Huidonderzoeker pleit voor multidisciplinaire samenwerking: ‘Ik wil expertise bundelen.'
In de dermatologie zou op grote schaal multidisciplinair moeten worden samengewerkt tussen instituten en specialisten, stelt Robert Rissmann, hoogleraar Translationele Dermatologie, in zijn oratie van 8 juli. Hij bouwt een infrastructuur om pre-klinisch en klinisch huidonderzoek prominent op de kaart te zetten.
De impact van een huidaandoening
De huid is het grootste orgaan van het menselijk lichaam en een belangrijk onderdeel van ons immuunsysteem. De kans dat je in je leven in aanraking komt met een huidaandoening is groot. Eczeem, wratten, brandwonden, een huidschimmel: de impact van zo’n aandoening verschilt nogal per patiënt. Sommige patiënten durven nauwelijks naar buiten, anderen slapen niet door hun huidziekte, vertelt Rissmann.
Het is een complexe biologische puzzel: de huid staat niet op zichzelf en is in verbinding met de rest van het lichaam. Dat betekent dat iedere individuele (huid)patiënt ook weer andere zorg nodig heeft. Vanwege deze complexiteit en de vele nieuwe wetenschappelijke inzichten is multidisciplinaire samenwerking essentieel.
Tuin in Oost-Berlijn
Als kind in Oost-Berlijn was Rissmann al gefascineerd door het werk van zijn vader, een apotheker. Die spendeerde veel tijd in de tuin, waar hij Rissmann op giftige planten als vingerhoedskruid wees.
‘Woorden als digoxine maakten grote indruk op mij als jongetje. Digoxine is een van de actieve stoffen uit digitalis, het vingerhoedskruid. Mijn vader legde mij uit dat het voor kinderen giftig was om de mooie vingerhoedsbloem te eten, maar bij patiënten met hartproblemen kon het in een lage (microgram) dosering wel heel goed helpen om de hartspieren sterker laten samentrekken,’ vertelt hij. Vandaag is Rissmann als apotheker, klinisch farmacoloog en onderzoeker altijd op zoek naar de juiste dosis – en het juiste effect.
Effectievere geneesmiddelenontwikkeling is nodig
Daarom is de belangrijkste vraag die de huidonderzoeker heeft: ‘Kunnen wij geneesmiddelen voor huidziektes niet veel effectiever ontwikkelen?’ Veel dermatologische geneesmiddelen falen tijdens het klinische ontwikkeltraject. Dit komt voornamelijk door complexiteit van de biologie en de ziekte. Bij sommige ontstekingsziekten is er bijvoorbeeld sprake van een aangedane huidbarrière, een veranderde samenstelling van de huidflora en een ontwricht immuunsysteem. Dit heeft weer effect op de rest van het lichaam en allergieën kunnen vaker optreden.
‘De andere reden waarom het moeilijk is om geneesmiddelen te ontwikkelen is farmacologisch van aard. Het geneesmiddel werkt blijkbaar anders bij de mens dan bij de voorafgaande dierstudies en in het reageerbuisje,’ stelt Rissmann. Er is dus een grote discrepantie tussen de bevindingen in het laboratorium en de resultaten bij patiënten.
Multidisciplinair bruggen bouwen
Rissmann wil dit gat tussen laboratoriumonderzoek en de klinische praktijk dichten. Hiermee gaat hij ‘translationeel’ aan de slag: als bruggenbouwer tussen verschillende instituten en specialismen. In de afgelopen tien jaar heeft hij bij het Centre for Human Drug Research (CHDR) nieuwe methoden en strategieën ontwikkeld voor klinisch farmacologisch onderzoek op het gebied van dermatologie. Sinds vorig jaar is hij ook aangesteld bij het Leiden Academic Centre for Drug Research (LACDR). In samenwerking met academische ziekenhuizen Erasmus MC en LUMC zullen het LACDR en CHDR nieuwe onderzoeken mogelijk te maken.
De hoog-specialistische technieken die per domein worden ingezet vergen inbreng vanuit heel verschillende expertises: microbiologen, artsen, farmacologen, dermatologen, farmaceuten, biologen, natuurkundigen, analytisch chemici, analisten en ook de patiënt zelf. Het voordeel is dat Rissmann opereert vanuit neutrale grond. Daarom is hij beter in staat om bestaande expertise te bundelen. ‘Nederland heeft een enorme expertise, er zijn veel mogelijkheden. Het netwerk is niet exclusief voor academische dermatologen, we willen juist ook samenwerken met collega’s in niet-academische ziekenhuizen.’
Teamwork in onderzoek en onderwijs
Verdere professionalisering en innovatie van het dermatologisch vakgebied moet een groot en belangrijk aandachtspunt blijven, vindt Rissmann. ‘Verder hebben wij het geluk in dat we in Leiden, Rotterdam en Delft zoveel verschillende opleidingen aanbieden.’ Omdat deze opleidingen complementair zijn, vult de kennis van de studenten elkaar goed aan. Binnen het veld van de dermatologie zijn veel mogelijkheden om fundamentele en toegepaste wetenschappen translationeel uit te oefenen. Rissmann: ‘Klinisch onderzoek is altijd teamwork.’
Tekst: Imme Visser