Koen Marijt is gek van geschiedenis: ‘Op één kilometer Rapenburg is al zoveel gebeurd’
Wie door het centrum van Leiden loopt, komt hem misschien wel tegen, een aandachtig luisterende groep toeristen om hem heen. Koen van Toen, ofwel Koen Marijt, begon na zijn studie geschiedenis een eigen bedrijf, waarvoor hij onder meer historische rondwandelingen organiseert.
De liefde voor geschiedenis zat er al jong in bij Marijt. Als twaalfjarige zag hij bij zijn oom een modelauto van een Lelijke Eend en was verkocht. ‘Ik vond dat modelbouwen zo leuk dat ik zelf ook naar de Blokker ben gegaan om een modelbouwkitje te kopen. Dat was een vliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog, waar op de zijkant ook wat informatie op de doos stond. Zo is mijn interesse in die periode ontstaan.’
Altijd bezig met historisch onderzoek
Twintig jaar later is Marijt nog steeds bezig met de Tweede Wereldoorlog. Hij werkt als historicus en adviseur bij de afdeling Explosieven van advies- en ingenieursbureau IDDS in Noordwijk. Hun belangrijkste taak is het opsporen van explosieven uit de oorlog. Toch is het voor Marijt vooral het gepluis in historische bronnen dat de baan leuk maakt. Zo leuk, dat hij ook nog een eigen bedrijf in onder meer historisch onderzoek heeft. ‘Tijdens mijn studie vond ik de colleges over de VOC en WIC geweldig. Ik heb daarom de master Maritieme Geschiedenis gedaan, en daarna heb ik bij de afdeling Publieksdiensten van de universiteitsbibliotheek gewerkt. Ik vond het contact met al die verschillende mensen binnen de bibliotheek hartstikke leuk, maar ik deed er niets met geschiedenis. Daarom ben ik ernaast mijn eigen bedrijf gestart: Koen van Toen. Daarvoor doe ik historisch onderzoek, bijvoorbeeld voor mensen die hun familiegeschiedenis willen achterhalen of ik help stichtingen en bedrijven die meer willen weten over hun geschiedenis.’
Een historische kilometer
Daarnaast organiseert Marijt als Koen van Toen historische excursies, onder meer door Leiden en Noordwijk. ‘Ik heb mijn scriptie geschreven over de ontwikkeling van Noordwijk van vissersdorp tot badplaats. Daardoor ben ik verknocht geraakt aan de lokale geschiedenis. Het Rapenburg is misschien maar één kilometer lang, maar daar is zoveel gebeurd. Als je alleen al kijkt naar de Tweede Wereldoorlog heeft dáár [Koen wijst het pand Rapenburg 65 aan, vlakbij het Academiegebouw -red.] de Duitse Ortskommandant en een NSB-huis gezeten, maar Soldaat van Oranje heeft er schuin tegenover gewoond. En dan is er ook nog een moordaanslag gepleegd.’
‘Dat soort dingen vertel ik als ik met een groep de stad door ga, al zeg ik tussendoor ook bij welk café ze wel of juist niet moeten gaan eten. Er zijn misschien wel honderd historici die meer van de Leidse geschiedenis weten dan ik, maar ik heb het geluk dat ik er boeiend over kan vertellen.’
Tijd tekort?
Maar Marijt wil het niet houden bij vertellen. Hij werkt met drie anderen ook aan een boekenserie over de ontwikkeling van Noordwijk als badplaats , waarvan het eerste deel dit jaar moet verschijnen. ‘Er bestaat al wel een boek over het ontstaan van Noordwijk als badplaats , maar dat is vrij oud en veel daarin is gekleurd of niet helemaal correct. Ik wil daarom terug naar de bronnen om te zien hoe het echt zat, zoals ik tijdens mijn studie heb geleerd.’ En dan organiseert hij ook nog reizen naar Normandië, zit hij in verschillende lokale geschiedenisorganisaties en droomt hij van een boek over de geschiedenis van het Rapenburg in de oorlog.
‘Het is jammer dat er maar 24 uur in een dag zit’, zegt Marijt, ‘Gelukkig heb ik tijdens mijn studie geleerd om niet alleen analytisch en kritisch te werken, maar ook snel de hoofdzaken van de bijzaken te scheiden.’