aan het College van Bestuur worden aangeboden. Dan zullen we het FSP ook breed delen met de faculteit. Het concept Uitvoeringsagenda wordt in januari en februari besproken met de afdelingshoofden, Wetenschappelijk directeuren en andere belanghebbenden. Vervolgens organiseren we in maart een algemene bijeenkomst en gaan we langs bij de diverse gremia. Het hele proces zou voor het einde van dit collegejaar afgerond zijn. Collegejaar 2022 – 2023 starten we dan met de uitvoering van ons nieuwe plan. Wat echter niet betekent dat we tot die tijd stilzitten. Veel plannen zijn nu al in werking en worden voortgezet, maar het is altijd goed om het moment te markeren waarop we ons met nieuw elan klaarmaken voor de toekomst.’