Komt dat zien: NIMAR werkt mee aan tentoonstelling COBRA-museum
Het COBRA-museum staat deze zomer in het teken van Marokkaanse kunst. De tentoonstelling ‘Het andere verhaal’ toont voor het eerst het Marokkaanse modernisme in Nederland. Het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR) droeg bij aan de totstandkoming ervan.
In het voorjaar van 2021 krijgt NIMAR-directeur Léon Buskens een opvallend verzoek van de bekende Nederlandse schrijver Abdelkader Benali. Het COBRA-museum in Amstelveen wil een tentoonstelling maken over Marokkaans modernisme, maar heeft nog te weinig werken. Wil het instituut misschien helpen om bruiklenen in Marokko te vinden? ‘Toevallig paste heel goed in onze eigen doelstellingen’, vertelt Buskens. ‘Sinds dit jaar hebben we een samenwerking met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken voor een nieuw project: we organiseren activiteiten die de academische en culturele uitwisseling tussen Marokko en Nederland bevorderen.’
Zodra de meeste coronarestricties zijn opgeheven reizen directeur Stefan van Raay en gastconservator Abdelkader Benali af naar Marokko, waar Buskens hen in contact brengt met de nationale museumstichting en het relatief nieuwe museum Mohammed VI. ‘Het verzoek viel in heel goede aarde’, herinnert hij zich. ‘De directeur van de museumstichting had een behoorlijke kennis van de COBRA-beweging, dus hij voelde zich erg aangesproken. Hij heeft meteen zijn volledige medewerking toegezegd.’ De toezegging van Stefan van Raay om een tentoonstelling van Cobra kunst aan Rabat uit te lenen beklonk de samenwerking.
Vijftig jaar Marokkaans modernisme
Het leidde tot een grote bruikleen van werken die samen met andere stukken een overzicht geven van het Marokkaanse modernisme van de jaren vijftig tot heden. Wat kunnen bezoekers daarvan verwachten? ‘Bij de opening zei een bekende Nederlandse kunstenaar tegen mij dat de kunst hem wel heel erg deed denken aan wat hij in Europa zag’, vertelt Buskens. ‘Dat is ook niet onlogisch: verschillende van de kunstenaars hebben in het buitenland gestudeerd, waardoor hun kunst goed aansluit bij het internationale modernisme.’
Toch zijn er wel degelijk verschillen te zien. ‘De modernistische kunst ontstond ongeveer tegelijkertijd met de herwonnen onafhankelijkheid van Marokko’, verklaart Buskens. ‘Kunstenaars gingen nadenken over wat de Marokkaanse cultuur was en hoe die moest worden verbeeld, want Marokko had geen sterke figuratieve traditie. Zij zijn uitgekomen bij de Marokkaanse volkskunst, zoals motieven in tapijten, aardewerk, tatoeages en sieraden.’
Meer aandacht
Het maakt de werken extra interessant voor onderzoekers, zo bleek tijdens een speciale middag voor medewerkers van NIMAR en LUCIS. ‘In samenwerking met LUCIS-directeur Nathal Dessing hebben we de Leidse Midden-Oosten- en Islamonderzoekers uitgenodigd voor een culturele middag in het museum. Dat heeft tot heel interessante gesprekken geleid.’
Wat Buskens betreft is het dan ook niet de laatste keer dat het NIMAR heeft bijgedragen aan een tentoonstelling. ‘Wij zouden zelf ook zien dat er meer aandacht komt voor de volkskunst en de Amazigh-kunst. We dragen de komende jaren graag bij aan de ontwikkeling daarvan, ook omdat het goed past in ons project met Buitenlandse Zaken, terwijl aan de andere kant Marokko plannen heeft om een museum voor Afrikaanse kunst op te richten, met daarin zowel hedendaagse Marokkaanse kunst als klassieke kunst uit Afrika.’