Mensen en andere primaten vertonen opvallende overeenkomsten in hun zoektocht naar voedsel
Hoe uniek is het menselijke vermogen om te leren en zich aan te passen aan de omgeving? Met veldonderzoek - in het regenwoud en in dierentuin Artis - onderzoekt primatoloog Karline Janmaat op welke manier mensen en andere primaten zich aanpassen aan de omgeving in hun zoektocht naar voedsel. Als hoogleraar Cognitieve gedragsecologie houdt ze op 10 juni haar oratie.
Er is nog te weinig bekend over de verschillen en overeenkomsten van de verstandelijke vermogens tussen diersoorten, stelt Janmaat. ‘Door te onderzoeken welke primatensoorten bepaalde vermogens wel of niet bezitten, kunnen we ontdekken op welke momenten in de tijd ze geëvolueerd zijn.’ Janmaat onderzoekt hoe mensen en andere primaten kennis inzetten bij het zoeken en verzamelen van voedsel. Twintig jaar lang observeerde ze de dagelijkse zoektocht van mensen en andere primaten naar eetbare vruchten in het regenwoud van Indonesië, Ivoorkust, Oeganda en Republiek Congo. Zo volgde ze de Bayaka, een groep pygmeeën die leeft als jager-verzamelaar, en een groep chimpansees die in eenzelfde type regenwoud zijn opgegroeid.
Primatoloog Karline Janmaat is bijzonder hoogleraar Cognitieve gedragsecologie, een gezamenlijke leerstoel tussen Universiteit Leiden en Artis. Haar onderzoek richt zich op de ontwikkeling en evolutie van intelligent gedrag, en het cognitief functioneren van dieren en mensen.
Uitzonderlijk navigatievermogen
Er bleken meerdere overeenkomsten: zowel de Bayaka als de chimpansees bleken over een uitzonderlijk goed navigatievermogen te beschikken en kunnen over lange afstanden hun weg vinden. Ze maken beiden gebruik van een netwerk van paden. Uit het onderzoek bleek ook dat chimpansees hun ervaringen bij voedselbomen jarenlang herinneren en hun route plannen om daarmee hun concurrenten voor te zijn.
‘Gorilla’s die we in het wild geen gereedschap hebben zien gebruiken, peuteren in Artis met takjes pindakaas uit een termietenheuvel.'
Onderzoek in Artis
In haar oratie wijst Janmaat op een andere omgeving die vaker benut kan worden: de dierentuin. Sinds de oprichting in 1838 heeft wetenschappelijk onderzoek in Artis altijd een fundamentele plek gehad. Deze leerstoel maakt op dit moment diverse onderzoeken onder primatensoorten mogelijk die meewerken op vrijwillige basis. Zo test Janmaat het vermogen van mandrils om tijdsintervallen te leren. Een deel van hun voedsel wordt begraven en vervolgens kijkt het onderzoekteam in hoeverre de mandrils patronen ontwikkelen in hun zoekgedrag. Soortgelijk onderzoek loopt nu ook bij de gorilla’s en de rode vari’s (halfapen) in Artis.
Digitaal regenwoud
De studies kunnen aan het licht brengen welke invloed de omgeving heeft op de ontwikkeling van cognitieve vermogens. ‘Een aantal gedragingen van dieren in dierentuinen fascineert veldprimatologen in hoge mate’, aldus Janmaat. ‘Gorilla’s die we in het wild nog nooit gereedschap hebben zien gebruiken, peuteren in Artis met takjes pindakaas uit een replica-termietenheuvel.’ Binnenkort starten Janmaat en haar team met een nieuw onderzoek naar irrationele beslissingen bij chimpansees en bij mensen. Welke informatie gebruiken ze bij het zoeken naar vruchten? Virtuele vruchten in dit geval. Op een scherm met touchscreen gaan ze in een digitaal regenwoud op zoek naar virtueel fruit.
Mogelijk kan deze studie bijdragen aan terugkeerprogramma’s voor apen naar hun natuurlijke omgeving, mocht dat ooit nodig zijn. Voor dit onderzoek gebruikt Janmaat de data van de chimpansees die daadwerkelijk nog in het regenwoud wonen. Deze kennis mag niet verloren gaan, benadrukt ze. ‘Het regenwoud verdwijnt in rap tempo. Wij behoren mogelijk tot de laatste generatie onderzoekers die dit inzicht nog kunnen genereren en die een beter idee kunnen krijgen van onze evolutionaire geschiedenis.’
Foto boven artikel: Ronald van Weeren
Tekst: Linda van Putten