Waarom houden we zo van winnaars?
Bijna niemand in Nederland kijkt ooit naar een skeletonwedstrijd. Toch zitten we straks tijdens de Olympische Spelen waarschijnlijk massaal aan de buis gekluisterd als ‘onze’ Kimberley Bos op haar slee naar beneden glijdt. En dat allemaal omdat ze een grote medaillekans heeft. Waarom houden we zo van winnaars?
Met een verhoogde hartslag en klamme handjes schreeuwen we de komende weken de Nederlandse Olympiërs naar een podiumplek vanachter onze televisies. Winst van een andere Nederlander voelt namelijk zo lekker. ‘We zijn dan plaatsvervangend trots, omdat we onszelf identificeren met die sporter’, zegt organisatiepsycholoog Aukje Nauta. ‘Jij bent zelf ook een beetje die andere Nederlander. Daarom worden we een beetje groter als bijvoorbeeld de skeletonster wint.’
Tegen de andere groep
Dat komt doordat we sociale wezens zijn die het moeten hebben van groepen. Dankzij een goede samenwerking met leden in onze eigen groep, overleven we. Tegelijkertijd betekent het ook dat we tegen een andere groep zijn. ‘Dat is waar de Olympische Spelen onmiddellijk aan appelleert’, zegt Nauta. ‘Op het moment dat een Nederlander wint, zijn we beter dan die andere groep. Het zit in onze genen gebakken om heel erg voor de eigen groep te zijn en tegen anderen. Daarom voelt het gewoon lekker als een Nederlander wint.’
Minder nationalistisch
Maar wat als een landgenoot verliest? Dat voelt rot, zeker als de verwachting was dat we in de prijzen zouden vallen. Na verlies is de reactie dan ook heel anders. Ineens ben je wat minder nationalistisch. ‘Je distantieert je van de groep, want dan ben je ook niet verantwoordelijk voor dat verlies’, zegt Nauta. ‘Verlies jaagt angst aan. Dat zit er evolutionair gezien in, omdat we willen overleven. We zijn daarom veel meer gefocust op het vermijden van verlies dan het realiseren van winst.’
Uit onderzoek blijkt ook nog eens dat de pijn van verliezen groter is dan de vreugde van winnen. ‘Losses loom larger than gains’, schreven psychologen Daniel Kahneman en Amos Tversky in 1979. Laten we alleen daarom al hopen dat Kimberley Bos op het podium terecht komt.
Tekst: Dagmar Aarts
Bannerfoto: Koen van Weel, ANP
Foto in tekst: Wikimedia