Terrorist worden zorgt voor inkomen, veiligheid en identiteit
Hoe raken mensen betrokken bij terroristische organisaties? Liesbeth van der Heide zocht het antwoord op deze vraag onder meer in de Malinese gevangenis, waar ze in een piepkleine cel terroristen interviewde. Ze ontdekte dat overlevingsdrang en sociale context vaak bepalender zijn dan individuele ideologische overtuiging. Een gegeven dat een groot verschil kan maken in de internationale strijd tegen terrorisme. Promotie 11 mei.
Haar onderzoeksvraag werd Van der Heide min of meer in de schoot geworpen toen ze in 2016 voor haar werk voor het International Centre for Counter-Terrorism in Mali belandde. ‘Mali is al jarenlang in de greep van geweld en terrorisme. In de hoofdstad Bamako zitten veel terroristen gevangen die in het noorden van het land zijn gearresteerd en bij lokale of Arabische terroristische groeperingen zaten. De overheid weet dat ze wapens smokkelden voor Al Qaida of bij Touareg-rebellen hoorden, maar niet wie deze mensen precies zijn en waarom ze terrorist zijn.’ Het Malinese Ministerie van Justitie en Veiligheid vroeg of Van der Heide dat in kaart kon brengen.
Vrijuit spreken
‘Een unieke kans’, noemt ze het. ‘Het is in veel landen lastig om terroristen te spreken te krijgen. Bovendien zijn terroristen vaak weinig spraakzaam als hun rechtszaak nog loopt. In Mali ligt dat anders: de gevangenen hebben helaas weinig perspectief op eerlijke rechtspraak en kunnen vrijuit spreken.’ Tussen 2016 en 2020 reisde Van der Heide 18 keer naar Mali voor interviews met 30 terroristen en 75 professionals op het gebied van contraterrorisme.
Inzicht
Tijdens haar bezoeken aan de gevangenis sprak Van der Heide samen met een Italiaanse en Franse onderzoeker terroristen in alle soorten en maten; van een voormalige lijfwacht van Kadhafi en wapensmokkelaars tot het hoofd van een lokale Sharia-politie. ‘Het waren interessante, soms zeer persoonlijke gesprekken over hun leven in de gevangenis, hun verleden en hun beweegredenen.’
Een belangrijk inzicht kwam voor Van der Heide tijdens een gesprek met een wat oudere gevangene. ‘Terroristen verzetten zich vaak tegen de overheid, dus wij vroegen iedereen hoe ze tegen Mali aankeken. Deze man antwoordde: “Ik ben geboren in een land dat door anderen Mali is genoemd.” Dat is zo’n essentieel punt. Deze mensen zijn niet aan landsgrenzen gebonden en kunnen niet rekenen op een overheid die voor hen schoon water, goed onderwijs en veiligheid verzorgt. Zij kiezen dan pragmatisch voor terroristengroepen die hen wél dit soort voorzieningen en politieke vertegenwoordiging bieden.’
Westerse theorie versus de praktijk
De bevindingen van Van der Heide staan haaks op de gangbare Westerse lens waarbij vrijwel alleen naar het individu wordt gekeken. ‘Maar het is niet alleen een individuele keuze of individuele ideologische overtuiging waardoor mensen bij terroristische groepen betrokken raken. Het draait veel meer om de rol van de groep. We zien terroristische organisaties waar hele families, zelfs hele dorpen, bij aangesloten zijn om te kunnen overleven. Het aanbod van die groepen wordt simpelweg gezien als een beter alternatief.’
Ook voor Syriëgangers relevant
Sinds 2020 is Van der Heide hoofd aanpak radicalisering bij de gemeente Den Haag. ‘We richten ons in Nederland vaak op het individu, maar ook bij teruggekeerde Syriëgangers is de rol van de groep en het sociale netwerk heel groot.’ Daarom probeert Van der Heide met haar team te kijken hoe ze de omgeving kunnen meenemen. ‘We kijken of mensen een alternatief netwerk hebben en hoe we daar aan kunnen bijdragen. Want als we onze aanpak bij preventie en rehabilitatie alleen op het individu richten, is dat een druppel op een gloeiende plaat.’
Tekst: Julie de Graaf
Bannerfoto: Een bewaker in de Koulikoro in Mali. Credit: ICRC Audiovisual Archives
Foto's in tekst: Liesbeth van der Heide