ERC Consolidator Grants voor Leidse wetenschappers
Vijf Leidse wetenschappers ontvangen een Consolidator Grant van de European Research Council (ERC). Met deze beurs van maximaal twee miljoen euro kunnen zij hun wetenschappelijk onderzoek voortzetten en uitbreiden.
De ERC Consolidator Grants worden uitgereikt aan veelbelovende wetenschappers met tussen de zeven en twaalf jaar ervaring na hun promotie, van elke leeftijd en nationaliteit. De beurs van maximaal twee miljoen euro kan worden ingezet om in een periode van vijf jaar het team van mede-onderzoekers en ondersteunend personeel te financieren.
De vijf Leidse Consolidator Grants gaan naar:
Milan Allan – Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen
Natuurkundige Milan Allan deed al veel succesvol onderzoek naar supergeleiding: een bijna magische eigenschap van sommige materialen om stroom te geleiden zonder energieverlies wanneer ze koud genoeg zijn. Het is sinds de Leidse ontdekking ervan in 1911 een missie binnen de natuurkunde om supergeleiding te begrijpen. Allan en zijn groep bouwen instrumenten om metingen te kunnen doen aan supergeleidende materialen. Tot vorig jaar dacht men dat elektronen in paren supergeleiding veroorzaakten. Maar vorig jaar liet Allans apparatuur zien dat gepaarde elektronen ook voorkomen boven de temperatuur waarbij supergeleiding plaatsvindt. Met de ERC-subsidie gaat Allan een speciale microscoop bouwen die gepaarde elektronen kan waarnemen boven die temperatuur.
Kevin Köhler – Faculteit der Sociale Wetenschappen
Universitair docent Kevin Köhler onderzoekt de politieke implicaties van politieke elites die hun rivalen tegemoet komen of uitsluiten. Terwijl aanpassing en compromis bevorderlijk zijn voor de democratie, zijn conflict en uitsluiting verbonden met verschillende vormen van autocratisch bewind. Maar waarom schikken politieke elites zich überhaupt naar hun rivalen of sluiten zij hen uit? MENA-PERC tracht deze vraag te beantwoorden. Wij ontwikkelen een theoretisch model dat het gedrag van de elite koppelt aan specifieke vormen van competitie tussen elites. Wij toetsen dit argument aan de hand van originele gegevens op individueel niveau over 15.000 politieke elites in Egypte, Tunesië en Turkije gedurende meer dan een eeuw.
Martijn Luijsterburg – Leids Universitair Medisch Centrum
Martijn Luijsterburg onderzoekt hoe beschadigd DNA hersteld kan worden, zodat het kan worden uitgelezen door eiwitmachine. Het uitlezen van de genen in ons DNA door eiwitmachines is een essentieel proces voor onze cellen. Als het DNA beschadigd is loopt de eiwitmachine fysiek vast, dus om verder te kunnen moet het DNA worden hersteld. Er is nog weinig bekend over de precieze werking hiervan. Luijsterburg zet de ERC in om het hele genoom onder de loop te nemen en daarmee vragen te beantwoorden zoals: Hoe worden vastgelopen eiwitmachines herkend? Ook gaat het team alle 20.000 genen een voor een uitschakelen, om erachter te komen welke eiwitten betrokken zijn bij DNA-reparatie.
Daniël Pijnappels – Leids Universitair Medisch Centrum
Daniël Pijnappels, hoofd van Experimentele Cardiologie bij het LUMC, is ervan overtuigd dat het menselijk hart ooit zijn eigen hartritmestoornissen kan beëindigen. Het hart wekt eigen elektriciteit op, waardoor het samentrekt en bloed rondpompt. Deze bio-elektriciteit vormt de basis van de therapie die Pijnappels onderzoekt. Pijnappels’ idee is om een implantaat te maken dat ritmestoornissen detecteert en verhelpt. Dit gebeurt door een LED-lampje te activeren, wat ervoor zorgt dat lichtgevoelige eiwitten, die met gentherapie in de hartspiercellen zijn gebracht, een elektronische stroompje opwekken dat het hartritme hersteld. Pijnappels gaat de ERC gebruiken om te onderzoeken wat er nodig is om het implantaat geschikt te maken voor mensen, bijvoorbeeld door het implantaat te testen op een 3D-model van een menselijke boezem.
Marijn van Putten – Faculteit der Geesteswetenschappen
Marijn van Putten, onderzoeker bij het Leiden University Centre for Linguistics, onderzoekt het reciteren van de Koran in de vroege Islamitische periode. De standaardtekst van de Koran, die rond het jaar 650 werd gecodificeerd, werd geschreven in een heel dubbelzinnig schrift. De tekst kon daarom op veel verschillende manieren worden geïnterpreteerd. In de zevende en achtste eeuw waren er beroemde reciteerders die hun eigen specifieke interpretatie van de dubbelzinnige tekst verspreiden. Onze vroegste beschrijving van deze tradities stamt uit de tiende eeuw en biedt slechts informatie uit de tweede hand. Het QurCan project richt zich op de honderden Koranmanuscripten van voor de tiende eeuw. Op deze manier kan de verloren geschiedenis van het reciteren van de Koran in de vroege Islamitische periode worden onthuld.
Bekijk de volledige lijst met toekenningen op de website van ERC.