‘Liberaal Amerikaans buitenlands beleid is altijd verstrengeld geweest met onliberale belangen’
Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt het Amerikaanse buitenlandse beleid vaak gekenmerkt als liberaal. Dit beeld is echter verre van volledig, betoogt universitair docent Andrew Gawthorpe. Hij heeft een Vidi-beurs gekregen om dit populaire beeld te onderzoeken en te herschrijven.
Gawthorpe gaat onderzoek doen naar de manier waarop de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog hebben geprobeerd verschillende internationale politieke instellingen vorm te geven, zoals de Verenigde Naties en de NAVO. ‘De meeste mensen stellen dat de Verenigde Staten deze instituten hebben vormgegeven op basis van de filosofie van het liberalisme,’ vertelt hij. ‘Ik beweer niet dat het liberalisme geen invloed heeft gehad op de Amerikaanse buitenlandse politiek, maar ik denk dat het een vergissing is om te zeggen dat het liberalisme de belangrijkste of enige invloed is geweest op de Amerikaanse buitenlandse politiek.’
Onliberale denkwijzen
Gawthorpe suggereert dat naast het liberalisme drie onliberale denkwijzen het Amerikaanse buitenlands beleid in deze periode hebben beïnvloed: realpolitik, imperialisme en non-interventie. Om te begrijpen hoe deze drie concepten een rol speelden, is het nodig om te weten dat de liberale benadering van de wereldpolitiek in het algemeen stelt dat elk land gelijk is en dat er tussen hen geen enkele vorm van machtshiërarchie zou mogen bestaan. ‘Als ik het over realpolitik heb, bedoel ik dat het nooit de bedoeling van de Amerikanen is geweest dat alle landen gelijk zijn. De Verenigde Staten wilden het machtigste en invloedrijkste land ter wereld zijn. Dat betekende het beschermen en bevorderen van de Amerikaanse macht.’
‘Ten tweede kun je imperialisme opvatten als het ongelijk behandelen van andere naties wanneer het Amerika goed uitkwam. Het heeft vaak de soevereiniteit en de rechten van andere naties geschonden. Denk aan drone strikes in de War on Terror. De Verenigde Staten blaast terroristen op in landen als Afghanistan en Syrië. Ze zullen geen drone naar Frankrijk sturen.’ Volgens Gawthorpe impliceert deze strategie dat bepaalde landen niet dezelfde rechten hebben als andere landen en dat er inbreuk kan worden gemaakt op hun soevereiniteit.
Ten slotte zegt hij dat de Verenigde Staten de wens hebben om met rust gelaten te worden. Tot aan de Tweede Wereldoorlog was non-interventie de dominante manier van denken over buitenlands beleid in de Verenigde Staten. ‘We hebben onlangs een opleving gehad met Donald Trump, die in veel opzichten deze manier van kijken naar de wereld vertegenwoordigt.’
Vertekenende invloed
Hoewel hij niet de eerste is die opmerkt dat het dominante narratief niet deugt, heeft nog niemand zich erop toegelegd zo’n alomvattend nieuw verhaal te schrijven dat kan dienen als vervanging van het oude verhaal. Gawthorpe vindt het belangrijk om dat wel te doen, omdat het narratief volgens hem een vertekenende invloed heeft op hoe we de hedendaagse wereld zien en begrijpen. ‘Amerikaanse beleidsmakers hebben de naïeve overtuiging dat hun bedoelingen door de rest van de wereld kunnen en zullen worden vertrouwd. Als we echter in detail naar de geschiedenis kijken, begrijpen we waarom veel mensen in de wereld niet deze welwillende kijk op Amerika hebben,’ legt hij uit. ‘We moeten kijken naar de niet-liberale ideologieën en tendensen om te begrijpen wat Amerika heeft gedaan, zodat we een realistischer en minder naïef wereldbeeld krijgen.’