Sander van Kasteren: van moleculenbouwer tot hoogleraar Chemische Immunologie
Alleen wat kleine, subtiele veranderingen merkt Sander van Kasteren sinds hij per 1 mei werd benoemd tot hoogleraar. Toch moet hij een beetje wennen aan het idee, ook al werkte hij al een paar jaar naar het hoogleraarschap toe. ‘Ik zie mezelf nog niet helemaal als prof.’
Officiële wetenschappelijke bijeenkomsten bezoekt Van Kasteren voortaan in toga. ‘Ik deed dat afgelopen maand voor het eerst, in een leentoga van een emeritus-hoogleraar die perfect paste. Het was wel warm!’ Hoewel hij al jaren zijn eigen onderzoeksgroep heeft en promovendi begeleidt, wordt hij als ‘echte hoogleraar’ nu ook bij het hooglerarenberaad van zijn instituut gevraagd, het Leids Instituut voor Chemisch Onderzoek (LIC).
Een soort eindstation
Hoewel er in het dagelijks leven niet veel verandert, moet Van Kasteren toch een beetje wennen aan het idee. ‘Ik zie mezelf nog niet helemaal als prof. Ik heb het ook nog niet aan al mijn vrienden verteld, bijvoorbeeld de mensen met wie ik in Schotland onderzoek deed als post-doc. En het is toch een soort eindstation voor wat betreft mijn loopbaan. Ik heb er lang naartoe gewerkt.’
Vaccins en slagaderverkalking
Dat gevoel zal vast snel wegzakken. Het vele werk neemt hem mee in een boeiende maalstroom. Eigenlijk heeft hij wel tweeënhalve baan, zegt Van Kasteren: ‘Onderwijs, onderzoek en administratief werk.’ Hij onderzoekt hoe ons afweersysteem reageert op vaccins die zijn bedoeld om ziekten als kanker en chronische virusinfecties te bestrijden. In een ander onderzoeksproject zoekt hij uit hoe slagaderverkalking tot stand komt.
Begonnen als moleculenbouwer
‘Ik ben als organisch chemicus begonnen als moleculenbouwer. De moleculen die ik tijdens mijn promotieonderzoek moest maken, waren heel belangrijk op immunologiegebied. Dat vond ik zo interessant, ik ging rabbitholen zoals we dat wel noemen, ik wou er alles over weten.’
In Schotland deed Van Kasteren als post-doc onderzoek naar dendritische cellen: afweercellen die informatie over lichaamsvreemde stoffen naar de lymfeklieren brengen. Daar worden vervolgens T-cellen gemaakt die deze lichaamsvreemde stoffen gaan opruimen. ‘Ik pas chemie toe om te begrijpen wat er in dendritische cellen gebeurt. Die cellen spelen een belangrijke rol bij vaccinaties en ze zitten in de plaques waarmee slagaders dichtslibben. Tbc-bacteriën verstoppen zich soms in dendritische cellen.’
Het leukste: aan de praat raken met wetenschappers die hij kan helpen
‘Het leukste vind ik om op immunologiecongressen tijdens postersessies aan de praat te raken met onderzoekers die bepaalde vragen zelf niet kunnen oplossen. Ik probeer daarvoor dan een chemische benadering te bedenken. In mijn lab passen we precieze chemie toe om getallen en waarden te bepalen. Hoe snel gaat dit, hoe lang duurt dat?’ Zo hoopt Van Kasteren uiteindelijk een bijdrage te leveren aan betere vaccins om bijvoorbeeld kanker te genezen. Die werken met andere dendritische cellen dan de al goed functionerende vaccins die preventief beschermen tegen ziekten als pokken of corona.
Tegenwoordig weten ze hem zelf te vinden
Hoe deed hij dat dan tijdens de coronacrisis? Tijdens online congressen raak je niet zo makkelijk aan de praat. ‘Dat valt gelukkig mee. Ik ben inmiddels zo ingevoerd in het onderwerp, dat ik de literatuur goed kan volgen en zo kan uitzoeken wie ik mogelijk kan helpen. Nog mooier: tegenwoordig weten de wetenschappers die ik kan helpen mij ook zelf te vinden.’
Tekst: Rianne Lindhout