Europees buitenlands beleid na een crisis: verandering en continuïteit
'Crisis and change in European Union foreign policy.' Dat is de titel van het boek van Nikki Ikani dat vorige maand verscheen. Vijf vragen aan de schrijfster over haar boek. Presentatie: 5 en 20 april.
Kan je een korte samenvatting geven over je boek?
Ikani: ‘In mijn boek staan een aantal vragen centraal: wat gebeurt er nu precies met het Europese buitenlandbeleid na een crisis? Wordt het beleid veranderd, en zo ja: hoe en door wie precies? En niet onbelangrijk: verandert er dan ook echt iets?
Tijdens mijn onderzoek kwam ik erachter dat beleidsveranderingen op Europees niveau nog maar weinig onderzocht zijn. Er is wel gekeken naar hoe beleid op nationaal niveau verandert na plotselinge crises, maar weinig naar hoe die processen nou precies werken binnen de EU. Dat vond ik verrassend omdat de EU behoorlijk anders werkt dan nationale of lokale overheden. In dit boek bestudeer ik de besluitvormingsprocessen van de Europese Unie, om erachter te komen welke factoren invloed hebben op de vraag of en hoe de EU besluit een andere koers te varen wat betreft haar buitenlandbeleid.
Na een stuk theorie hierover bestudeer ik in het boek een vijftal recente crises en de beleidswijzigingen die hierop volgden: de Arabische lente, de crisis in Oekraïne van 2013/2014, de ‘veiligheidscrisis’ die hierop volgde, de crisis rondom disinformatie en de vluchtelingencrisis van 2015. Op basis van deze casussen heb ik vervolgens een analytisch raamwerk opgezet wat studenten en wetenschappers kunnen gebruiken als ze beleidsveranderingen willen bestuderen in een andere context. Bijvoorbeeld als ze willen weten wat de huidige oorlog in Oekraïne voor impact kan hebben op Europees defensiebeleid. Maar ook hoe een wereldwijde crisis als de COVID-pandemie effect gaat hebben op binnen- en buitenlands beleid kan hiermee bestudeerd worden.’
Wat is volgens jou de belangrijkste boodschap?
‘De belangrijkste boodschap uit dit boek is dat, hoe hoog er ook van de toren wordt geblazen dat alles anders zal worden, er vaak niet bijster veel écht verandert. We zien op Europees niveau vaak symbolische veranderingen. Dat zijn beleidswijzigingen die met veel bombarie worden aangekondigd, vaak met nieuwe aantrekkelijke termen erbij. Maar als je die echt goed bekijkt zijn ze vaak dezelfde ideeën in een nieuw jasje. Daarnaast laat ik in het boek zien dat beleidswijzigingen soms ook bewust ambigu (dubbelzinnig) worden gehouden. Dan worden er vage of hele algemene termen gebruikt voor nieuw beleid waar alle lidstaten zich in kunnen vinden, maar is het lastig te ontdekken wat er nu precies gaat gebeuren.
Toch concludeer ik ook dat symbolische of ambigue veranderingen niet altijd waardeloos zijn. Ze vormen soms een nuttig startpunt voor de EU juist omdat er weinig geld of weinig echte beleidsveranderingen mee gemoeid zijn. Zo kunnen de lidstaten eraan wennen dat de EU gaat opereren op nieuwe beleidsterreinen.
Dat zien we nu heel duidelijk gebeuren tijdens de oorlog in Oekraïne. Het Europees ‘vredesfonds’ (de European Peace Facility) is opgezet in de jaren na de annexatie van de Krim in 2014. De EU vond toen dat ze meer moest doen om haar eigen veiligheid te waarborgen. Het fonds gaf de EU een formeel budget waarmee het militaire activiteiten buiten de Unie kon betalen. Toch waren de meesten sceptisch toen het werd aangenomen. Landen hoefden nog geen geld toe te zeggen en er was nog veel onenigheid over waar het geld nu precies naar toe zou gaan. Het leek weer uit te lopen op de zoveelste niet ingelaste Europese belofte rondom defensie. Maar toen Rusland Oekraïne binnenviel uitbrak en de EU nadacht over hoe ze Oekraïne kon ondersteunen bood het fonds ineens de perfecte uitkomst. Er kwam 450 miljoen euro vrij voor de financiering van wapens en munitie aan Oekraïne. Dit was een historische stap voor de EU. De ambigue beleidswijziging van het invoeren van het vredesfonds een paar jaar geleden heeft de weg dus vrijgemaakt voor deze historische kentering in beleid. Het is het zoveelste voorbeeld van processen die ik in het boek beschrijf.’
Wie is je publiek? Wie zou het boek zeker moeten lezen?
‘Dit is allereerst een boek voor studenten. Ik merk tijdens het lesgeven vaak dat studenten geïnteresseerd zijn in grote crises en conflicten, en dan met name in de vraag wat die nu voor impact kunnen hebben op beleid. Denk maar aan de COVID pandemie, de oorlog in Syrië of de huidige oorlog in Oekraïne. Studenten kunnen in dit boek houvast vinden om dat soort vraagstukken stapsgewijs te onderzoeken, met een balans tussen theorie en praktijkvoorbeelden. Maar je kunt het boek ook lezen als je puur geïnteresseerd ben in één van de vijf grote crises die aan bod komen, om meer te leren over hoe die crisis er precies uitzag en hoe de EU daar op heeft gereageerd.’
Hoe heb je het schrijfproces ervaren en hoe trots ben je dat het af is?
‘Het was een lang proces. Toen ik aan het boek begon had ik nog geen kinderen. Nu het boek uit is gekomen, heb ik er twee, dat zegt genoeg denk ik! Het is deels gebaseerd op mijn proefschrift, wat ik op verschillende manieren heb uitgebreid in de afgelopen jaren. Ik heb veel mensen geïnterviewd die bij de EU werken, zowel op de Europese delegaties in Oekraïne, Rusland en Noord Afrika, als EU ambtenaren in Brussel. Het kostte soms wat tijd om die mensen over te halen mee te werken aan een interview. Ik wilde het boek ook graag uitbrengen bij een goede uitgever, en dat proces kost ook tijd. Dat is met Manchester University Press wel gelukt. Als ik het eindresultaat teruglees ben ik dus zeker trots.’
Dan de lancering, hoe gaat dat eruit zien?
‘Het boek kom uit in een treurige tijd, nu de oorlog in Oekraïne nog in volle gang is. Dat maakt het boek helaas ook actueel, omdat ik in het werk uitgebreid stil sta bij de vorige crisis in Oekraïne. Ik zal de komende tijd dus meewerken aan een aantal lezingen rondom de consequenties van de oorlog voor met name de Europese Unie. Op 5 April presenteer ik het boek voor de Diplomacy and Global Affairs Research Seminar Series van ISGA. Het is van 13:15 tot 15:00 in Wijnhaven in 3.45. Als mensen er online bij willen zijn kan dat ook.
Op 20 April is er een paneldiscussie over het boek, georganiseerd door de uitgever. Dr Karolina Pomorska, van het Instituut Politieke Wetenschap, is daar ook bij. Het evenement is online en publiek toegankelijk. Inschrijven kan via deze link.’