Collegereeks bijna van start: ‘Crisisbeheersing is een vak; niet iets wat je erbij doet’
De collegereeks ‘Het Nederlandse crisismanagement stelsel: leren van de praktijk’ gaat vrijdag 22 april van start. Vijf vragen aan Peter Bos en Jeroen Wolbers over deze colleges én de betekenis van de samenwerking tussen de Universiteit Leiden en het NIPV (Nederlands Instituut Publieke Veiligheid).
Wat is het doel van deze collegereeks?
Jeroen Wolbers, universitair docent bij ISGA en een van de initiatiefnemers: ‘De collegereeks vervult een vaak gehoord verzoek van onze studenten om meer te weten komen vanuit de praktijk over ons Nederlands crisisstelsel. Veel van onze crisis casuïstiek in onze opleidingen is internationaal omdat onze studenten van over de hele wereld in Den Haag bij ons komen studeren. Dat is prachtig, maar betekent ook dat veel Nederlandse crises te specifiek zijn om echt betekenis te hebben voor studenten uit het buitenland. In het reguliere curriculum was het daarom lastig om ruimte te vinden voor specifiek de details van het Nederlandse stelsel. De samenwerking met het NIPV stelt ons in staat hier in een extra-curriculair programma meer aandacht aan te geven.’
Peter Bos, verbonden aan het NIPV en bijzonder hoogleraar militaire aspecten van crisisbeheersing en nationale veiligheid bij de NLDA: ‘We koppelen theorie en praktijk aan elkaar door deze reeks. Het is bedoeld om studenten en geïnteresseerden aan de hand van onderzochte en ervaren casuïstiek een kijk in de keuken van de Nederlandse crisisbeheersing op rijks en regionaal te geven.’
Wolbers: ‘De mix met professionals, beleidsmedewerkers en studenten in de zaal vormt een mooie gelegenheid om de loopbaanperspectieven te vergroten van onze studenten die graag in Nederland zouden willen werken. Voor professionals hoop ik dat de colleges een mooie reflectie van het stelsel bieden en een kennismaking met de nieuwe generatie young professionals die straks aan de deur staan. Ik hoop dat er tijdens maar ook na het college een stimulerende interactie tot stand komt.’
De collegereeks markeert de samenwerking tussen beide. Hoe gaat die samenwerking eruit zien?
Wolbers: ‘De samenwerking tussen ISGA en het NIPV komt tot stand op meerdere gebieden. Zo gaan we nauwer samenwerken op het gebied van onderzoek door samen promovendi te werven en begeleiden op thema’s relevant voor wetenschap en praktijk. We hebben daarmee al een vliegende start gemaakt. Marthe Luesink is net begonnen met een promotieonderzoek naar methodieken van scenariodenken in crisismanagement. In de komende jaren willen de samenwerking verder bekrachtigen met een bijzondere leerstoel met een onderzoeksopdracht op het gebied van Publieke Veiligheid, een thema dat nauw is verbonden aan de hernieuwde focus van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid. We gaan natuurlijk niet alleen op het gebied van onderzoek samenwerken, maar maken ook veel ruimte voor onze studenten. Zo regelen we jaarlijks stage- en onderzoeksplaatsen voor onze studenten bij het NIPV en hopen we de verbinding met de arbeidsmarkt via het NIPV nog toegankelijker te maken. Deze collegereeks is daar ook een goed voorbeeld van.’
Wat kunnen beide instituten voor elkaar betekenen? Wat is de meerwaarde van deze samenwerking?
Peter Bos: ‘Waar het onderzoek naar crisisbeheersing van de Universiteit Leiden wordt gezien als een leidende op het gebied van governance theorie en algemene crisistheorie, is het NIPV leidend op het gebied van casuïstisch praktijkgericht onderzoek, dat toepasbaar is voor beleidsvorming, doctrine vorming en opleidingen. De samenwerking biedt unieke mogelijkheden om de verbinding tussen theorie en praktijk te verdiepen en te verrijken.’
Wolbers: ‘De meerwaarde in de samenwerking ligt echt in het doen van wetenschappelijk onderzoek wat direct maatschappelijke impact heeft. Een goed voorbeeld komt uit mijn eigen NWO Veni onderzoek, waar ik nauw samenwerk met het NIPV op het gebied van commandovoering. We hebben de echte praktijk van commandovoering op bodycam beelden van brandweerinzetten geanalyseerd en zijn nu bezig om experimenten in te richten voor officieren om die kennis te valideren. Je merkt daar meteen dat een combinatie van een wetenschappelijke blik met kennis van de praktijk heel veel meerwaarde heeft.’
Professor Bos, hoe ziet u de toekomst van het Nederlandse crisismanagement stelsel?
Bos: ‘Het Nederlandse crisismanagement stelsel is feitelijk ingericht als een voortzetting van de dagelijkse bureaucratische werkelijkheid op rijks en regionaal niveau en zal beter moeten worden toegesneden op het bijzonder kunnen handelen en organiseren in bijzondere situaties. We hebben behoefte aan doelgerichter crisis handelen, minder bureaupolitiek gedrag, gerichter communiceren, betere informatie- en coördinatiestructuren, een betere aansluiting tussen rijk en regio en nieuwe vormen van democratische verantwoording en veel meer aandacht voor participatie van de samenleving in crisisbeheersing. Crisisbeheersing is een vak; niet iets wat je erbij doet.’
Wat zijn jullie verwachtingen van de collegereeks?
Wolbers: ‘Ik verwacht een zaal vol enthousiaste studenten en crisisprofessionals die gedreven vanuit hun vakkennis en interesse voor het thema een heel mooi overzicht krijgen van het stelsel en specifieke lessen uit crises. We sluiten direct aan bij de actualiteit en slaan daarnaast de brug tussen het verleden, heden en de toekomstige ontwikkelingen. Ik ben heel benieuwd naar hun vragen en interesses. Ik kijk er naar uit!’
Bos: ‘Ik verwacht een grote belangstelling en ben ook heel benieuwd hoe de deelnemers aankijken tegen crisisbeheersing; wat zij eronder verstaan, wat ze ervan verwachten en hoe zij aankijken tegen de rol van de samenleving in crisisbeheersing.’